"In meerdere opzichten spreken we vandaag over een overgangsbegroting. In de eerste plaats omdat deze begroting is ingediend op een moment dat zich een broos herstel van de economie aankondigt. Waar het debat over de begroting vorig jaar gedomineerd werd door de maatregelen van het kabinet om de financiële crisis te bedwingen en de gevolgen van de daaropvolgende recessie in de reële economie te temperen, gaat het nu om de vraag welke steunmaatregelen voortgezet moeten worden en welke kunnen worden afgebouwd", zo begon Jan Laurier zijn bijdrage aan dit debat.

In de tweede plaats is dit een overgangsbegroting omdat
tevens de vraag aan de orde is hoe de
overheidsfinanciën weer op orde gebracht moeten
worden. Over de omvang en tempo van de
bezuinigingen die daarvoor noodzakelijk zijn,
verschillen de meningen, maar dat er bezuinigd
dient te worden is onomstreden.
Beide aspecten staan niet los van elkaar.
Het economisch herstel is broos en dus kwetsbaar.
Eén zwaluw maakt nog geen lente, al te rigoureus
bezuinigen kan het voorzichtige herstel immers
schaden. Van verschillende kanten wordt daarvoor
gewaarschuwd. Het CPB doet dat door in de Macro
Economische Verkenningen te verwijzen naar het
eerste gebod van Olivier Blanchard en schrijft: "In
de huidige economische omstandigheden is een
overhaaste bezuinigingsoperatie niet op zijn plaats,
omdat dan het economisch herstel onnodig wordt
bemoeilijkt." Dat kan niet verstopt worden achter
de simpele zin: snoeien is groeien. Iedereen die
ooit in een schooltuintje heeft rondgelopen, voordat
die in het kader van de bezuinigen op natuur- en
milieueducatie, zo'n linkse hobby, waren
verdwenen, weet dat onverstandig snoeien tot een
hoop ellende kan leiden, zoals de dood van bomen,
bloemen en planten. De vraag is dan ook in
hoeverre het hier gekozen evenwicht aan dat
tweede gebod van Blanchard voldoet. Kan de
minister dat toelichten? Kan hij daarbij ook ingaan
op de ontwikkelingen zoals we die In Griekenland,
Spanje, Portugal en Ierland zien en de wijze waarop
de VS op dit moment hun economie proberen te
versterken.
Een noodzakelijke voorwaarde voor herstel
is vertrouwen. Hoe beoordeelt de minister de
zorgen over de aangekondigde bezuinigingen? De
WSW en de Wajong zijn al een aantal keren
langsgekomen. Hoe ziet de minister de onrust die
veel mensen over hun pensioen hebben? Hoe kijkt
hij aan hij tegen de oproep van zijn partijgenoot en
mijn stadsgenoot, de heer Brinkman, over de bouw,
waar de recessie zeker nog niet voorbij is, zodat
steun nog zeker nodig zal zijn?
Er is nog een derde reden waarom deze
begroting een overgangsbegroting genoemd kan
worden. Zij markeert immers tegelijkertijd de
overgang tussen het demissionaire kabinet van CDA
en ChristenUnie enerzijds en de conservatieve
regering van VVD en CDA met gedoogsteun van de
PW anderzijds. De verleiding is groot, in dat
verband op de financiële aspecten van het gedoogen
regeerakkoord in te gaan, maar op dat punt zal
ik me beheersen. Volgende maand is immers hier
het debat over deze akkoorden. Toch is er in dat
verband wel een punt dat mijn fractie bijzonder
interesseert. De minister sprak bij de presentatie
van de Miljoenennota over het zwaluwstaarten van
deze begroting enerzijds en over de financiële
VOLLEDIG ONGECORRIGEERD STENOGRAM EERSTE KAMER, niet voor citaten en niet voor correcties. Aan deze
tekst kan geen enkel recht ontleend worden.
24 / 75 stenogram van de vergadering d.d. 9 november 2010
ambities van het nieuwe kabinet anderzijds. Hoe
moeten we ons dit nu precies voorstellen? Wat zijn
precies de maatregelen in deze begroting die bij het
oude kabinet horen en welke keuzes in deze
begroting zijn nu toe te schrijven aan het
wensenlijstje van het nieuwe kabinet? Kan de
minister dit toelichten? Kan hij daarbij ook ingaan
op een aantal vrij scherpe kwalificaties van de heer
Biermans, die het oude kabinet beschreef als een
kabinet met de stoffige koffer van
belastingverhoging en als een kabinet met een
onvoorzichtige aanpak van de economische
vraagstukken? Graag daarop een reactie.
Ook mijn fractie onderschrijft de noodzaak
tot bezuinigen, maar dat betekent niet dat we alle
bezuinigingen die in deze begroting voorzien zijn
toejuichen. Een aantal staat haaks op wat wij
denken dat noodzakelijk is om Nederland een goede
en gezonde toekomst te bezorgen. De
aangekondigde bezuinigingen op het budget voor
de kinderopvang, inburgering, het
participatiebudget, de WSW en zorg zijn niet de
keuzes van mijn fractie. Kan de minister toelichten
hoe de bezuinigingen op de kinderopvang, het
participatiebudget en de WSW zich verhouden tot
de opvatting dat we straks iedereen nodig hebben?
Kan de minister aangeven hoe een deel van de
bezuinigingen zich verhoudt tot de eis die aan een
beschaving gesteld mag worden dat mensen met
een handicap, een chronische ziekte of gebreken
omdat het voortschrijden der jaren hun tol eisen,
volwaardig moeten kunnen deelnemen aan de
samenleving?
Op dit punt heeft mijn fractie ook een nog
meer specifieke vraag aan de minister. De
miljoenennota is door Sociale Zaken doorgerekend
op de inkomenseffecten voor 2011. In deze
begroting worden echter ook voor de jaren daarna
bezuinigingen aangekondigd. In het regeer- en
gedoogakkoord zijn deze bezuinigingen integraal
meegenomen. Bij de doorrekening op de
inkomenseffecten van het regeer- en
gedoogakkoord zijn de maatregelen uit de
Miljoenennota buiten beschouwing gebleven. Wat
betekent dat nu precies. Komen de aangekondigde
maatregelen voor de periode na 2011 in het geheel
niet in de koopkrachtplaatjes terug? Graag een
reactie van de minister hierop. Als het antwoord op
deze vraag ja is, dan ziet mijn fractie graag voor
het debat over het regeer- en gedoogakkoord in dit
huis de effecten van deze maatregelen op de
koopkrachtplaatjes in beeld gebracht. Kan de
minister dat toezeggen?
In al mijn bijdragen in voorgaande jaren
heb ik namens mijn fractie aandacht gevraagd voor
vergroening van de economie. Ik constateer dat de
ambitie op dat terrein alleen maar vermindert.
Terwijl het moment van de ingrijpende sanering
van de overheidsfinanciën juist een punt markeert
waarop scherpe keuzes gemaakt moeten worden,
laat ook het oude kabinet, overgenomen door de
nieuwe minderheidscoalitie, inclusief gedogers, het
tij verlopen. Tegenover de pijnlijke maatregelen die
genomen worden en die grote groepen van de
bevolking en dan met name de mensen met lagere
en middeninkomens treffen, laat het kabinet na op
terreinen waar werkelijk ingrijpende hervormingen
noodzakelijk zijn, stappen te nemen. Ik noem drie
voorbeelden.
Vergroening: grofweg geeft de Nederlandse
overheid nog altijd zo'n 7,5 mld. aan
belastingvoordelen aan het gebruik van vuile
energie. Daarbij gaat het om kolencentrales, de
staalindustrie en de glastuinbouw. Verdere
vergroening stopt daar in feite.
Een tweede noodzakelijke verandering is die
van de woningmarkt. Terwijl huren en kopen
gelijkwaardig behandeld zou moeten worden,
houden we een systeem in stand dat kunstmatig de
prijzen van huizen opdrijft, namelijk de
hypotheekrenteaftrek. Bijna jaar op jaar wordt op
de huursubsidie bezuinigd en wordt de kloof tussen
de noodzaak tot huren en de mogelijkheid tot
kopen groter. Die kloof is inmiddels zo groot dat er,
mede als gevolg van de door het vorige
onderhandelde beperking van de toegankelijkheid
van de sociale volkshuisvesting, een gat dreigt te
ontstaan voor huishoudens die pakweg tussen de
€33.000 en €43.000 bruto per jaar verdienen. Met
het systeem van hypotheekrenteaftrek, die dat gat
slechts groter maakt, is jaarlijks een
belastingderving van 12 mld. gemoeid. Op die twee
bedragen wordt niet bezuinigd. Daarmee heeft ook
het oude kabinet, waarvan de begroting hier wordt
gepresenteerd, een aantal keuzes gemaakt.
Een laatste grote noodzakelijke verandering
betreft de arbeidsmarkt. In de jaren die komen,
zullen we als gevolg van vergrijzing iedereen die
kan werken nodig hebben. Dat vraagt om
investeren, met name in mensen. Op dat terrein
kan nog heel veel verbeterd worden, juist daar
waar het gaat om mensen die grote moeite hebben
om de aansluiting met de arbeidsmarkt te vinden of
te houden. Het is wel heel gemakkelijk bezuinigen
door de verantwoordelijkheid voor het overbruggen
van die afstand bij de individuen of bedrijven te
leggen. Dat vraagt ook om investeringen van de
overheid. De maatregelen van dit kabinet
overziende, is de visie vooral budgetgeleid en
ontbeert er werkelijk zicht op wat nodig is. Daar
gaan we dus geen wereld mee winnen.
Ik rond af. Mijn fractie onderschrijft de
noodzaak van bezuinigingen in het licht van de
houdbaarheid van de overheidsfinanciën in de
toekomst. De begroting bevat ook zeker voorstellen
waar mijn fractie zich in kan vinden. Echter, de
toekomst draait om meer dan alleen een gezonde
financiële huishouding van de overheid. Er is veel
meer werk aan de winkel. Op dat punt is mijn
fractie teleurgesteld. De visie ontbrak, ontbreekt en
blijft ontbreken.
Wij wachten de beantwoording van vragen
en de reactie op kanttekeningen en opmerkingen
met bijzonder grote belangstelling af.