Doel: Deelnemers trainen in debatteren
Duur: 60 minuten
Benodigdheden: Stellingen. Het kan ook interessant zijn om een aantal lokale stellingen te bedenken. Regels van en uitleg over het Lagerhuisdebat. Een klok, stopwatch of zandloper op een tablet/laptop. Liefst zichtbaar voor iedereen.
Uitnodigen: eventueel een debatleider, als dit niet door een van de begeleiders gedaan kan worden.

Debatteren is een vaardigheid die binnen de politiek goed van pas komt. We gaan werken met het Lagerhuisdebat. Een debat met evenveel deelnemers voor als tegen een stelling en een onafhankelijke debatleider.

Werkwijze

De debatleider legt uit wat het Lagerhuisdebat inhoudt en benoemt kort de spelregels van het debatteren (10 minuten).

Iedere stelling wordt kort geïntroduceerd door de debatleider. De groep gaat uiteen in vier subgroepen. Opdracht: ga in discussie over de twee stellingen en achterhaal de argumenten die je gebruikt voor of tegen de stelling. Schrijf die voor jezelf op, want die heb je nodig in het debat (10 minuten per stelling).

De begeleiders zetten twee rijen stoelen tegenover elkaar klaar. Na de voorbereiding wordt de groep in twee gelijke groepen gesplitst door de debatleider. Eén groep krijgt de opdracht vóór een stelling te zijn, de andere tegen. De deelnemers nemen plaats op de stoelen.

De debatleider introduceert nogmaals de eerste stelling. Wie het woord wil, staat op en wacht op een teken van de gespreksleider dat zij/hij mag starten. Er wordt niet door elkaar gepraat.

Na tien minuten stopt de tijd en stopt het debat. De deelnemers bepalen zelf welke groep heeft gewonnen (vijf minuten)

Volgende stelling, zelfde werkwijze.