Het Europees Parlement volgt met toenemende bezorgdheid de ontwikkelingen op de Molukken en andere delen van Indonesië.

Joost Lagendijk roept op kritisch te blijven ook al vinden we dat Wahid de zaken serieus aan lijkt te pakken.

Volledige tekst van de bijdrage van Joost Lagendijk in debat over de situatie op de Molukken, in Straatsburg 6 juli 2000:

Lagendijk (Verts/ALE). - Mevrouw de Voorzitter, collega's, het is steeds duidelijker dat het geweld op de Molukken geen chaotisch spontaan gevecht is tussen lokale bevolking, tussen lokale moslims en christenen. Het is een brutale machtsstrijd en goed geregistreerd gevecht tussen onderdelen van het leger, tussen de regering en tegenstanders van de regering ten koste van de lokale bevolking.

Aan de ene kant staat de Laskar Jihad, een groep fanatieke moslims gesteund door delen van het leger. Aan de andere kant speciale politietroepen die de christenen steunen. Met andere woorden, het veiligheidsapparaat dat garant zou moeten staan voor stabiliteit, is verdeeld over beide kampen.

De boodschap die het Europees Parlement wat mij betreft aan president Wahid zou moeten sturen, en in die zin kan ik hopelijk collega Maij-Weggen geruststellen, is dat wij aan de ene kant kritisch blijven over de voortgang en de snelheid van de hervormingen. Over de status van de mensenrechten en over de wijze waarop de regering de burgers op de Molukken beschermt. Aan de andere kant zou de boodschap ook moeten zijn dat wij hem steunen in zijn strijd tegen die delen van het leger die democratische hervormingen sowieso pogen te ondermijnen, in zijn strijd tegen mensen als Amien Rais, de voorzitter van het Volkscongres die bijvoorbeeld de Laskar Jihad toegewijde jongeren het hart voor de natie heeft genoemd. In die zin verdient hij onze steun, maar ik wil ook dat wij kritisch blijven over zaken die nog niet goed gaan in Indonesië.