Een uitgelekt onderzoek van het Waarnemingscentrum voor Racisme en Xenofobie (EUMC) over antisemitisme in Europa concludeert dat de daders veelal moslimjongeren zijn. Het EUMC vindt haar onderzoek echter te mager voor openbaring en kondigt een vervolgonderzoek aan. Tegenstanders betichten het EUMC van partijdigheid en het bagatelliseren van het antisemitismeprobleem. GroenLinks verkiest transparantie boven censuur en zet het omstreden onderzoek online.
Klik hier voor het hele rapport
Het achterhouden van deze studie zorgt voor grote onrust en wekt argwaan en wantrouwen op, aldus GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg. Transparantie en een open debat is te verkiezen boven de censuur. Daar is zowel een geloofwaardig onderzoek naar antisemitisme als de moslimgemeenschap bij gebaat.
Geloofwaardigheid
Buitenweg is bang dat de goede naam en de geloofwaardigheid van het Europese Waarnemingscentrum voor Racisme en Xenofobie (EUMC), gevestigd in Wenen, in gevaar komt door het achterhouden van het omstreden rapport. Het EUMC is onafhankelijk. Voorkomen moet worden dat het vertrouwen in het waarnemingscentrum geschaad wordt en zijn handelen gepolitiseerd. Dat is wat nu dreigt te gebeuren en gedeeltelijk al gebeurd is. Het opengooien van het debat, na uitlekken van het rapport, is de enige manier om het vertrouwen te herstellen.
Onderzoek
Het EUMC onderzocht, op eigen initiatief, de mate van antisemitisme per EU-lidstaat op basis van krantenartikelen, meldingen van antisemitische incidenten etc. De conclusie van dit rapport is dat de daders van antisemitisme in Europa vaak moslimjongeren zijn. Maar wetenschappelijk gezien zou de studie te mager zijn, aldus de directeur van het waarnemingscentrum, Beate Winkler. Winkler kwam dinsdag 2 december in de commissie burgerlijke vrijheden in het Europees Parlement tekst en uitleg geven over de beslissing tot geheimhouding. Ook hanteren de lidstaten verschillende definities van antisemitisme en zouden de resultaten moeilijk vergelijkbaar zijn. Zo houden sommige EU-lidstaten als Duitsland, Frankrijk en Nederland het aantal antisemitische incidenten veel beter bij dan andere lidstaten en is er over een te kort tijdsbestek onderzoek gedaan.
Opheffen geheimhouding
Het EUMC concludeerde dat de studie te mager was voor openbare publicatie en besloot tot een diepgaander onderzoek. Buitenweg is blij dat onderzoek naar antisemitisme wordt uitgediept, maar is tegen de geheimhouding. Discriminatie, tegen wie en in welke vorm dan ook, moet bestreden worden. Een goed onderzoek is dan ook toe te juichen. Maar het achterhouden van dit onderzoek komt het vertrouwen in de uitkomst van de aangekondigde vervolgstudie niet ten goede. Zonder inzage in deze eerste ruwe versie, zal dat tweede onderzoek als de gekuiste versie of politiek correcte versie worden gezien, aldus Buitenweg.
Tegenstanders
Tegenstanders betichten het EUMC van het bagatelliseren van antisemitisme in Europa. Zij hechten geen waarde aan het wetenschappelijk argument om tot geheimhouding over te gaan en verdenken het EUMC van politieke motieven. In Britse kranten was afgelopen weekend al te lezen dat het rapport niet gepubliceerd werd partly because of fears that it would increase hostility towards Muslims en dat de resultaten van het rapport too controversial (Sunday Telegraph, 23 november 2003) zouden zijn.
GroenLinks
GroenLinks zou het toejuichen als het Europese Waarnemingscentrum voor Racisme en Xenofobie het onderzoek alsnog zou publiceren, met een heldere verwijzing naar de beperkingen die bij het rapport in acht genomen moeten worden. Buitenweg: Als die beperkingen heel helder in het rapport verwoord staan, zorgt openbaring voor een evenwichtig beeld en minder onrust dan geheimhouding.