Doel: Deelnemers trainen in debatteren in de raadszaal
Duur: 90 minuten
Benodigdheden: Regels van de raad op papier; actuele lokale casus (initiatiefvoorstel) op papier, bordjes met de namen van de verschillende partijen.
Uitnodigen: raadsleden, indien mogelijk een wethouder, anders iemand die wethouder kan spelen.

De werkvorm is een voorbeeld en is aanpasbaar. Het is een vrij lange werkvorm, dus wellicht handig om op een aparte bijeenkomst uit te voeren.

Je kunt de deelnemers vragen zich van te voren te verdiepen in de achtergrond en standpunten van de partijen die zijn vertegenwoordigd in de raad.

Instructie

De begeleider legt de spelregels van de raad uit en geeft aan hoe een raadsvergadering verloopt (20 minuten).

De groep wordt verdeeld in subgroepen, afhankelijk van de grootte van de groep (maximaal 3 personen per groep). Iedere subgroep vertegenwoordigt een partij uit de gemeenteraad. De subgroepen krijgen de algemene informatie over de casus en extra informatie over het standpunt van de partij die zij vertegenwoordigen. Klik [hier] voor een voorbeeld hiervan.

De subgroepen krijgen een half uur de tijd de vergadering voor te bereiden met elkaar:

  • welke standpunten neemt de partij in?
  • welke vragen heeft de partij om een standpunt in te nemen?
  • wie wordt de woordvoerder?
  • wie zorgt voor de interrupties? (ander persoon)
  • wie geeft na de eerste ronde uiteindelijk het definitieve oordeel?

Plenaire vergadering: begeleider of raadslid zit voor

 

1e ronde

De indienende partij komt als eerste aan het woord en geeft aan wat het voorstel is. Eventueel interruptie door andere partijen, alleen voor vragen ter verduidelijking van het voorstel.

Korte ronde langs alle partijen: wat is het eerste standpunt?

Na de 1e ronde volgt een korte pauze. In deze pauze mogen de partijen bij elkaar langsgaan: wanneer wel of niet akkoord etc. En bepalen eventueel opnieuw het standpunt.

2e ronde

De indienende partij krijgt weer als eerste aan het woord, eventueel met aanpassing van haar voorstel. Mogelijk worden moties of amendementen ingediend. Schorsing is mogelijk om dit weer te bespreken. Andere partijen krijgen hierna het woord met hun eindoordeel.

De voorzitter vraagt om hoofdelijke stemming.

Nabespreken van het debat. Wat ging goed, wat kan anders?

Klik hier voor een voorbeeld van een casus “gratis parkeren” in 'Achterduin'.