"Studenten maken zich zorgen. Ze bezetten universiteiten en blokkeerden de ingang van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de dreigende bezuiniging op het onderwijs tegen te gaan. Terecht. Want ook al moeten we fors gaan bezuinigen op de overheidsuitgaven, één ding staat voor mij als een paal boven water. Niet op onderwijs. Daar moet meer geld naar toe. Juist nu, juist daar." Zo begint het opiniestuk van GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi dat vandaag in de Volkskrant is verschenen.

Maar ik zou de studenten wel willen voorhouden dat willen investeren in onderwijs iets anders is dan nee zeggen tegen elke mogelijke hervorming. Het is iets anders dan bangig alles bij het oude willen houden. Kijk bijvoorbeeld naar de studiefinanciering. Ik kan er echt met mijn pet niet bij dat er partijen zijn die dat willen houden zoals het is. De basisbeurs bedraagt op dit moment 266 euro per maand, terwijl de gemiddelde kamerhuur 356 euro is. Alleen al om de huur te betalen komen studenten 90 euro tekort. De studenten met ouders die ietsje meer verdienen dan modaal, worden geacht hun handje op te houden bij papa en mama. Studenten met ouders die minder verdienen, hebben recht op de aanvullende beurs van maximaal 240 euro. Zij kunnen daarmee hun kamerhuur betalen en de verplichte zorgverzekering afsluiten. Maar ook voor hen is dan het geld op. Ook zij hebben dan nog geen eten, geen studieboeken, geen kleding, geen telefoonrekening, geen collegegeld betaald.

Kortom studenten in Nederland moeten wel werken en lenen, tenzij hun ouders grif honderden euro’s per maand kunnen én willen betalen. Studenten werken gemiddeld dan ook twee a drie dagen per week. Tijd die niet besteed wordt aan de studie, waar ze toch ook zo’n 40 uur per week voor moeten uittrekken. Zeker als we willen dat ze het goed doen en niet de kantjes er vanaf lopen. Studenten lenen gemiddeld 400 euro per maand, resulterend in een studieschuld van zo’n 20.000 euro. Met name voor jongeren die weten dat ze niet kunnen terugvallen op hun ouders, is dat een enorme drempel om over heen te stappen.

Ik heb nog een ander probleem met de huidige studiefinanciering. Door Wouter Bos ooit bondig samengevat: de slager op de hoek betaalt mee aan de studie van de advocaat. Het Centraal Planbureau formuleert het iets gewichtiger: “subsidies aan het hoger onderwijs leiden tot inkomensoverdrachten van de gemiddelde belastingbetaler naar de groep toekomstig welgestelden”. Natuurlijk heeft de samenleving baat bij een hoog opgeleide bevolking, maar ook de individuele student profiteert daar van. Zijn inkomen ligt dankzij de studie zo’n 12% hoger. Het is daarom niet onredelijk van afgestudeerden te vragen de investering die de samenleving in hem of haar heeft gedaan deels terug te betalen.

Dat is wat GroenLinks al jaren bepleit met het voorstel voor een studieheffing. Studenten krijgen een inkomen waar ze van rond kunnen komen en dragen later naar draagkracht bij aan de kosten van nieuwe generaties studenten. Het gaat om een minimale extra belasting die mensen pas gaan betalen als ze meer verdienen dan het modaal inkomen.

Niet alleen de studieheffing is een veel besproken alternatief voor de huidige studiefinanciering. Ook een sociaal leenstelsel wordt vaak als optie genoemd. De VVD is daar bijvoorbeeld voorstander van. Zeker bij de VVD moet ik dan al snel denken aan een leenreclame denken. En we weten allemaal dat je dan goed op de kleine lettertjes moet letten.

Met een sociaal leenstelsel betaalt de slager niet meer voor de advocaat, maar studenten moeten zich nog wel steeds enorm in de schulden steken. Bovendien is de verpleegkundige een veel groter deel van haar inkomen kwijt aan het terug betalen dan de medisch specialist. Met een studieheffing draag je na afloop van je studie meer terug als je er ook meer profijt van hebt gehad. De medisch specialist betaalt meer dan de verpleegkundige, de hoogleraar meer dan de basisschoolleraar.

In het verleden streden we zij aan zij met de Landelijke StudentenVakBond en de PvdA voor een studieheffing. Inmiddels durven deze partijen zich er niet meer onomwonden voor uit te spreken. Waarom is mij een raadsel. De studieheffing is immers rechtvaardiger, voorkomt leenangst én stelt studenten in staat zich te concentreren op hun studie. Dat is nodig om af te komen van de zesjescultuur. Dat is nodig om de kwaliteit van ons hoger onderwijs te verbeteren. Dat is nodig om Nederland voor te bereiden op de toekomst die voor ons ligt.

Tofik Dibi, Tweede Kamerlid GroenLinks

 

Dit opiniestuk is 29 maart 2010 verschenen in de Volkskrant.