GroenLinks en D66 zijn blij met de steun van PvdA en VVD voor de verruiming van de winkeltijdenwet. Daarmee is een meerderheid van de Tweede Kamer voor de initiatiefwet die gemeenten de volledige vrijheid geeft om zelf te bepalen of en hoe vaak de winkels op zondag open mogen. Nu is het nog zo dat ondernemers in veel gemeenten de winkeldeur op zondag dicht moeten houden omdat hun gemeente niet toeristisch genoeg is. Morgen gaat de behandeling van de initiatiefwet van GroenLinks en D66 verder.
Met de initiatiefwet kunnen gemeenten voortaan helemaal zelf beslissen of en hoe vaak hun winkels op zondag open mogen. Als winkels het hele weekend geopend zijn, geeft dat mensen meer vrijheid hun huishouden te organiseren. Ook zorgt zondagopenstelling voor hogere inkomsten voor ondernemers en genereert het economische groei en banen. Indiener Kees Verhoeven (D66): “We zijn al ruim 20 jaar bezig om de winkeltijden te verruimen. Nu lijkt het eindelijk te gaan lukken. Ondernemers zullen er blij mee zijn en veel mensen die op zondag boodschappen willen doen ook. Daarbij geeft het de economie en werkgelegenheid een boost.”
Liesbeth van Tongeren (GroenLinks): “Ik ben natuurlijk erg met steun van VVD en PvdA voor ons initiatief. Voor GroenLinks staat voorop dat gemeenten zelf moeten kunnen bepalen wanneer winkels open mogen zijn. Een gemeente kan kiezen voor nul koopzondagen per jaar of iedere week een koopzondag te hebben. Openstelling op zondag maakt het voor alleenstaanden en tweeverdieners makkelijker hun boodschappen te doen. Het is dan aan winkels zelf om op een andere dag gesloten te zijn."
Het aanpassen en verruimen van de winkeltijdenwet stamt al uit 1985, op initiatief van D66-Kamerlid Louise Groenman. In 1996 leidde dit tot 12 koopzondagen per jaar. Meer was alleen mogelijk via de zogenaamde toerismebepaling die in de lokale praktijk tot veel verwarring leidt. In 2009 diende GroenLinks een amendement in waarmee gemeenten over het aantal koopzondagen mochten beslissen. Onder kabinet Balkenende IV was daar echter geen meerderheid voor.