Operatie geslaagd, patiënt overleden. Waarschijnlijk is dat de beste samenvatting van het akkoord van afgelopen weekend. Ik moet de eerste econoom nog tegenkomen die het nieuw afgesproken pakket voor Griekenland ziet werken.

De kans is groot dat we binnenkort weer concluderen dat Griekse economie er nog slechter voor staat, dat de schuldenberg verder is toegenomen en dat Griekenland nieuwe hulp nodig heeft om in de eurozone te blijven. Europa's zogenaamde soft power is verworden tot een keihard economisch machtsspel. Het zijn moeilijke tijden voor mensen die geloven dat Europa gebaat is bij een sterke Europese Unie.

Een duurzame oplossing voor de eurocrisis is na deze deal verder weg dan ooit. Wie heeft er nu nog behoefte aan een pleidooi voor verdere integratie? Toch toont het Griekse drama aan  dat de spagaat tussen nationale soevereiniteit en de muntunie de slechtst denkbare optie is. De alternatieven zijn verdere Europese samenwerking of concluderen dat de euro gewoonweg niet werkt. Hoe zijn we hier gekomen?  

Fundamentele keuze

Een gezamenlijke muntunie is een fundamentele keuze: kapitaal kan vrijelijk tussen landen stromen en banken kunnen hun euro's inleggen in elk Euroland zonder enige barrière. Het gevolg is een grote verwevenheid van banken, financiële sector en economieën. Dit kan alleen functioneren als die economieën enigszins convergeren of als we kapitaaltransfers toestaan tussen Eurolanden om klappen, zoals de Griekse crisis, op te vangen. Aangezien dat laatste taboe verklaard is door Duitsland, Nederland en andere landen, moeten economieën convergeren om te kunnen overleven binnen de euro. Maar ook dat is niet gebeurd in de jaren 0. Terwijl de markten vergelijkbare rentepercentages rekenden voor alle eurolanden, ontwikkelde Duitsland zich tot een groot exportland en landen als Italië en Griekenland tot grote importlanden. Daarmee ontwikkelde 'het Zuiden' zich tot schuldenaars en het 'Noorden' tot schuldeisers. Een situatie die dramatisch explodeerde in 2008 toen alle landen hun banken moesten redden waardoor elk land private schulden omzette in publieke schulden. Het vertrouwen in landen met hoge schulden en een zwakke economie stortte in: de bankencrisis werd een Eurocrisis.

Race to the bottom

Een eenvoudig schuld-en-boete-verhaal, populair in Nederland en Duitsland, legt de schuld bij die landen die teveel leenden. Maar waar economieën in een muntunie divergeren moeten beide kanten bewegen om tot een evenwicht te komen. Zo hebben Duitse werknemers sinds het begin van de euro, inflatie-gecorrigeerd, loon ingeleverd voor hun 'Wirtschaftswunder'. Als dat je rolmodel is, moeten werknemers in andere landen nog meer inleveren om economisch te kunnen concurreren. Een keiharde 'race to the bottom' werd geboren. Om dat te voorkomen is nog meer coördinatie nodig van alle euro-economieën: Zuid én Noord.

Dat is de afgelopen jaren wel geprobeerd met het zogenaamde Europese Semester, ingesteld in 2011, maar de coördinatie was boterzacht. Brussel raadde in haar 'Country Specific Recommendations' Duitsland aan om hun lonen te verhogen en meer te investeren, maar  die aanbeveling werd genegeerd. Een sterk politiek-economisch bestuur had Griekenland in de jaren voor de crisis al moeten corrigeren om corruptie en belastingontduiking aan te pakken, maar zo'n bestuur ontbrak en ontbreekt nog steeds. Als gezamenlijke coördinatie faalt, gaan de harde economische wetten dicteren. En in die wereld staat het land met schuld altijd zwak. Het dieptepunt van die zwakte hebben we afgelopen weekend bij het Griekse drama gezien. Elke nationale democratische keuze van het Griekse volk wordt genegeerd en soms zelfs letterlijk teruggedraaid. In deze harde economische realiteit is de schuldeiser de machthebber. Europa's softpower verworden tot een keiharde rekenmeester, een rol op het lijf van Dijsselbloem geschreven.

Doormodderen

Een echt gezamenlijk en democratisch politiek-economisch bestuur kan problemen aanpakken voordat ze zo groot zijn dat er noodleningen met nauwelijks uitvoerbare hervormingen en bezuinigingen aan te pas komen. Maar hoe verdedig je verdere stappen in Europese integratie na afgelopen weekend? De keuze is echter duidelijk: blijven doormodderen is je neerleggen bij de harde economische wetten. De alternatieven zijn een sprong naar een echt Europees economisch bestuur met goede democratische controle of een ontmanteling van de euro. Mijn hart blijft inzetten op het eerste, maar mijn hoofd vreest dat deze generatie aan Europese leiders het draagvlak daarvoor zo ver heeft uitgehold dat straks alleen nog de tweede optie overblijft. Dat is de meest trieste conclusie van dit weekend.

Dit opinie-artikel verscheen eerder op de website van de Volkskrant.