Luchtvervuiling trekt zich niks aan van grenzen. Om ervoor te zorgen dat heel Europa schone lucht inademt en om te voorkomen dat een buurland het niet zo nauw neemt met de luchtkwaliteit, maakt Europa afspraken over welke normen acceptabel zijn. Schrikbarende sterftecijfers en hoge economische kosten, ook in Nederland, laten zien dat een stevige aanpak hoognodig is. De komende maanden werkt de Europese politiek aan een update van de regelgeving over luchtkwaliteit.

De Europese Commissie zet met haar voorstellen een stap in de goede richting. Ze proberen de kosten van luchtvervuiling te verplaatsen van de samenleving (wij allemaal) naar de vervuilers. In 2030 wil de Commissie zo het aantal vroegtijdige sterfgevallen terugdringen met 58.000, de 'kosten' hiervoor schatten ze op 3,4 miljard euro per jaar.

GroenLinks vindt de voorstellen van de Europese Commissie niet ver genoeg gaan. We kiezen voor een aanpak die het aantal vroegtijdige sterfgevallen in 2030 halveert. Door de aanpak van luchtvervuiling te koppelen aan de strijd tegen klimaatverandering kan dat ook nog een stuk voordeliger.

Luchtvervuiling heeft een hoog prijskaartje

Luchtvervuiling verplaatst zich over grote afstanden en trekt zich niks aan van landsgrenzen. Zo komt 63 procent van de luchtvervuiling in Nederland uit het buitenland (we liggen midden in de driehoek Londen-Parijs-Ruhrgebied), 83 procent van de vervuiling die we in Nederland produceren waait ook weer de grens over. Op de kaarten van de Atlas Leefomgeving kun je de problematische gebieden goed zien. Veel fijnstof blijft hangen in het zuidoosten van Nederland, omdat daar veel megastallen staan.

Slechte lucht zorgde in Nederland in 2010 voor ongeveer 11.000 vroegtijdige sterfgevallen. Het lijdt tot ziektes als astma, bronchitis en hartproblemen die de kwaliteit van leven zwaar beïnvloeden. De maatschappelijke kosten liggen hoog: voor Nederland tussen de 9 en 29 miljard euro per jaar. Daarnaast leidt onze slechte lucht tot een verlies in economische productiviteit ter waarde van een miljard euro per jaar.

Stinkende landbouwlobby

De landbouwsector is een grote veroorzaker van luchtvervuiling die vaak in steden blijft hangen. Toch ontkomen ze dankzij de stevige landbouwlobby vaak aan strengere regelgeving. Er is in het Europees Parlement hevige weerstand bij de conservatieve partijen om daar iets aan te doen, met als gevolg dat andere sectoren verhoudingsgewijs nog meer inspanningen moeten gaan leveren. Maar er zijn ook kostenneutrale manieren om luchtvervuiling door de landbouw terug te dringen, bijvoorbeeld door in te zetten op biogasinstallaties.

Bronbeleid: Oorzaken van luchtvervuiling aanpakken

Om onze lucht schoner te krijgen is het belangrijk om naast nationale doelstellingen (ieder land mag maximaal een hoeveelheid vuile lucht uitstoten) ook de bronnen van luchtvervuiling aan te pakken:

  • Dieselauto's zijn heel slecht voor de luchtkwaliteit. De techniek om ze schoner te maken is er al, maar het lukt niet om strengere tests in te stellen. De lobby van de auto-industrie slaagt erin om arme landen tegen te laten stemmen, terwijl die juist het meeste last hebben van luchtvervuiling.
  • De aanpak van non road mobile machinery (NRMM). Letterlijk alle mobiele apparaten die niet op de weg rijden: Denk aan kettingzagen, grasmaaiers, tractoren, dieseltreinen en binnenvaartschepen. Voor deze bronnen zijn er nog relatief weinig regels.
  • Middelgrote stookinstallaties (met vermogen tussen één en vijftig megawatt) vallen nog buiten Europese regelgeving, daar valt dus nog veel verbetering te behalen.

GroenLinks: tijd voor actie

Als het aan GroenLinks ligt, gaan we stevig aan de slag om het aantal het aantal vroegtijdige sterfgevallen in 2030 te halveren. Dat doen we door:

  • Het instellen van lagere nationale emissieplafonds. Door maatregelen om luchtkwaliteit te verbeteren te combineren met de strijd tegen klimaatverandering kunnen we twee vliegen in één klap slaan en een hoop kosten besparen. Een studie van het Europees Parlement wijst uit dat dat kan oplopen tot 2,2 miljard euro. Door strengere regels dwingen we landen ook om te kijken naar niet-technische maatregelen, bijvoorbeeld door fietsen te stimuleren in plaats van autorijden.
  • De agrarische sector moet een eerlijke bijdrage leveren aan het verminderen van luchtvervuiling. GroenLinks vindt bindende doelstellingen voor methaan en ammoniak daarom noodzakelijk.
  • We willen kwik opnemen in het voorstel. Kwik zeer giftig is voor mens en dier. Kwik legt lange afstand af in de atmosfeer en stapelt zich op in de voedselketen.
  • In het huidige voorstel staan afspraken voor 2020 en voor 2030. Maar in tien jaar kan er veel gebeuren. Er moet daarom ook doelstellingen voor 2025 komen zodat een extra moment is waarop gecontroleerd wordt of lidstaten wel voldoende doen om hun afspraken na te leven. Daarbij helpen zulke doelstelling ook om politiek opportunisme, waarbij noodzakelijke maatregelen zoveel mogelijk uitgesteld worden, te voorkomen.
  • De auto-industrie zal flink aan de bak moeten. Er komt een strikte deadline voor de invoering van een real-world driving test, zodat auto's niet alleen onder de gunstige voorwaarden getest worden.
  • Mensen die intensief met vervuilende werktuigen werken moeten beschermd worden. GroenLinks pleit daarom dat de motoren van deze werktuigen uitgerust worden met goede roetfilters.

Nederlands voorzitterschap

De onderhandelingen tussen Europees Parlement en de Raad van ministers over de luchtkwaliteitsrichtlijn vallen waarschijnlijk in de periode dat Nederland de vergaderingen van de Europese ministers mag voorzitten. Een unieke kans dus voor de Nederlandse regering om het Commissievoorstel aan te scherpen. Eind vorig jaar leken gelekte stukken er immers op te wijzen dat eurocommissaris Frans Timmermans het wetsvoorstel wilde intrekken.

We houden de ontwikkelingen de komende maanden in ieder geval scherp in de gaten.