Voorzitter,

Greta Thunberg was 14 jaar oud toen zij dagenlang alleen voor het Zweedse parlement ging zitten met een zelfgeschreven bord: schoolstaking voor het klimaat.

Greta, een tienermeisje beschikte niet over geld, een leger van lobbyisten of woordvoerders, of enig ander machtsinstrument. Een jonge meid, bezorgd over haar eigen toekomst, over die van haar generatiegenoten en over de stand van onze planeet, besloot niet de dingen op zijn beloop te laten. De schoonheid van haar uiterst eenvoudige en tegelijk geniale actie inspireerde miljoenen mensen, vooral jongeren en maakte haar tot een leider van de klimaatbeweging. Ze stapte letterlijk en figuurlijk met haar “schoolstaking” uit de onvermijdelijk lijkende tredmolen van onze tijd. De opwarming van de aarde, de gevolgen van de klimaatverandering zijn niet te negeren.

Met een gemiddelde leeftijd van 61 jaar in deze Kamer zullen we zelf misschien de meest desastreuse gevolgen van de klimaatverandering niet meer meemaken, maar onze kinderen en kleinkinderen wel. Maar ook nu verwoesten extreme overstromingen, droogten en bosbranden levens van miljoenen mensen. Deze extreme weersomstandigheden komen niet alleen in Afrika of Azië voor maar ook steeds meer in Europa. En in zeer hoog tempo krimpt de biodiversiteit. Dit is de andere stille ramp die de leefbaarheid van de aarde bedreigd.

Wat heeft klimaatverandering en tanende biodiversiteit te maken met een handels- en investeringsverdrag tussen de EU en Canada, vraagt u zich af. Alles.

Het dominante economische model, dat mens, dier en natuur ten dienste stelt van winstmaximalisatie sinds het begin van industrialisering en zeker sinds het neoliberalisme van afgelopen decennia heeft deze crises veroorzaakt. Maar ook armoede en extreme ongelijkheid in de wereld zijn gevolgen van het neoliberale economie.

 

Voorzitter,

We kunnen doen alsof er geen sprake is van een klimaatcrisis die het bestaan van mensheid bedreigt. We kunnen onze ogen en oren sluiten voor de noodkreten van onze kinderen en kleinkinderen die met een existentiële onzekerheid over hun toekomst leven. We kunnen doen alsof er geen sprake is van steeds groter wordende ongelijkheid tussen arm en rijk en doen alsof minuscule verbeteringen in het neoliberale economisme van afgelopen decennia voldoende zouden zijn om het tij te keren. Ik hoor nog de woedende kreet van Greta Thunberg tegen de wereldleiders in de Verenigde Naties in 2019: “How dare you?”

Tussen de EU en haar lidstaten enerzijds en Canada anderzijds gesloten Brede Economische Handelsovereenkomst, CETA, is het meest veelomvattende en ambitieuze handelsakkoord uit de geschiedenis van de EU. Het Verdrag neemt handelsbelemmeringen weg, zoals non-tarifaire belemmeringen en douanerechten op 98% van producten en op alle industriële goederen. Daarnaast regelt het vaststellen van de oorsprongsregels, toegang tot dienstensectoren en stelt de markt van aanbestedingen over en weer open.

CETA regelt naast de handel ook de investeringsbescherming. De onderhandelingen en de ondertekening op 30 oktober 2016 vonden plaats in de hoogtijden van het neoliberalisme voordat een pandemie de kwetsbaarheden en afhankelijkheden in internationale productieketens en globalisering blootlegde, voordat de agressieve oorlog van Rusland tegen Oekraïne voedselvoorziening in de wereld tot een oorlogswapen maakte, en voordat de alarmerende rapporten van het IPCC en extreme weersomstandigheden urgentie van de klimaatverandering op de agenda zette.

In CETA zijn twee centrale uitgangspunten van het neoliberalisme tot in de puntjes uitgewerkt:

A: Meer groei en globalisering zijn goed.  

B: De staat heeft als taak de markt en marktpartijen maximaal te faciliteren.

Dit betekent, maximale liberalisering van handel in goederen en diensten en bescherming van bedrijven tot en met het oprichten van een Special Court System dat investeringen van bedrijven en multinationals moet beschermen. Dit zijn tegelijk ook de centrale kritiekpunten van mijn fractie op dit verdrag. 

In de voorbereiding van dit debat hebben we in deze Kamer honderden vragen gesteld.  Daarmee is de inhoud en reikwijdte van het verdrag duidelijk. Daar zal ik ook weinig vragen over stellen. Vandaag gaat het wat mijn fractie betreft om ons politiek oordeel.

Laat ik duidelijk zijn: dit debat gaat niet over Canada. Canada is een democratische rechtsstaat, vergelijkbaar met de onze. Mensenrechten en progressieve waarden staan daar vaak centraal. En er bestaat geen twijfel: Met of zonder CETA is en blijft Canada een gewaardeerde partner.

Daarom zal mijn fractie ook voor de Goedkeuring van Strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Canada, die ook vandaag op de agenda staat, stemmen.

 

Voorzitter,

In het klimaatakkoord van Parijs zijn ambitieuze afspraken gemaakt voor het terugdringen van uitstoot van broeikasgassen. GroenLinks verwacht dat al het overheidshandelen ten dienste staat aan het tegengaan van klimaatverandering en het voor zorgen dat alle lagen van de samenleving op een sociaal rechtvaardige manier kunnen meedoen met de transitie. In de impactanalyse van de Europese Commissie staat letterlijk dat de toename van handel gaat leiden tot een grotere uitstoot van broeikasgassen.

Een voorbeeld van wat het wegvallen van restricties onder dit verdrag kan betekenen is  teerzand-olie en schaliegas die naar de Europese Unie geëxporteerd kan worden. Beide fossiele energiebronnen zijn enorm slecht voor het klimaat en de productie ervan heeft een verwoestend effect op het milieu en de natuur en leefomgeving van mens en dier.

LTO Nederland pleit hartstochtelijk voor CETA. Hun lobbybrief bevestigde mijn fractie nog sterker in haar overtuiging tegen dit verdrag. Ik citeer uit de brief: “Sinds het verdrag in 2017 in werking is getreden, stijgt de export naar Canada harder dan de import. Ook voor sectoren als de varkenshouderij.” Einde citaat. Meer en meer varkensvlees en rundvlees gaat uit Nederland naar Canada. Terwijl het Nederlandse stikstofbeleid tot een halvering van de veestapel noopt.

In de uitzending van Nieuwsuur op 7 juli jongstleden werd goed inzichtelijk gemaakt dat het niet de boeren zijn die van meer productie en meer export profiteren. De agro-industriële sector om de boeren heen is de grote profiteur. Ze verdienen veel geld en jagen de productie aan en daarmee zijn ze medeverantwoordelijk voor hat kappen van nog meer vierkante kilometers regenwoud uit de Amazone. Soja uit Brazilië wordt verwerkt tot veevoer om dan het geproduceerde vlees in Nederland vervolgens terug over de oceaan naar Canada te sturen, en dat in een tijd dat protesten door boeren tegen stikstofreducties een deel van het land plat leggen.  

Dit is de lange internationale productieketen waar we het over hebben. Het is een schoolvoorbeeld van de perverse gevolgen van neoliberale globalisering en ongebreidelde liberalisering van de internationale handel met handelsverdragen als CETA. Uitweg uit het huidige landbouw crisis in Nederland is kwaliteit boven kwantiteit stellen. En dat de boer een eerlijke prijs krijgt. 2500 boeren presenteerden vorige week een 10 punten plan als antwoord op de huidige landbouwcrisis. Een CETA dat boeren bloot stelt aan de concurrentie uit Canada, waar de standaarden ook een stukje lager zijn, helpt de transitie naar een duurzaam landbouw niet. CETA houdt de boeren gevangen in een systeem dat ten kosten van milieu, de grond en waterkwaliteit en dieren goedkoop voor de wereldmarkt moet produceren.

We zien overal de negatieve gevolgen van neoliberale globalisering: De lokale economie moet in toenemende mate concurreren met de mondiale economie waardoor goedkoop produceren het belangrijkste doel is. Daardoor staan sociale rechten en arbeidsrechten onder druk. We kennen allen de uitholling van de arbeidsrechten en uitbuiting in de moderne slavernij van mensen in vele sectoren zoals bv in de textielindustrie.

Onze tweede grote bezwaar gaat over de grote macht van grote bedrijven als gevolg van dit verdrag.

De investeringsarbitrage ICS van CETA voorziet buitenlandse investeerders van rechten die binnenlandse ondernemers niet hebben en geeft de buitenlandse investeerders de mogelijkheid om de nationale rechter te passeren. De keuze ligt geheel bij de bedrijven. Bij een geschil kunnen ze besluiten de nationale rechtsgang dan wel het pad van de ICS te bewandelen.

En hoewel ICS minder slecht is vergeleken met het oude Investor State Dispute Settlement bij handelsverdragen, omdat het meer transparantie kent en permanent met vast aangestelde rechters werkt, blijven wij als GroenLinks, ook na meerdere schriftelijke rondes met de vraag zitten, waarom de EU en Canada met sterke rechtsstatelijke tradities en een onafhankelijke rechtspraak aparte rechtbanken buiten het nationale of Europese gerechtelijke systeem nodig hebben om geschillen tussen bedrijven en overheden te beslechten?.

Sterker nog: wij vinden dat de oprichting van het ICS bijdraagt aan de afbrokkeling van ons democratische bestel omdat het ICS te veel het particuliere bedrijfsleven en te weinig het publieke belang dient. Dat blijkt ook uit de ervaring met ISDS-geschillen uit het verleden.

Juist Nederland zou gezien haar ervaring met ISDS in Energy Charter fel tegen ICS ten strijde moeten trekken. Immers heeft Nederland op basis van de Energy Charter miljardenclaims te betalen wegens de recente kolenwet, waarbij twee Duitse energiereuzen RWE en Uniper respectievelijk 1,4 miljard en 1 miljard euro eisen omdat Nederland de opwekking van elektriciteit door kolenverbranding per 2030 verbiedt. Dat werkt fnuikend voor overheden en landen om sociaal rechtvaardiger en duurzamer beleid te voeren om de Parijse klimaatdoelen te halen. Is trouwens Nederland bereid zich in te zetten voor de hervorming van de Energy Charter? Investeringsbescherming van energie mag de klimaatbescherming niet in de weg staan.

Terug naar CETA.

En dan is er ook nog de overdracht van wetgevende bevoegdheden aan ambtelijke CETA-comités en de halfzachte milieu en sociale bepalingen daarin. Het Europees Parlement en de nationale parlementen staan buitenspel en er ligt te veel macht bij CETA-comités bij de invulling van bijvoorbeeld de investeringsbescherming. De comités zijn onvoldoende juridisch geborgd en niet transparant om het algemeen belang na te streven. Ook ligt het risico van verlaging van standaarden via de comités op de loer. Hierdoor krijgen internationale bedrijven en multinationals veel extra macht. Ze worden al vroeg in deze zogenaamde regelgevende samenwerking geïnformeerd over wetgevingsprojecten. We weten hoe sterk de lobbykracht van de bedrijven in Brussel is. Juist deze minister weet er heel veel van als oud Euro-Parlementarier. De bedrijven kunnen ongemerkt al vroeg in het wetgevingsproces nieuwe voorstellen beïnvloedden. De beoogde harmonisatie van wetten en regels kunnen zonder invloed van parlementen, Europees dan wel nationale parlementen naar laagste niveau geharmoniseerd worden. De case Neelie Kroes in dienst van Uber, door onafhankelijke journalisten gisteren gepubliceerd laat zien dat bedrijven er alles aan doen om regels en wetten in hun voordeel te beïnvloeden. We mogen multinationals niet nog meer macht gunnen.

In dit verband ook even kort het klachtenmechanisme voor de klachten door maatschappelijke organisaties waar NL voor heeft gepleit. Het feit is, ook de regering schreef het in antwoord op onze vragen, met dit meldpunt verandert geen jota aan het CETA. Zoals de milieu organisaties en FNV in hun brief aan ons schreven: “Meldpunt duurzaamheidklachten is slechts een lapmiddel tegenover ICS en zwakke duurzaamheidshoofdstukken.”

Laat ik hier de woorden van Jan Terlouw, ere lid D66 en Jan Pronk oud minister PvdA uit hun artikel van 10 juli jl herhalen:

“Het is …wijs wanneer de Eerste Kamer tegen CETA stemt. Daarmee ontstaat ruimte voor nieuwe mondiale afspraken waarmee de grote uitdagingen van deze tijd, zoals de klimaatcrisis, tanende biodiversiteit, voedselzekerheid, verduurzaming van economische transacties en armoede en ongelijkheid kunnen worden aangepakt. Laat de EU bij het afsluiten van handelsverdragen daarbij kijken naar het effect op de rest van de wereld. Want internationale handel heeft met haar lange ketens gevolgen voor iedereen.”

 

Ik sluit af voorzitter,

Mijn jongste kleinzoon Sami is vandaag exact twee maanden oud. Kijkend naar hem en zijn drie jaar oudere broer Kian vraag ik mij steeds vaker af in welke wereld zullen zij en alle hun leeftijdsgenoten leven. Welke wereld laten we hen na? Nu al zijn maatschappij ontwrichtende gevolgen van klimaatverandering duidelijk.

Business as usual is geen optie meer. Het voortzetten van het neoliberale economisme kan echt niet meer. Meer, meer en nog meer groei; meer, meer en nog meer uitputting van de aarde; meer, meer en nog meer productie en consumptie; meer, meer en nog meer export moet ophouden. Dit verdrag is goed voor alles wat voor de economie van meer, meer en nog meer staat. En slecht, zeer slecht voor de broodnodige transitie naar een eerlijker, socialer en duurzamer wereld. Voor Sami, Kian en alle andere kinderen en jongeren voor wie Greta Thunberg letterlijk uit het system stapte zal mijn fractie met overtuiging tegen het CETA verdrag stemmen