GroenLinks Europarlementariër Kathalijne Buitenweg bekeek de begroting 2002 van de instellingen van de EU en heeft een aantal kritische kanttekeningen.



klik hier voor de integrale tekst

De belangrijkste punten van Buitenweg als rapporteur in een reactie aan het Parlement waren: efficiëntere en 'groenere' werkwijze van de instellingen, geen uitbreiding van de uitvoerende activiteiten van de Raad en reeds nu investeren in de uitbreiding van de EU. De uitbreiding van de Europese Unie zal reeds nu consequenties hebben op de begroting van volgend jaar. Investeringen in extra gebouwen en personeel, voor onder andere vertaaldiensten, zijn noodzakelijk om een uitbreiding mogelijk te maken. Met deze investeringen kan niet worden gewacht tot toetreding een feit is. Daar moet nu op geanticipeerd worden.

Buitenweg heeft kritiek op de huidige werkwijze van de Europese instellingen, als het Hof van Justitie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers. Zij pleit voor een managementstructuur waarbij beleidprioriteiten en doelstellingen gedefinieerd worden, zodat het bestedingpatroon van de instellingen inzichtelijker en efficiënter gemaakt wordt.

Daarnaast moet de voorbeeldfunctie van de Europese Unie terug te vinden zijn in de werkwijze van haar instellingen. Gelijke behandeling, non-discriminatie, moet de basis zijn van het personeelsbeleid van Europa en dus ook van de instellingen van de Europese Unie. Ook moeten de instellingen 'vergroenen'. Milieuvriendelijk gebouwbeheer bijvoorbeeld en een mobiliteitsplan voor het personeel.

De begroting van de Raad van Ministers, de meest machtige instelling van de EU, kent een forse groei. Oorzaak is de groei van uitvoerende activiteiten van de Raad. Dit is een kwalijke ontwikkeling vindt Buitenweg van Groenlinks. Sluipenderwijs onstaat op deze manier een schaduw-Commissie, een tweede instelling waar de uitvoering van dagelijks Europees beleid plaatsvindt.

Het gentlemen´s agreement, dat stelt dat de Raad en Parlement elkaars begroting niet wijzigen, is volgens Buitenweg alleen van toepassing op administratieve uitgaven. GroenLinks vindt dan ook dat het Parlement het operationele of uitvoerende deel van de uitgaven van de Raad, zoals het veiligheids- en defensiebeleid, wel mag en zelfs moet controleren.

Volledige tekst van aangenomen resolutie



De integrale schriftelijke tekst van Kathalijne Buitenweg, GroenLinks Europarlementariër. "De richtlijnen voor de begroting van de "overige instellingen" 2002:

Kathalijne Buitenweg, 3 april 2001:

We staan aan het begin van de begrotingscyclus. Het rapport dat nu voorligt gaat nog niet in op details, maar geeft de hoofdlijnen aan van de inzet van het Parlement. Ik wil mijn collegae bedanken dat zij deze restrictie hebben gerespecteerd. Zeer binnenkort zullen we nadere invulling geven aan de begroting voor de overige instellingen voor 2002. Ik zal mij ervoor inzetten dat de goede samenwerking dan gecontinueerd wordt.

Wat zijn de belangrijkste punten uit het rapport?

Allereerst voorzitter, de uitbreiding. Het zal niemand verbazen dat dit, ook voor de begrotingcommissie, de belangrijkste uitdaging voor de komende jaren is. Wij kunnen niet met de handen over elkaar afwachten tot het moment daar is. De instellingen moeten klaar zijn om de kandidaat-lidstaten te ontvangen. Daarom vragen wij aan alle instellingen meerjarenplannen te ontwikkelen waarin de implicaties van de uitbreiding in kaart worden gebracht, onder meer voor de vereiste extra gebouwen en personeel, en met name de gevolgen voor de vertaaldiensten. De voorbereiding vraagt kosten, nog voordat de uitbreiding een feit is. De financiële vooruitzichten moeten dan ook toereikend zijn voor deze extra noden.

Voorzitter, een ander belangrijk punt is efficiëntie. Wij zijn de belastingbetaler een strakke begrotingsdiscipline en gezond financieel beheer verschuldigd. Activity Based Management, en Activity Based Budgetting zullen daartoe bijdragen. Vandaar dat wij de instellingen vragen hun begroting op deze wijze meer inzichtelijk maken. Interinstitutionele samenwerking kan ook bijdragen aan efficiënter gebruik van middelen. Waar mogelijk moet dit dan ook worden verbeterd en uitgebreid.

Maar Voorzitter, de instellingen moeten meer laten zien dan begrotingsdiscipline. Zij dienen een voorbeeldfunctie te vervullen. Ik noem twee gebieden waarop ik dat met name van belang vind.

Gelijke behandeling, niet alleen van mannen en vrouwen, maar ook ongeacht alle discriminatiegronden die in artikel 13 van het Verdrag worden genoemd, zou de basis van ons personeelsbeleid moeten zijn. Ik vraag dan ook van de instellingen te identificeren welke hinderpalen die gelijke behandeling in de weg staan, welke maatregelen nodig zijn om deze barrières te slechten, en welke budgettaire gevolgen dit heeft.

Ik sluit niet uit dat ook het vergroenen van de instellingen aanpassingen in de begroting vergt. Maar waar wij in het Milieu Actieprogramma práten over de voorbeeldfunctie van de overheid, kunnen we hier de daad bij het woord voegen. De instellingen dienen gebruik te maken van de wijziging in de EMAS-richtlijn, waardoor nu ook organisaties, zoals de onze, deel kunnen nemen aan het communautair milieubeheer- en auditsysteem.

Voorzitter, ik zou graag alle 35 paragrafen uit het rapport hier uitgebreid met u bespreken. Maar ik moet mij beperken. Niet alleen vanuit menselijk oogpunt voor de collegae hier, maar ook vanuit budgettair oogpunt. Het moet tenslotte allemaal vertaald worden, en schriftelijk verspreid. Wij manen de andere instellingen tot het ontwikkelen van plannen om de ongebreidelde groei van het werk voor de vertaaldiensten tegen te gaan. Maar goed voorbeeld doet volgen.

Ik beperk mij daarom tot het aanstippen van een aantal zaken, zoals het belang van zo snel mogelijk aflossen van gebouwen via kapitaalinjecties, het opstellen van een statuut voor Europese politieke partijen en een statuut voor de assistenten.

Iets meer zal ik toch zeggen over de begroting van de Raad. Die begroting kent een forse groei. Ik misken niet dat intern veel herschikt wordt, en dat een strakke begrotingsdiscipline wordt nagestreefd. Het is echter gewoon zo, dat de Raad steeds meer uitvoerende activiteiten in haar begroting opneemt. Zo ontstaat sluipenderwijs een soort schaduw-Commissie; een tweede instelling waar de uitvoering van Europees beleid plaatsvindt. Dit is een kwalijke ontwikkeling. Het parlement moet zich niet aan de kant laten zetten door de opname van deze uitgaven in de Raadsbegroting uit angst voor het verbreken van het gentlemen´s agreement. Het is té belangrijk dat de uitgaven voor het Europese veiligheids- en defensiebeleid inzichtelijk worden gemaakt. Dit kan desnoods ook in de Raadsbegroting, via het creëren van een apart hoofdstuk. Alleen met een transparante begroting kan het Parlement democratische controle uitoefenen op de besteding van de Europese gelden.

Dit onderwerp toont maar eens te meer dat de begroting niet zozeer een technisch financiële, maar vooral een politieke kwestie is.

Naar boven