Europarlementariër Judith Sargentini blogt over haar bezoek aan Tsjaad met de commissie Ontwikkelingssamenwerking. Foto's staan op Facebook.

“Zijn deze kinderen ondervoed omdat ze te weinig calorieën binnen krijgen of omdat het voedsel te eenzijdig is?” vroeg ik de docteur in het ziekenhuis van N'djamena, de hoofdstad van Tsjaad. “Allebei”, antwoorde hij, “maar er zit zeker ook een cultuur-aspect aan.”

Voorbehoedsmiddelen zijn nauwelijks voorhanden. Vrouwen worden dus vaak zwanger. Grote gezinnen zijn normaal in Tsjaad. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd hebben grote kans om te sterven in het kraambed. Het getuigt van kracht om je bevalling helemaal alleen te doen. Dat brengt respect.

Vrouwen willen de baby in hun buik klein houden zodat de bevalling makkelijker gaat. Ze hongeren zichzelf uit in de laatste maanden en eten zo weinig mogelijk. De baby is dus al ondervoed in de buik, de moeder is zwak en geeft te weinig borstvoeding. Als de baby ziek wordt, en dat wordt hij natuurlijk, raden traditionele genezers aan te stoppen met borstvoeding. De borstvoeding zou het kind ziek maken. En zo gaat het van kwaad tot erger.

Het ziekenhuis in de hoofdstad behandelt vierduizend kinderen per jaar. De Europese Unie betaalt de kosten daarvan, twee miljoen euro. Dat hoort de staat Tsjaad natuurlijk zelf te betalen, maar de kans is groot dat het ziekenhuis, dat nu maar vijf procent van de ondervoede kinderen ziet overlijden, meteen een stuk slechter wordt.

Tsjaad loopt nogal achter in de betalingen. Het heeft voor 11,5 miljoen euro aan onbetaalde medicijnrekeningen. Medicijnfabrikanten willen niet meer leveren als er niet betaald wordt. Een ziekenhuis dat zulke zieke kinderen intraveneus moet voeden, kan dan wel opdoeken.

Als een student

De staatsfinanciën van het land zijn zoals die van een student: aan het eind van je geld nog een stuk maand over. Tsjaad heeft olie. En toen de olieprijs hoog stond, ging het wel. Maar er werden verkeerde keuzes gemaakt, onder andere om als ene idioot te gaan bouwen in de stad. Over de hele stad staan onaffe staketsels. Het hotel waar ik in verblijf was bedoeld voor de oliejongens. Die zijn er nu niet.

Tsjaad exporteert ook katoen, vlees en Arabische gom, maar olie vult de staatskas het meest. En zoals vaak met opeens gevonden grondstoffen, gaat een land daar op vertrouwen. Noorwegen spaart van zijn olie en gasopbrengsten, Nederland verjubelt de gasbaten, maar Tsjaad dicht er de gaten in zijn begroting mee.

Buitenlandse hulp

Buitenlandse oliemaatschappijen 'helpen' Tsjaad de olie uit de grond te halen. Het Amerikaanse Chevron was er daar een van. Maar ook het Zwiters-Canadese Glencore en Chinezen doen mee. De regering leende geld van Glencore om Chevron uit te kopen. Dat geld leende Glencore eerst van een verzameling Europese banken: Deutsche Bank, Société Générale en onze ING. De regering betaalt de lening af met vaten olie. Tsjaad sloot een stom contract.

Een lening bij de oliemaatschappij in harde dollars die moet worden terugbetaald in vaten olie, op een flexibele olieprijs. De aflossingstermijnen begonnen laag en lopen op naar mate het einde nadert. Maar de olieprijzen kelderden van 120 dollar per een vat naar dertig dollar. En nu kan Tsjaad kan niet meer aan zijn verplichtingen voldoen.

Aan het eind van het geld is steeds meer maand over. De salarissen van overheidsfunctionarissen worden vaak niet betaald. De onderwijzers staakten en de kinderen gingen maanden lang niet naar school. In januari gingen de scholen eindelijk weer open. Maar voor hoe lang?

We mochten op audiëntie bij de premier. Hij vroeg om een verdriedubbeling van de budgetsteun voor Tsjaad zonder dat hij belofte om bijvoorbeeld het parlement meer bevoegdheid te geven, of het familierecht te veranderen zodat vrouwen voor zich zelf kunnen zorgen en bijvoorbeeld voor geboortebeperking kunnen kiezen. Wat een mismanagement. Wat een onnodig leiden.