Na een storm van protest op het Amerikaanse traineren van het Internationaal Strafhof, is het nu angstvallig stil. Het Europees Parlement debatteerde deze week over hoe het verder moet met het Strafhof. GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk vindt dat de EU moet waken voor te grote concessies aan de Verenigde Staten.

Het Internationaal Strafhof, dat in Den Haag gevestigd is, kan personen vervolgen voor genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. De Europese Unie is warm pleitbezorger van het Internationaal Strafhof. De Verenigde Staten zijn bang dat haar burgers voor het Internationale Strafhof in Den Haag moeten verschijnen en willen dit stukje soevereiniteit niet opgeven.

Compromis

Lagendijk wil voorkomen dat het Strafhof door bilaterale verdragen met de VS verder wordt ondermijnd. De VS wil zo uitlevering van haar onderdanen voorkomen. De Amerikaanse lobby voor deze bilaterale verdragen zorgt voor grote onrust en onenigheid in Europa. Daarom pleit Lagendijk voor een compromis tussen de VS en EU over het Strafhof. “Gezien de continue tegenwerking van de VS tegen de huidige inrichting van het Internationaal Strafhof, en de verdeeldheid die dat zaait in Europa, is het een noodzakelijk kwaad om tot een compromis te komen. Dit compromis mag echter niet de essentie van het Strafhof aantasten.”

Hier de bijdrage van Joost Lagendijk tijdens het debat in het Europees Parlement over het Internationaal Strafhof op woensdag 25 september 2002:

Lagendijk (Verts/ALE). - Voorzitter, collega's, we zijn bezig aan een buitengewoon merkwaardig debat. Terecht, zeer terecht, wordt er in deze zaal brede steun uitgesproken voor het Strafhof en wordt er breed verzet aangetekend tegen de opstelling van de Verenigde Staten die het Strafhof in de kiem willen smoren. Een laatste voorbeeld daarvan zijn de bikkelharde bewoordingen in het nationale veiligheidsplan dat deze week is gepresenteerd. Maar collega's, helaas is daar buiten deze zaal geen discussie meer over. De heer Möller heeft dat al aangegeven. Er wordt gewerkt aan een compromis in de Raad.

De vraag is niet langer of er uitzonderingen moeten komen, maar hoe groot de uitzonderingen worden die aan de Verenigde Staten worden toegestaan. Daarmee wordt voor het Parlement, en voor iedereen die het Strafhof een goed hart toedraagt, een duivels dilemma geschapen. Want de keuze is: ofwel geen compromis, en dat betekent een verdeeld Europa en een continue tegenwerking van de Verenigde Staten, ofwel kiezen voor het beperken van de schade. Bijvoorbeeld, door de uitzondering te beperken tot soldaten met vredesmissies. Met als gevolg: eenheid in Europa, geen continue tegenwerking van de Verenigde Staten en wellicht intrekking van die duivelse The Hague Invasion Act. Dat is de werkelijke keuze waar we voor staan, collega's, of wij het nu leuk vinden of niet.

Daarmee rijst de cruciale vraag - en ik doe tegelijk een oproep aan de heer Möller, als voorzitter van de Raad -, of het Strafhof door dit compromis blijvend en structureel wordt ondermijnd. Daar ligt voor mijn fractie de grens. En ik roep de heer Möller ertoe op daar de grens te trekken voor de bereidheid van de Raad om een compromis te sluiten.