Het was een historisch moment: zeven politieke partijen, van links tot rechts, sloegen de handen ineen en presenteerden gezamenlijk de Klimaatwet. Omdat er iets is dat belangrijker is dan onderlinge verschillen. Omdat er iets is dat groter is dan ons eigen belang. Omdat we klimaatverandering alleen kunnen stoppen als we allemaal samenwerken.
Met de Klimaatwet committeren niet alleen deze politici zich aan het nakomen van het klimaatakkoord van Parijs: in de wet is vastgelegd dat iedere toekomstige regering voldoende moet doen om de klimaatdoelen te halen, welke kleur die regering ook heeft.
De Nederlandse Klimaatwet is niet de eerste klimaatwet op de wereld, zeven landen gingen ons voor. Maar deze Klimaatwet is wel een van de meest ambitieuze: in 2050 moet de Nederlandse broeikasgas-uitstoot met 95% zijn verminderd.
Een horizon tot 2050
De Klimaatwet, een initiatief van GroenLinks-leider Jesse Klaver en Diederik Samsom van de PvdA, moet de tragedie van de horizon doorbreken. Dat begrip komt van Mark Carney, de gouverneur van de Bank of England. Bedrijven hebben maar een horizon van een aantal jaar, als ze investeringsbeslissingen nemen, zegt hij. Ze zijn vaak gericht op de kortetermijnwinsten. De horizon van politici is zo mogelijk nog korter. Politici kijken niet veel verder dan de volgende verkiezingen.
Klimaatbeleid is bij uitstek iets dat niet gaat over vier jaar. Iets dat niet gaat over een herverkiezing. Klimaatbeleid vraagt om meerjarig, consistent beleid. Klimaatbeleid vraagt om een horizon die reikt tot 2050. En dat is waar deze wet voor zorgt.