Paul Rosenmöller doet vandaag een aanbod aan de onderwijssector als opmaat voor een betere CAO in het onderwijs. Hij nodigt de sector uit om een akkoord te sluiten over een investeringsplan voor de komende vier jaar. GroenLinks trekt structureel twee miljard euro extra uit voor prettiger werk in het onderwijs.

In het plan 'De tekorten meester' presenteert GroenLinks de hoofdlijnen van een vierjarig contract dat wij zouden willen sluiten met de onderwijssector. Paul Rosenmöller heeft dit vandaag aangeboden aan Patricia Leenders (voorzitter werkgroep nieuwkomers van de Algemene Onderwijsbond). De belangrijkste voorstellen zijn:

Investeringen vastleggen voor komende 4 jaar

Na jaren van ad hoc beleid en te krappe financiering is het tijd voor een structureel ruimere financiering. Een duidelijk toekomstperspectief voor het onderwijs met een meerjarig investeringsplan is essentieel om de problemen op te lossen. Dat is belangrijk voor de werving van nieuw personeel. En voor het behoud van het zittend personeel. Aankomende en zittende leraren weten waar ze aan toe zijn en zien dat er écht iets wordt gedaan.

Structureel bijna €2 miljard extra voor het onderwijs

Om het onderwijs weer bij de tijd te brengen, zijn forse investeringen noodzakelijk. GroenLinks wil onder meer investeren in verlaging van de werkdruk. Leraren moeten meer tijd hebben om hun werk goed te doen en voor betere kwaliteit te kunnen zorgen. Zij moeten hun werk kunnen doen in een professionele organisatie en in schone, veilige, ruime en moderne onderwijsgebouwen. Leraren hebben recht op een goede beloning. GroenLinks garandeert minimaal 1,75% koopkrachtverbetering per jaar, bovenop de inflatie. Daarnaast willen wij de functiewaardering en schaalindeling opnieuw vormgeven, waarbij zwaarte van werkomstandigheden een grotere rol speelt dan nu.

Verlagen aantal lesuren beginnende leraren

Leraren geven naar internationale maatstaven erg veel uren (26) les. Bovendien zijn er steeds meer taken bij gekomen. Verlaging van de lestaak zou redelijk zijn, maar verergert op korte termijn het lerarentekort. Voor een specifieke groep leraren is een verlaging van het aantal lesuren wel aantrekkelijk; namelijk voor beginnende leraren. Ook een beginnende leraar moet voor een voltijds baan 26 uur lesgeven. Dat is te zwaar en onhaalbaar. Dat is niet goed voor de wervingskracht van het beroep, veroorzaakt ziekteverzuim en leidt tot een snel vertrek uit het onderwijs. GroenLinks pleit voor een model waarin je begint met 21 lesuren en per jaar een uur extra voor je rekening neemt (tot een maximum van 26).

Leraren moeten hun leerlingen voorbereiden op de toekomst. Maar ze doen dat met voorzieningen uit het verleden. De werkomstandigheden in het onderwijs zijn niet meer bij de tijd. Terwijl we steeds meer vragen van het onderwijs. Leraren en leerlingen stemmen met de voeten en keren het onderwijs de rug toe. Het lerarentekort is het grootste probleem in het onderwijs. Vooral in de grote steden, aan scholen met veel allochtone leerlingen en in het speciaal onderwijs neemt het tekort schrikbarende vormen aan. Klassen worden naar huis gestuurd, leerlingen verlaten het onderwijs zonder diploma. Het onderwijs is te lang verwaarloosd. Dat moeten we nú corrigeren. Met forse investeringen in het onderwijs. Het moet weer leuk zijn om te leren. En het moet weer leuk zijn om les te geven.

Paul Rosenmöller

Klik hier voor de volledige tekst van De tekorten meester