De Eerste-Kamerfractie van GroenLinks wil een parlementair onderzoek starten naar de effectiviteit van de strafrechtelijke handhaving van het drugsbeleid. Dat voorstel zal fractievoorzitter Diana de Wolff volgende week doen tijdens de Algemene Beschouwingen in de Eerste Kamer.

EERSTE-KAMERFRACTIE GROENLINKS

De Eerste-Kamerfractie van GroenLinks maakt zich zorgen over de grote belasting van opsporingsinstanties en rechtelijke macht door de vervolging van drugszaken en drugsgerelateerde criminaliteit. Ondanks vergaande maatregelen, zoals de noodwet drugskoeriers, lijkt de strafrechtelijke aanpak van drugs op dweilen met de kraan open. De recidivecijfers zijn hoog. Momenteel staan weer nieuwe maatregelen op de politieke agenda om procedures te versnellen en meer gedetineerden op één cel te plaatsen. Maatregelen waarvan ernstig betwijfeld moet worden of zij de problemen werkelijk oplossen.

De Eerste-Kamerfractie van GroenLinks zal bij de algemene en politieke beschouwingen in de Eerste Kamer, op 21 oktober a.s., pleiten voor een parlementair onderzoek, dan wel een parlementaire enquête naar de effectiviteit van de strafrechtelijke handhaving van het drugsbeleid. In dat onderzoek kan een grondige evaluatie van het beleid plaatsvinden en kan eventueel ook gezocht worden naar alternatieven voor een strafrechtelijke aanpak.

Voor meer informatie verwijzen wij naar de onderstaande brief die de fractie naar de leden van de Eerste Kamer heeft gestuurd.

Arnhem, 16 oktober 2003.

EERSTE-KAMERFRACTIE GROENLINKS

Voorstel voor een parlementair onderzoek naar de effectiviteit van de strafrechtelijke handhaving van de Opiumwet

Geachte collega's,

Productie, handel en gebruik van drugs leiden tot criminaliteit, criminaliteit die tot grote maatschappelijke kosten leidt. Een groot deel van de inspanningen van het OM en de rechtelijke macht gaat op aan de opsporing van drugshandel en de bestrijding van drugsgerelateerde criminaliteit. Ruwweg de helft van de jaarlijks onherroepelijk opgelegde (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen wordt opgelegd aan een drugsgebruiker. Een kwart van de opgelegde detentietijd kan worden gerelateerd aan drugscriminaliteit. Dit aandeel stijgt (gegevens ontleend aan WODC, Geregistreerde drugscriminaliteit in cijfers, Den Haag 2003, p. 10 e.v.). Overlast op straat, zeker in de armere wijken, en gevoelens van onveiligheid in de publieke ruimte hebben vaak een link met problematisch drugsgebruik en met drugshandel.

De Opiumwet, de Wet voorkoming misbruik chemicaliën en de wetboeken van strafrecht en van strafvordering bieden van oudsher het belangrijkste kader voor opsporing en vervolging van drugscriminaliteit en drugsgerelateerde criminaliteit. In het recente verleden heeft de Kamer zich intensief beziggehouden met diverse wetsvoorstellen die drugscriminaliteit moeten bestrijden. Denk aan het voorstel voor de noodwet drugskoeriers en de verlenging van die noodwet de uitbreiding van de bevoegdheid van de alleensprekende rechter, alsook aan het wetsvoorstel strafrechtelijke opvang verslaafden. Diverse nieuwe maatregelen ter verlichting van de werklast van de rechterlijke macht zijn op komst, alsmede bijvoorbeeld een voorstel tot meerpersoonshuisvesting op cellen. Tegelijkertijd wordt binnen de rechterlijke macht openlijk getwijfeld aan de zin van strafrechtelijke handhaving van de Opiumwet c.a.. Een recente enquête van het weekblad Vrij Nederland en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak wijst uit dat twee derde van de ondervraagde magistraten van mening is dat 'softdrugs uit het strafrecht' moeten en een kwart van de ondervraagden is die mening zelfs ten aanzien van harddrugs toegedaan.

De Eerste Kamer heeft als belangrijke taak de effectiviteit van wetgeving en beleid te waarborgen. Bij de effectiviteit van de strafrechtelijke handhaving van het drugsbeleid zijn inmiddels grote vraagtekens te plaatsen. Recidive onder opiumwetdelinquenten en onder plegers van drugsgerelateerde criminaliteit is relatief groot (WODC 2003, p. 15 e.v.). De generiek preventieve werking van het strafrecht op productie, in- en uitvoer en handel van drugs lijkt voorts zeer gering. Zelfs 'onorthodoxe' maatregelen, zoals genoemde recente wetten, lijken niet of nauwelijks effect te sorteren. De import van cocaïne, al dan niet via Schiphol en al dan niet door koeriers, is door de noodwet drugskoeriers niet beteugeld. Het kweken van wiet in voor bewoning bedoelde ruimtes lijkt zelfs hand over hand toe te nemen met alle negatieve neveneffecten van dien.

Tegelijkertijd brengt strafrechtelijke handhaving van drugsbeleid hoge kosten met zich. Peter Vogelzang, voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen, becijferde onlangs dat een criminele drugsverslaafde de maatschappij jaarlijks bijna 500.000 euro kost. Verder leidt strafrechtelijke bestrijding van drugs tot een illegale en daardoor lucratieve markt en tot risico's voor grootschalige corruptie, witwaspraktijken en oncontroleerbare vormen van exploitatie van kleine producenten. Bij de vraag naar de effectiviteit van de strafrechtelijke bestrijding van drugs dienen deze kosten- en nevenaspecten ook mee te worden gewogen.

De fractie van GroenLinks stelt gezien de hierboven kort beschreven problemen voor dat een tijdelijke commissie uit de Eerst Kamer in een parlementair onderzoek, dan wel, indien dat nodig mocht blijken, in een parlementaire enquête, de effectiviteit van de handhaving van de Opiumwet c.a. onderzoekt. Over de precieze opdracht aan die commissie, over haar werkwijze en wijze waarop zij wordt bijgestaan en toegerust, willen wij graag met de Kamer in overleg treden.

Arnhem, 16 oktober 2003,

namens de Eerste-Kamerfractie van GroenLinks,

Diana de Wolff