Het Lagerhuisdebat is misschien wel de allerbekendste debatvorm. Zet twee rijen van stoelen tegenover elkaar. De ene kant is vóór de stelling; de andere kant tegen. Wie het woord wil, staat op. Maar spreken mag pas als de debatleider je het woord geeft. Een Lagerhuisdebat duurt meestal maximaal tien minuten. Een onfhankelijke jury wijst de winnaar aan. Gelet wordt op inhoud en onderbouwing, houding en stemgebruik en op welke wijze men op elkaars argumenten voortborduurt.

Uit meningsverschillen ontspringt de waarheid

Bij een zuiver debat is altijd sprake van drie partijen: een partij die vóór de stelling of oplossing is, één die tegen is en een derde, onafhankelijke partij die beslist over de uitkomst van het debat. De voor- en tegenstander proberen niet elkaar te overtuigen maar de derde partij. Hierdoor worden ze verplicht om goed naar elkaar te luisteren en om de derde partij helder uit te leggen waarom de argumenten van de ander niet deugen.

Het adagium of de grondgedachte van een zuiver debat luidt: uit meningsverschillen ontspringt de waarheid. Het idee daarachter is dat de voorstander alle argumenten pro en de tegenstander alle argumenten contra zo scherp mogelijk neerzet, zodat de derde partij zich een beeld kan vormen van de ''waarheid'. Onder "waarheid" verstaan we in dit verband: datgene wat tegen het meest kritische licht staande blijft. De derde partij wordt ook wel de zwaardmachthouder genoemd. Met het zwaard des oordeels bepaalt deze welke oplossing het best is. De zwaardmachthoudende partij kan een jury, stemmend publiek of een rechter zijn.

We agree to disagree

"We agree to disagree" betekent: We zijn het erover eens dat we het oneens zijn. Dit houdt in dat debaters, ook al zijn ze het niet met elkaar eens, wel met respect voor elkaar van gedachten kunnen wisselen. Ze zijn juist blij over het feit dat iemand met een tegengestelde mening het debat wil aangaan. Het eens zijn over het feit dat men het oneens is, houdt ook in dat debaters de inspanningsverplichting aangaan om hun standpunt en alle argumenten zo duidelijk mogelijk naar voren te brengen, zodat de toehoorders en zijzelf het beste zicht op de kwestie krijgen.

Wellevendheid als vertrek- en eindpunt

Ongeacht het verloop en de uitkomst van een debat stelt de debater zich hoffelijk en respectvol op ten opzichte van zijn tegenstanders én het publiek. Toespelingen op of verwijzingen naar niet ter zake doende onderwerpen die kwetsend kunnen zijn voor de tegenpartij, worden als niet respectvol gezien en horen niet thuis in een debat. Hetzelfde geldt voor onwelvoeglijk taalgebruik.

Val niet de boodschapper maar de boodschap aan

In een debat gaat het om de boodschap, niet op de boodschapper. Een debater richt zijn pijlen dus niet op de tegenstander, maar op de argumenten die hij of zij naar voren brengt; een debater speelt niet op de man, maar op de bal.

De basishouding: Nee, tenzij ...

De basishouding in het debat is uiterst kritisch. Een debater moet zich tot het uiterste inspannen om de argumenten van de tegenpartij op juistheid en geloofwaardigheid te testen. In een debat klopt iets pas als het tegen het meest kritische licht staande blijft. De grondhouding is derhalve: wat gezegd wordt, klopt niet, tenzij het volstrekt onweerlegbaar is.

Equal arms

Equal arms is het beginsel van de gelijke wapenen. Een debat is een gereguleerde openbare gedachtewisseling waarbij de opponenten gelijke kansen en beschermde spreektijden toebedeeld krijgen. Daarnaast moeten ze gelijke toegang tot kennis hebben en op een eerlijke manier beoordeeld worden. Debaters krijgen dankzij dit beginsel evenveel kans om hun argumenten goed voor het voetlicht te brengen.

Hoor en wederhoor

Debaters hebben het recht van hoor en wederhoor. Dat betekent dat ze tijdens het debat altijd de mogelijkheid krijgen hun eigen argumenten toe te lichten, aan te vullen, of te nuanceren. Dit is de enige mogelijkheid waarop een argument aan kracht kan winnen gedurende het debat.

Wie stelt, moet bewijzen

In een debat gaat het niet louter om standpunten, meningen of kretologie. De stelling móet met argumenten onderbouwd worden.

Zoek het hart van het debat

Debaters hebben de formele en morele verantwoordelijkheid om de kern van het debat steeds te zoeken en niet te ontwijken. Een debater moet hiertoe goed naar zijn tegenstander luisteren, diens argumenten kritisch wegen en ze waar mogelijk weerleggen.

Wat niet gehoord is, is niet gezegd

De debater gaat de inspanningsverplichting aan om argumenten duidelijk over het voetlicht te brengen. Als het publiek een argument niet gehoord heeft, heeft de debater het punt dus niet duidelijk genoeg naar voren gebracht. Het is de schuld van de debater als het publiek een argument niet hoort, niet de schuld van het publiek.

Respecteer de uitkomst

Debaters en toehoorders leggen zich bij die uitkomst neer, ongeacht of zij gelijk hebben gekregen, of niet.