De kans is groot dat de SPD door mag regeren in Duitsland en de Groenen niet. Dat is onrechtvaardig, vinden de GroenLinks-europarlementariërs Kathalijne Buitenweg en Joost Lagendijk. De partij van Joschka Fischer was de meest volwassen partner in de roodgroene coalitie.

De groene golf die kort voor de eeuwwisseling door Europa ging bracht zes groene partijen in de regering. Daarvan waren de Duitse Groenen het slechtst voorbereid, qua program en organisatie. Al binnen een jaar leek de regeringsdeelname uit te draaien op het einde van de partij. Linke en Realos vlogen elkaar in de haren over de humanitaire interventie in Kosovo. Milieuminister Jürgen Trittin dreigde de belangrijkste verkiezingsbelofte – het afscheid van kernenergie – te verkwanselen. Hij had verzuimd om zich te verzekeren van sociaal-democratische rugdekking bij zijn confrontatie met de atoomindustrie.

Maar de Groenen leerden snel van hun fouten. Zij zetten een proces van programmatische vernieuwing in, waarbij oude illusies werden begraven. Zij voorzagen zichzelf van een strategisch centrum, waar conflicten tussen ministers, parlementariërs en achterban tijdig konden worden beslecht. De partij werd alsnog Regierungsfähig.

Europese Grondwet
De groene bewindslieden ontwikkelden zich tot competente en vooruitziende bestuurders. Fischer bracht Duitsland terug op het wereldtoneel, zonder het project van zijn voorgangers – Duitsland verankeren in een sterke Europese Unie – te verwaarlozen. Hij stond aan de wieg van het EU-Grondrechtenhandvest en de Europese Grondwet. Dit verdrag is door de Franse en Nederlandse kiezers weggestemd, maar zet wel een democratische minimumstandaard voor alle toekomstige Europese verdragen. Fischer wordt terecht verweten dat hij te weinig oog had voor de kleinere Europese partners, waaronder Nederland. Maar hij had dan ook zijn handen vol aan het wegmasseren van de diplomatieke blunders van kanselier Schröder. Achter de schermen moest hij bovendien de sociaal-democratische neiging beteugelen om wapens te leveren aan dubieuze regimes.

Ook de ministers Trittin en Renate Künast (vanaf 2001 op landbouw) hebben niet stilgezeten. Duitsland loopt voorop bij de ecologische modernisering van de economie. De invoering van heffingen op milieuverbruik heeft roodgroen in staat gesteld om de pensioenpremies te verlagen. De bevordering van wind- en zonne-energie, biologische landbouw en natuurbescherming heeft honderdduizenden nieuwe banen opgeleverd.

Voortrekkersrol
Ook Trittin en Künast drukten hun stempel op de Europese politiek. Dankzij de Duitse inzet voor het Kyoto Protocol speelt de EU een voortrekkersrol bij de strijd tegen klimaatverandering. Künast gaf, onder het motto Klasse statt Masse, een impuls aan de hervorming van de Europese landbouw. Die hervorming verloopt traag, maar Brussel is inmiddels wel zover dat zij aan alle subsidies voor boeren eisen verbindt op het gebied van milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn.

De invoering van het geregistreerd partnerschap voor homostellen is eveneens een groene verdienste. Net als de nieuwe migratie- en naturalisatiewetten. Roodgroen heeft erkend dat Duitsland een immigratieland is. Nieuwkomers kregen een recht op inburgering. Duitsland is onmiskenbaar kosmopolitischer geworden.

Tegenover deze successen staat het falen van het sociaal-economische beleid van roodgroen. De geleidelijke vergroening van het belastingstelsel en de boomende milieusector hebben niet kunnen voorkomen dat de werkloosheid steeg tot boven de tien procent. Veel te laat werd een samenhangend beleid voor de hervorming van de verzorgingsstaat ingezet. Een beleid met pijnlijke bezuinigingen, want naarmate je hervormingen langer uitstelt zul je harder moeten ingrijpen.

Vertrouwen
Daarbij blijft het onduidelijk of Duitsland het Stabiliteitspact voor de euro kan naleven, ondanks de versoepelingen die daarin dit jaar zijn doorgevoerd. Het is zelfs de vraag of de sociaal-democraten zich iets aantrekken van de Europese afspraken over begrotingsdiscipline. Het grimmige verzet van begrotingsminister Eichel in 2003 tegen Brusselse bemoeienis met de Duitse begroting was voor ons het absolute dieptepunt van zeven jaar roodgroen. Hoe stupide het oude Stabiliteitspact ook was, de botte wijze waarop Eichel zich onttrok aan zijn verplichtingen - die nota bene van Duitse makelij waren - heeft het vertrouwen in Duitsland en Europa ernstig geschaad. Er loopt een rechtstreekse lijn van de crisis rond het Stabiliteitspact naar de verwerping van de Europese Grondwet door de Nederlandse kiezers.

De Groenen kan alleen verweten worden dat zij zich niet duidelijker tegen deze powerplay hebben verzet. Op sociaal-economisch gebied hebben zij, bij gebrek aan ministersposten, weinig in de melk te brokken gehad. Hoe sterker de SPD werd verscheurd door interne conflicten, hoe minder ruimte zij bood aan haar kleine coalitiepartner. De Groenen slaagden er wel in hun achterban mee te krijgen bij sociaal-economische hervormingsvoorstellen, maar konden er slechts weinig verwezenlijken. Betere toegang voor vrouwen en parttimers tot de sociale zekerheid, impulsen voor de kinderopvang en de brede school, meer steun voor startende bedrijfjes. Deze lijst had langer moeten zijn.

De successen van rood-groen zijn hoofdzakelijk groene successen. De grootste fout van de Groenen is dat zij het werkgelegenheidsbeleid aan de sociaal-democraten hebben overgelaten.

Website Duitse Groenen: www.gruene.de