Algemene Politieke Beschouwingen, 1 november 2016

 

Voorzitter,

Vier jaar geleden stond ons tijdens de Politieke Beschouwingen nog op haarscherp op het netvlies hoe de mannen Samsom en Rutte hun succes uitgelaten vierden. Binnen zes weken na de verkiezingen waren ze er uit met een regeerakkoord dat beide partijen, die vlak daarvoor nog als kemphanen tegenover elkaar stonden, tevreden moest stellen. Volgens het akkoord deelden VVD en PvdA een onverwoestbaar geloof in de toekomst, maar deelden ze ook een toekomstbeeld, een visie op ons land, onze samenleving? Dat bleek een brug te ver. De noodzaak daarvoor werd vrolijk weggewuifd, een visie is als een olifant die je uitzicht belemmert. Die staat maar in de weg als je lekker aan de slag wilt, met wegen aanleggen of bruggen slaan.

Voorzitter, eerlijk gezegd hielden wij daarom ons hart vast: verbouwwoede zonder een gedegen bouwtekening is immers niet zonder gevaar. De hervormingen zijn er inderdaad gekomen: grootscheepse decentralisaties in het sociale domein, hervormingen in de zorg, de huursector en de arbeidsmarkt. Publiek Nederland is dus flink verbouwd, maar is ons huis steviger geworden, duurzamer, laagdrempeliger, of zijn de fundamenten juist aangetast en raken we aan het wankelen? Tijd om te bezien of zo’n uitruil kabinet voor herhaling vatbaar is.

De decentralisaties en vooral de bezuinigingen die ermee gepaard gingen, maakten gemeenten benauwd: door hun hand op de knip kwamen de zorgbudgetten niet altijd bij burgers terecht. Ook komt de beoogde preventie, zelfredzaamheid, maatschappelijke participatie en versterken van sociale netwerken nog onvoldoende van de grond. Hoe bespoedigt het Rijk als stelselverantwoordelijke deze ontwikkeling? De Transitiecommissie Sociaal Domein wijst het Rijk op zijn rol bij gemeente-overstijgende tendensen zoals het verzwakken van de specialistische jeugdzorg en de toenemende schuldenproblematiek. Ook voor het definiëren van goede en toegankelijke zorg en richtlijnen over privacy is het Rijk aan zet. Heeft het kabinet dat in de peiling en welke maatregelen neemt het? 

Dat de bezuinigingsdoelstelling domineerde, verklaart dat de sociale doelstellingen bij veel hervormingen niet zijn gehaald of zelfs zijn geofferd. Tegelijkertijd is de financiële opbrengst van de bezuinigingen erg onduidelijk, zo becijferde de Algemene Rekenkamer. Van het overgrote deel van de ruim 50 miljard aan bezuinigingen sinds 2011, kennen we niet de effectiviteit.  Het CPB schat bovendien dat ze wel zo’n vijf procent aan economische groei hebben gekost. Erkent de premier dat de evaluatie van bezuinigingen verbetering behoeft, zowel op maatschappelijke, economische en financiële effecten, en zo ja, welke maatregelen neemt hij daartoe?

Voorzitter, de door het kabinet beoogde bruggen zijn in elk geval niet binnen de samenleving geslagen. De tegenstellingen in Nederland zijn sindsdien vergroot,  op tal van terreinen. Soms ondanks en soms dankzij de hervormingen, alle fraaie namen van de wetten ten spijt.

Zo is de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg niet verbeterd. Patiënten en zorgverleners leggen het nog altijd af tegen de macht van zorgverzekeraars. Mensen in de laagste sociaaleconomische klassen leven gemiddeld 6 jaar korter dan mensen uit de hoogste klasse en krijgen zo’n 15 jaar eerder te maken met chronische ziekten. Waarom verzuimen kabinet en zorgverzekeraars om gericht preventiebeleid te voeren? 

De Participatiewet heeft de participatie niet vergroot: met name kwetsbare mensen - arbeidsongeschikten en mensen met een arbeidsbeperking- staan nu juist vaker aan de zijlijn. In plaats van inclusiever geworden, tendeert de arbeidsmarkt naar een survival of the fittest, zo concludeert het Sociaal Cultureel Planbureau. Ruim twee miljoen mensen die willen participeren op de arbeidsmarkt, vinden er geen plek. Ondanks de Wet Werk en Zekerheid (of moet ik zeggen; wet flexwerk en onzekerheid) neemt het aandeel vaste contracten nog steeds af. De flexibiliteit groeit gewoon door en tijdelijke werknemers raken vaker hun baan weer kwijt. Bijna 600.000 mensen leven langdurig in armoede, en ook werk is geen garantie meer om uit die situatie te raken. Armoede en onzeker werk nemen toe en concentreren zich bij laagopgeleiden, met name bij jongeren, alleenstaande ouders en migranten. Hun positie leidt tot maatschappelijk isolement, dat vooral voor hun kinderen desastreus uitpakt.

Voorzitter, ooit was de woningbouwvereniging of corporatie de trots van de Sociaal Democratie. Maar deze coalitie heeft de hoeveelheid sociale woningen voor mensen met lagere en middeninkomens drastisch laten dalen, de huren doen exploderen, het aantal betaalbare woningen doen decimeren en de investeringsmogelijkheden in goedkope en energiezuinige woningen ernstig beperkt. Ook hier verliezen de mensen met lage inkomens het van hen die zich een koopwoning kunnen permitteren. 

In hun rapport ‘gescheiden werelden’, waarschuwden het SCP en de WRR dat hoog‐ en laagopgeleiden mentaal uit elkaar zijn gegroeid. Dan is het extra gevaarlijk dat volgens de Onderwijsinspectie het verschil in kansen in het onderwijs is gegroeid in plaats van afgenomen. Kinderen van rijke ouders brengen het verder dan leerlingen uit een armlastig milieu. Het doel om via het onderwijs meer gelijkheid tot stand te brengen is dus verre van gehaald.

Ook de directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau uitte zijn teleurstelling dat het kabinetsbeleid te weinig verbinding in de samenleving tot stand brengt. Hij wijst op de groeiende etnische tegenstellingen, ondanks het stijgende opleidingsniveau van tweede en derde generatie migranten. Hun werkloosheid is bijna drie keer zo hoog als onder autochtone Nederlanders, terwijl hun kwalificaties steeds meer gelijk trekken. Vergeefs solliciteren is des te frustrerender als je de juiste diploma’s op zak hebt. Deze uitsluiting is schadelijk voor het gevoel bij Nederland te horen en zet ook de integratie op het niveau van de samenleving op achterstand. Putters noemt het een integratieparadox. Rapporten hierover liggen er inmiddels voldoende, mijn fractie wil een gevoel van urgentie zien, en een pakket van maatregelen om deze sluipende tweedeling tegen te gaan. Graag een reactie. 

Ook de globalisering  veroorzaakt een breuklijn, tussen degenen die ervan en degenen die hun zekerheden kwijtraken. Niet zo vreemd, want globalisering zonder regulering versterkt een ongelijke welvaartsverdeling. Maar die treft niet alleen laag opgeleide mensen in de Westerse wereld. In de ontwikkelingslanden zien we nog veel schrijnender negatieve effecten. Denk aan de gevolgen van dumping, van de machtspositie van multinationals en van belastingontwijking voor het handelingsperspectief van die landen, voor de positie van kleine zelfstandigen en werknemers maar ook voor het milieu en de grondstoffen daar. De Millenniumdoelen zijn nog lang niet gehaald, en de klimaatdoelstellingen vragen ook om vertaling richting ontwikkelingslanden. Vrijhandel en globalisering zorgen echt niet vanzelf voor een eerlijke verdeling van welvaart en ontwikkeling. Daar moet de internationale gemeenschap zich voor inzetten.

De groeiende ongelijkheid is echter geen natuurwet die vanzelf hoort bij grensoverschrijdende samenwerking, nee, die wordt bepaald door politieke keuzes. We kunnen er ook voor kiezen om de financiële krachten te beteugelen in plaats van ruim baan te geven, en om beschermende maatregelen te treffen voor de zwakkere partijen. Voor de ontwikkelingslanden betekent dat een radicale keuze voor eerlijke handel en het verhogen van het netto OS budget, voor laagopgeleiden in Europa betekent dat bescherming via wetgeving en sociale vangnetten en meer empowerment door onderwijs en omscholingsprogramma’s. Ziet het kabinet de schaduwzijden van de huidige vrije handel en welke maatregelen neemt het om te zorgen dat iedereen daarvan profiteert?

De instabiliteit in de wereld en met name in het Midden-Oosten heeft het aantal vluchtelingen naar recordhoogte gestuwd. Al meer dan vijf jaar lang aanschouwen we hoe Syrische burgers worden geterroriseerd, niet in de laatste plaats door hun eigen president. Tegelijkertijd worden ze geweerd als ze de buitengrenzen proberen over te vluchten. Het gebrek aan solidariteit met deze vluchtelingen en met de buurlanden die het gros van hen al opvangen, is ontstellend. De VN conferenties dit najaar brachten niet de gehoopte hervestigingsafspraken en de EU komt niet verder dan vrijblijvendheid en schending van afspraken. Welke stappen zet dit kabinet om dat te doorbreken, ook voor zichzelf? En ziet het mogelijkheden voor een krachtiger bijdrage van de EU aan internationale stabiliteit en handhaving van de mensenrechten?

Voorzitter, het is niet zo gek dat mensen die zich buitengesloten of bedreigd voelen en die geen beschermende overheid ervaren, zich gaan afkeren van alles wat onbekend is. Dat is geen uniek verschijnsel in Nederland, in veel Europese landen lijken groepen mensen in de greep van angst en boosheid. De overheid moet haar rol daarin niet kleiner maken dan ze is. Politici hebben invloed op de stemming in een samenleving. Verbindend beleid is cruciaal. Maar ook verbindende taal. Welke boodschap draag je uit, welk voorbeeld geef je? Niet dat mensen maar moeten ‘oppleuren’ naar hun eigen land, tegen Nederlanders met een andere etnische achtergrond die zich op een bepaalde manier gedragen of uiten. Dit is namelijk hun land. Elke keer dat een groep publiekelijk wordt weggezet, neemt de verwijdering binnen de samenleving toe. Het valt niet te onderschatten hoe juist politieke retoriek de angsten en frustraties van mensen kan vergroten en zo ook groepen uiteen kan spelen. Politici hebben de dure plicht zich daarvan rekenschap te geven. 

Overigens behoeft het beeld van een angstige of boze bevolking nodig bijstelling. Er zijn veel mensen die een ruimhartiger vluchtelingenbeleid steunen en zich ook  zelf inzetten voor een succesvolle integratie van vluchtelingen. Ook blijkt uit onderzoek een relatief groot draagvlak voor de Europese Unie. Beide groepen moet zich serieus genomen weten. In dat licht moet het mij van het hart dat ik het optreden van de premier tijdens het proces rond het Oekraïne verdrag niet kan volgen. In de campagne wilde het kabinet zich niet mengen, de uitslag nam de premier meteen over, en na een half jaar radiostilte gaat hij plotseling op de knieën om alsnog te kunnen ratificeren. Alsof hij zowel het referendum als het verdrag voortdurend heeft onderschat en nu van Juncker onder uit de zak heeft gekregen. Ik wens hem veel succes in Brussel, ook al heeft hij daar tot nu toe niet bepaald op aangestuurd. 

Voorzitter, tegenover de energieke verbouwingen staat ook een groot en langdurig zwijgen van dit kabinet, bij allerlei dringende kwesties. Waren de zzp-ers nog een urgent verkiezingsthema, dit kabinet heeft principiële keuzes vermeden en met de wet DBA hun rechtspositie alleen maar onzekerder gemaakt. Ook de pensioendiscussie is vooruitgeschoven.

Sprak het regeerakkoord nog over een ambitieus klimaatbeleid, nu blijkt dat zelfs een rechterlijke uitspraak de bewindslieden niet aan het werk krijgt om de klimaatdoelen te halen. Waarom komt het kabinet niet met meer structurele maatregelen, zoals het sluiten van kolencentrales, meer energiebesparing via vergroening van de belasting en meer capaciteit voor het opwekken van schone energie? Bedrijven hebben het kabinet al lang ingehaald, dringen aan op meer ambities. Dat plaatst de standaard verwijzing naar het energieakkoord in een cynisch en defensief licht.

Voorzitter, na de afschaffing van de melkquota, tegen alle waarschuwingen in, was het wachten op de groeiende veestapel. De Commissie heeft een streep door de fosfaatrechten gehaald, dus wat gaat het kabinet nu verzinnen om volgend jaar de fosfaatproductie terug te dringen?

Ook de cultuursector mist een pro-actieve en betrokken kabinet. De schade van Rutte I is maar mondjesmaat gerepareerd. Steeds meer mensen worden onderbetaald en productiemogelijkheden uitgehold. Een gemiste kans, want een open samenleving vereist een cultuur van debat, waarin kunstenaars, artiesten en journalisten een belangrijke rol spelen.

Voorzitter, ook breed gedragen verzoeken vanuit deze Kamer stuiten op een muur van zwijgen: denk aan de oproep om het individueel klachtrecht bij mensenrechtenverdragen te regelen, of aan het vastleggen van een realistisch sociaal minimum in Caribisch Nederland. Ze worden compleet genegeerd. Zouden de ministers al preluderen op een verzwakte positie van de Senaat, zoals Minister Plasterk onlangs deed voorkomen? Dat lijkt onze fractie niet verstandig. Een parlementaire commissie zal het gehele parlementaire stelsel tegen het licht houden. De Minister had de kabinetsperiode wel kunnen benutten voor een grondige analyse en visie op de bestuurlijke hervormingen. Jammer dat deze ambitie roemloos is ten ondergegaan.

Voorzitter, de balans opmakende, zien wij vooral de nadelen van een uitruilcoalitie. Waar ze slagvaardig was, kon alleen één van de partijen zijn zin doorvoeren en helaas domineerden daarin de rechtse krachten. Waar de partijen elkaar dat ook niet gunden, kwam het kabinet niet verder dan inertie of wat window dressing. Veel maatschappelijke problemen zijn verergerd of blijven liggen. We verwachten geen wonderen de komende maanden, maar kijken toch uit naar de beantwoording door de premier.