Het Nederlandse kabinet geeft toestemming voor de bouw van vier nieuwe kolencentrales. Deze kolencentrales stoten samen evenveel kooldioxide uit als 6 miljoen auto’s. Volgens minister Cramer van Milieu zullen deze nieuwe kolencentrales geen CO2-monsters worden, want er zal gebruik gemaakt gaan worden van CO2-opslag. Maar dat is een onbewezen, inefficiënte en vergankelijke techniek.

Als we de klimaatcrisis willen afwenden en de wereldwijde temperatuurstijging tot twee graden willen beperken, dan moeten we de CO2-uitstoot voor 2020 met minimaal dertig procent beperken. Op lange termijn zijn grotere reducties nodig. Nu schermen met maatregelen die pas in de toekomst vruchten kunnen afwerpen is een grote gok met de toekomst van onze kinderen. Kolencentrales zullen nog lang bijdragen aan onze elektriciteitsproductie. Maar hun aandeel uitbreiden is de verkeerde weg.

Allereerst is nog volstrekt onduidelijk of de uitgestoten CO2 inderdaad op zo'n grote schaal kan worden opgeslagen. De projecten voor CO2-opslag in Noorwegen, Canada en Algerije zijn experimentele projecten, waarbij het gaat om de opslag van ongeveer één miljoen ton CO2. Dit mag veel lijken, maar als je bedenkt dat de jaarlijkse uitstoot van CO2 wereldwijd zeven miljard ton bedraagt, dan stelt het weinig voor. Het is twijfelachtig of we op korte termijn grote hoeveelheden CO2 kunnen opslaan in de bodem. Het vertrouwen op CO2-opslag om de klimaatcrisis af te wenden is dan ook ongegrond.

Een tweede kanttekening bij de opslag van CO2 is dat dit onze energieproductie sterker afhankelijk maakt van kolencentrales. Uiteindelijk moeten we af van deze allesbehalve duurzame, inefficiënte manier van energieproductie. De efficiëntie van oude kolencentrales is 30 procent. Bij nieuwe kolencentrales ligt dat percentage tussen de 43 en 46 procent. Door CO2-opslag daalt de efficiëntie van kolencentrales nog eens met 12 procentpunten, omdat het proces van opslag en afvangen ook energie kost. Daar komt bij dat onder gunstige omstandigheden slecht maximaal 87 procent van de uitgestoten CO2 kan worden afgevangen en opgeslagen.

Het is prima als verder onderzoek wordt gedaan naar de toepassing van CO2-opslag. Maar energieproducenten zullen daar zelf in moeten investeren. In Noorwegen betalen bedrijven die zelf geen CO2 opslaan 40 euro per uitgestoten ton CO2. Met dat geld wordt onderzoek bekostigd. Als het eenmaal mogelijk is op grote schaal CO2 op te slaan, dan kunnen producenten via het Europese systeem voor de emissiehandel gestimuleerd worden hiervan gebruik te maken. Als ze voor veilig opgeslagen CO2 geen emissierechten hoeven te kopen en die emissierechten een fatsoenlijke prijs hebben, dan wordt CO2-opslag vanzelf een interessante optie voor energieproducenten. Overheidssubsidies zouden in elk geval niet moeten gaan naar deze onbewezen, inefficiënte en vergankelijke techniek.

De Nederlandse overheid vindt dat nieuwe Nederlandse energiecentrales klaar moeten zijn voor CO2-opslag. Dat klinkt goed, maar in werkelijkheid stelt het weinig voor. Het komt erop neer dat bij de bouw van nieuwe kolencentrales ruimte moet worden gereserveerd voor eventuele toekomstige CO2-opslag. Tegelijkertijd investeert het Nederlandse kabinet zelf 80 miljoen in onderzoek naar CO2-opslag. Het zou veel verstandiger zijn om afspraken te maken met energieproducenten om hun CO2-uitstoot voor 2020 met 30% terug te dringen. Ze kunnen dan kiezen voor CO2-opslag of voor investeringen in duurzame energie. En het overheidsgeld? Dat moet gewoon worden geïnvesteerd in duurzame energie.