OPINIE - Op 1 juli zal Kroatië als 28e land toetreden tot de Europese Unie. Een mijlpaal, want nog maar 18 jaar geleden was Kroatië een verscheurd en verwoest land toen er een einde kwam aan een jarenlange bloedige strijd. Toetreding biedt Kroatië perspectief op de duurzame vrede en welvaart die de Europese Unie aan 27 lidstaten heeft gebracht. Die welvaart is voor een groot deel te danken aan de vier vrijheden van de EU: het vrij verkeer van diensten, goederen, kapitaal en van werknemers.

Maar die laatste vrijheid komt er voorlopig niet als het aan Minister Asscher ligt. Hij kondigde vorige week aan dat hij Kroaten voorlopig geen vrije toegang wil geven tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Ze kunnen alleen aan de slag als Nederland hen een tewerkstellingsvergunning geeft. De andere vrijheden gaan wel in, dus Nederlandse investeerders kunnen zich storten op Kroatië, en het Nederlandse bedrijfsleven zal niet treuzelen om de handel met het land te intensiveren.

Als reden voor het kille welkom voor Kroatië in de Europese Unie noemt Asscher de toegenomen werkloosheid in Nederland en de ervaringen met de toetreding van Roemenië en Bulgarije. Kroaten zouden de arbeidsmarkt in Nederland kunnen verstoren. Natuurlijk heeft een minister van sociale zaken de taak om over de werkgelegenheid en het welzijn van werknemers te waken. Helaas draagt het besluit om de arbeidsmarkt voorlopig dicht te houden voor Kroaten daar niet aan bij. Integendeel.

Nog maar anderhalf jaar geleden presenteerde de tijdelijke Kamercommissie Koopmans haar eindrapport "Lessen uit recente Arbeidsmigratie". Over de tijdelijke beperking van het vrije werknemersverkeer van de toetredingslanden Bulgarije en Roemenië is dat rapport kraakhelder. De beperking van het vrije werknemersverkeer had geen invloed op het aantal mensen dat van de toegetreden landen naar andere lidstaten trekt. Het is dus een illusie dat Asscher met deze maatregelen invloed uitoefent op het aantal Kroaten dat naar Nederland komt.

Waar de beperking van het vrije werknemersverkeer wél invloed op heeft, is het aantal mensen dat als 'zelfstandige' komt werken in een andere EU-lidstaat, zo blijkt uit hetzelfde rapport. Het vrije verkeer van diensten kan namelijk niet worden beperkt. Het gevolg is dus dat Kroaten die naar Nederland komen niet als gewone werknemer tegen hetzelfde loon en dezelfde arbeidsvoorwaarden als Nederlandse werknemers aan de slag gaan, maar voor ingewikkelde constructies kiezen die tot uitbuiting en valse concurrentie leiden. Vrij werknemersverkeer is juist dé manier om te voorkomen dat Kroaten zich in allerlei bochten wringen om via asociale constructies toch aan de slag te kunnen in Nederland. De bekendste constructie is schijnzelfstandigheid, waarmee Kroaten aan het werk gezet kunnen worden voor een lager salaris en slechtere arbeidsvoorwaarden dan een Nederlander. Dat wil de minister toch juist voorkomen?

Ik meen bovendien dat minister Asscher de impact van Kroatië op de Nederlandse arbeidsmarkt enigszins overschat. Kroatië telt 4,4 miljoen inwoners. Ter vergelijking: Roemenie heeft 22 miljoen inwoners. Bovendien ligt de welvaart van het land twee keer zo hoog als die in Bulgarije en Roemenië. Kroatië wordt bij toetreding een economische middenmoter in de EU. Waar de inschatting vandaan komt dat Kroatische werknemers de Nederlandse arbeidsmarkt zullen overspoelen is mij dan ook een raadsel.

Asscher schiet niet alleen met een kanon op een mug, maar mist zijn doel ook nog eens volledig. Ik kan niet anders concluderen dan dat de minister dit besluit nam met zijn onderbuik in plaats van zijn verstand. Ondertussen is het signaal dat Nederland afgeeft aan Kroatië "welkom in de EU, maar weet wel dat we jullie eigenlijk niet motten". Helaas is dat een goed voorbeeld van hoe de anti-Europese houding van het vorige kabinet, met steun van de PvdA, stevig doorsijpelt in Rutte II.