Geen stad in Nederland waar je niet struikelt over de veelkleurige kabelbundels van de ICT-sector. In Amsterdam willen twintig telecom- en kabelbedrijven elk hun kabels kwijt onder de grond en spitten daarom de stoepen open. Tot wanhoop van menig burger en wethouder, want de gemeenten moeten de fysieke barricades van de digitale revolutie gedogen: een digitale grondpolitiek moet nog worden uitgevonden. Niet alleen de leefbaarheid in de stad ligt onder vuur, ook het milieu heeft meer te lijden van de digitale omwenteling dan veelal vermoed wordt.

 Dat gaat ons opbreken want de ICT - de sector van hardware, software en virtuele werkelijkheid - wordt een steeds belangrijker bedrijfstak. Daar doet de huidige dip in de beurskoersen van veel ICT-bedrijven weinig aan af. ICT creëert niet alleen nieuwe banen en welvaart voor mensen, maar heeft in potentie ook een grote maatschappelijke waarde als onuitputtelijke informatiebron en wereldomspannend communicatienetwerk voor burgers. Velen dachten bovendien dat ICT een schone economie tot gevolg zou hebben: thuiswerken met de computer, thuis verbonden met de computer op het werk, kopen via het internet, de bibliotheek aan huis, minder papierverspilling, minder (auto)mobiliteit. Alleen de chemische vervuiling als gevolg van de productie van micro-elektronica en het teveel aan afval door de korte levensduur van computers moesten nog worden opgelost. Hiervoor is binnenkort een Europese richtlijn van kracht die het recyclen van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur regelt.

Halverwege vorig jaar werd de schone virtuele illusie wreed verstoord. Het werd duidelijk dat ICT-bedrijven wel erg veel energie verslinden. ICT-bedrijven in en om Amsterdam bleken 1000 megawatt aan elektrisch vermogen aangevraagd te hebben. Ter vergelijking: de stad Amsterdam verbruikt nu in zijn geheel 600 megawatt per jaar. Hoe een - helaas - geprivatiseerde energievoorziening in Nederland dat straks gaat oplossen, laat zich raden. Om een Californische leveringscrisis te voorkomen zullen de energieleveranciers in de toekomst waarschijnlijk nog meer vuile stroom moeten importeren: Franse kernstroom en Duitse stroom uit bruinkoolcentrales.

Deze onbegrensde groei van de vraag naar energie, die de CO2-uitstoot doet toenemen, is voor GroenLinks zeer ongewenst. Toename van deze uitstoot versterkt, zoals iedereen weet, het broeikaseffect, met dramatische klimaatveranderingen waaronder een stijgende zeespiegel tot gevolg. Veel van de energie die ICT-bedrijven nodig hebben wordt bovendien gebruikt voor het koelen van computers. Met de warmte die daarbij vrijkomt wordt niets gedaan: het komt of in de lucht of in sloten terecht.
ICT blijkt een industrietak te zijn die, net als de luchtvaart en de chemische industrie, op de huid moet worden gezeten om het milieu te ontzien. Zo blijkt kopen via het World Wide Web vooralsnog niet erg milieuvriendelijk. De bestelde artikelen worden bezorgd met talloze bestelbusjes. Onderzoek van Transport & Logistiek Nederland heeft aangetoond dat door de ontwikkeling van e-commerce het vrachtverkeer tot 2005 met 17% zal stijgen. En mensen blijken niet hun koopgedrag te wijzigen van winkel naar web, maar gebruik te maken van winkel én web: dat betekent dus geen verlaging van de mobiliteit van consumenten. Verder groeit het huishoudelijk elektriciteitsverbruik als gevolg van ICT-toepassingen zoals kabel-tv, telefoons en telefoonoplaadapparatuur, modems, computers en randapparatuur en de nieuwe gewoonte om altijd ‘on line’ te zijn met de dag. Ook de decoder voor de televisie blijkt een energievreter te zijn.
De ICT-sector heeft haast. Het is vandaag een idee, morgen realiseren en overmorgen verdienen. De sector bedient zich van een primitieve techniek. Men stapelt computers op elkaar en vormt zo een datacentrale. Voor echte innovatieve technieken is geen tijd. Zorgvuldige milieuafwegingen worden niet gemaakt. En als er dan betere koelsystemen of koelere chips op de markt komen, gaat het mogelijke milieurendement op aan snelheid en hogere frequenties. Het is dus de hoogste tijd om te bedenken hoe we de sector kunnen dwingen tot milieuvriendelijk gedrag.
De Wet Milieubeheer is goed te gebruiken om bestaande ICT-bedrijven te dwingen efficiënter om te gaan met energie. De gemeente heeft namelijk de mogelijkheid een investering voor energiebesparing voor te schrijven die binnen zeven jaar terugverdiend kan worden. Op dit moment zijn er nog onvoldoende milieuvriendelijke technieken die in financieel-economische opzicht rendabel zijn. De overheid moet daarom de energie- en ICT-sector aansporen hiernaar onderzoek te doen. Eén van de veelbelovende mogelijkheden is het gebruiken van de warmte van de computers voor het verwarmen van huizen of bedrijven. De laagwaardige restwarmte (rond de 25 graden) kan via warmtepompen en warmtewisselaars benut worden. Dit vraagt om afspraken met de branche-organisaties, zoals de Amsterdam New Media Association en de landelijke FENIT-ICTN. Waarom loopt digitaal Nederland niet voorop met de versnelde toepassing van de kersverse Europese richtlijn over energie-efficiëntie-etikettering voor kantoor- en communicatieapparatuur?
De ICT-bedrijven kunnen natuurlijk ook zelf hun schone imago oppoetsen. Waarom wekken de bedrijven een deel van de elektriciteit niet zelf op met zonnecellen in de gevels en kopen ze de rest niet in als groene stroom? Waarom spreken ze in brancheverband niet af om de digitale belofte – minder fysieke vervoerstromen – ook waar te maken?
De ICT-sector heeft nog steeds een aansprekend imago: jong en toekomstgericht. Dat beeld stelt ze in de waagschaal als niet snel stappen worden gezet naar een veel duurzamer gebruik van energie en grondstoffen. De nieuwe economie zal toch echt vooral een schone economie moeten worden.

Ruud Grondel, GroenLinks-wethouder van Milieu te Amsterdam
Kees Vendrik, lid van de Tweede Kamer voor GroenLinks
Theo Bouwman, lid van het Europees Parlement voor GroenLinks