Europeanen krijgen steeds later kinderen. Maar liefst 41% van de werknemers in Europa werkt achter de computer. Europeanen worden steeds ouder. En het aantal kinderen per huishouden neemt af. Allerlei trends waar Europese beleidsmakers een antwoord op moeten vinden. Dat gebeurt onder andere bij de Dublin Foundation. Op een congres eind augustus spreekt ook GroenLinks-europarlementariër Theo Bouwman.


De levens- en arbeidsomstandigheden van de mens veranderen continue. De arbeidsmarkt vraagt momenteel om steeds meer hoogopgeleide werknemers, flexibele arbeidscontracten. Daar moet een minimum aan sociale arbeidsvoorwaarden tegenoverstaan. Maar ook de werknemer wil flexibiliteit, afgestemd op zijn of haar levensinvulling. De meeste mensen hebben nog een vast contract, maar flexibiliteit is in opkomst.

Op het forum 'Europa maakt het verschil - uitdagingen voor het Europees sociaal model', gaan politici, ambtenaren, wetenschappers, vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en als speciale gast Hillary Clinton 29 en 30 augustus met elkaar in debat. De Dublin foundation for working and living conditions, een Europees agentschap dat werkt aan de leef- en werkomstandigheden in de Europese Unie, is de organisator. Theo Bouwman, voorzitter van de commissie werkgelegenheid en sociale zaken van het Europees Parlement, levert een bijdrage aan het debat het Europese sociale model en de toekomst van Europa, waarbij de keuze tussen ´harde` wetgeving en ´softe` stimulering centraal staat. De centrale debatten op dit congres zijn:

- Flexibilisering van de arbeidsmarkt

- Actieve maatschappij voor iedereen

- Europees sociaal vangnet

- Sociaal beleid: harde wetgeving of 'zachte' afspraken



Flexibilisering van de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt in de meeste Europese lidstaten kenmerken zich door de vele regels en voorwaarden. Regels over arbeidscontracten, bijdragen aan sociale verzekeringen, ontslagbescherming, de hoogte van het loon, over veiligheid op de werkplek, noem maar op. Deze regels zijn van groot belang ter bescherming van de werknemer.

De Europese Commissie, wil minder regels voor de arbeidsmarkt. Daardoor moet het makkelijker worden om mensen in dienst te nemen, maar ook te ontslaan. De arbeidsmarkt wordt zo flexibeler, aldus de Commissie. Flexibilisering van de arbeidsmarkt is in een aantal landen van de EU nodig, beaamt Theo Bouwman. Bijvoorbeeld in Duitsland, maar ook in Spanje, waar de ontslagbescherming zo streng is dat werkgevers bang zijn mensen in dienst te nemen, omdat ze ze niet meer kunnen ontslaan als ze niet aan de verwachtingen voldoen.

Een voorbeeld van flexibilisering is het voorstel voor nieuwe regels voor uitzendbureaus in Europa. In veel landen zijn uitzendbureaus nog niet of nauwelijks toegestaan. In de nieuwe plannen moeten uitzendbureaus meer ruimte krijgen.

"Maar flexibilisering dient samen te gaan met behoud van voldoende zekerheid. Onder druk van enige economische tegenwind kunnen niet zomaar alle werknemersrechten overboord gegooid worden. De Nederlandse combinatie van flexibiliteit en zekerheid, ook in de uitzendbranche, kan als voorbeeld dienen", aldus Bouwman.

naar boven



Actieve maatschappij voor iedereen

Iedereen aan het werk, dat is het doel. Werk biedt de oplossing voor problemen zoals armoede en sociale uitsluiting. In het jaar 2000 waren in de EU nog ruim 14 miljoen mensen (8,2%) werkloos. De werkloosheid kent groten regionale verschillen. Daarbij lopen nog steeds vrouwen, lager opgeleiden en sociaal zwakkeren het grootste risico op werkloosheid. Ook het probleem van de vergrijzing is minder zwaar als meer ouderen langer doorwerken. In Europa werkt 7% van de mensen in de leeftijd van 64-69 jaar oud, maar het verschil tussen landen is groot: in Portugal werkt nog 25% op deze leeftijd.

Werkgelegenheid als dé oplossing voor sociale problemen, armoede, sociale uitsluiting en toegang tot gezondheidszorg is een te gemakkelijke visie vindt Theo Bouwman. Europa heeft naast een flexibele arbeidsmarkt ook een stevig sociaal vangnet nodig. Europa moet hard werken aan betere afstemming van vraag en aanbod van werk, kinderopvang, om- en bijscholing van mensen zonder werk, aan de kwaliteit van werk en de toegankelijkheid, bijvoorbeeld voor gehandicapten. Ook om het werken aantrekkelijk te maken voor ouderen zijn maatregelen nodig. Te denken valt aan de aard van het werk, een flexibele afbouw van arbeidsduur, beloning etc.

naar boven



Europees sociaal vangnet

Nu de interne markt bijna is voltooid, is, ook een eerlijk sociaal speelveld nodig. Sociale problemen, zoals armoede, werkloosheid, slechte arbeidsomstandigheden en sociale uitsluiting vragen om Europese wetgeving en coördinatie. Een Europees stelsel van sociale wetgeving dat een basisniveau van inkomen, sociale bescherming en gezondheidszorg biedt is onontbeerlijk. Dit om te voorkomen dat de lidstaten elkaars sociale stelsel uithollen door onderlinge concurrentie.

naar boven



Sociaal beleid: harde wetgeving of 'zachte' afspraken

De Europese Commissie, het Europees Parlement en de regeringsleiders hebben allemaal hun stem in de ontwikkeling van het sociale beleid in de Unie. Veel sociaal beleid valt nog onder de directe verantwoordelijkheid van de lidstaten.

Om toch belangrijke sociale kwesties, werkgelegenheid, sociale zekerheid, pensioenen, op Europees niveau te kunnen afstemmen is de 'open coördinatiemethode' ontwikkeld. Deze houdt in dat de regeringsleiders met elkaar praten over sociale thema's, doelen stellen en ervaringen uitwisselen. Aan de methode zijn echter geen verplichtingen verbonden.

Naarmate meer regeringsleiders in Europa het sociale beleid willen verharden, om de economische groei veilig te stellen, dreigt de open coördinatiemethode van breekijzer te worden tot vluchtroute. "Waar eerst nog 'harde' wetgeving werd gemaakt, blijft het dan bij goedbedoelde, maar niet afdwingbare 'gemeenschappelijke doelstellingen'" zegt Theo Bouwman. Hij maakt zich zorgen om deze ontwikkeling. De open coördinatiemethode was goed om meer sociaal beleid bespreekbaar te maken, maar Europese sociale wetgeving is nodig om een degelijk niveau van sociale bescherming te garanderen, dat niet bezwijkt onder de concurrentiedruk van de interne markt.