Europarlementariër Judith Sargentini blogt vanaf de EU-Afrikatop in Abidjan, Ivoorkust. Hier ontmoeten woensdag Europese en Afrikaanse staatshoofden en regeringsleiders elkaar. Daaraan voorafgaand spreken Afrikaanse en Europese parlementariërs elkaar. En dat gaat moeizaam.
Een top moet een uitkomst hebben, een verklaring of een resolutie waar iedereen zich in kan vinden. Zo’n resolutie moet in hoofdlijnen klaar zijn voordat de hoge spelers arriveren. De hotels in Abidjan zitten al een week vol met diplomaten die de ministeriële verklaring in elkaar proberen te sleutelen. Er circuleren gelekte concepten van een week oud of enkele dagen oud, maar wat is de waarde daarvan?
Concepttekst
In de diplomatie is het land, of in dit geval het continent, dat gastheer is, degene die de concepttekst op tafel mag leggen. En aan de tekst die het Pan-Afrikaanse Parlement (PAP) aan ons voorlegde, kon jeje geen buil vallen. Maar er staat wel nogal wat op het spel op deze top.
De Afrikaanse en Europese leiders hebben een hele verschillende agenda. De Nederlandse premier Mark Rutte komt naar Abidjan met de wens om terugkeerdeals te sluiten, maar Afrikaanse leiders willen hun landen ontwikkelen, hun jeugd een toekomst bieden, ook door middel van migratie. Geld dat de Afrikaanse diaspora overmaakt naar familie thuis is heel erg belangrijk. Migratie is een groot goed in Afrika.
En dan is er ook nog een interne Afrikaanse strijd gaande: de beelden op CNN over de slavenmarkt in Libië leidden tot verontwaardiging. Het zijn Afrikanen van beneden de Sahara die verhandeld worden door mannen van boven de Sahara.
Onderhandelen
De tekst van onze interparlementaire assemblee moest dus worden aangescherpt, maar onderhandelen met vijftig parlementariërs die elkaar niet kennen en die ieder hun eigen punt willen maken, werkt niet. Want welk statement moet nu wel in de tekst worden, en welke niet? En mag er ook eens iets uit? Zoveel politici als er zijn, zoveel stokpaardjes worden er bereden. Papier is geduldig, maar ellenlange epistels worden niet gelezen.
Dus terwijl de standpunten gewisseld werden, gingen een groepje van drie Afrikanen uit zuid, oost en west en drie Europeanen van drie verschillende politieke partijen aan de slag om een compacte oproep aan de ministers te formuleren. En ook parlementariërs komen met verschillende percepties.
Uitdagingen het hoofd bieden
Want, laten we eerlijk zijn, wij Europeanen zijn hier niet om met Afrikanen te reflecteren op bijvoorbeeld het Europees hoger onderwijs, maar we vinden wel wat van het ontwikkelen van het onderwijs in Afrika. De Afrikaanse kant voelt die ongelijkheid haarfijn aan. Het leidt tot teksten waarbij we de “uitdagingen voor jeugd op beide continenten het hoofd geboden moet worden” en waarbij terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers wel benoemd wordt, maar verpakt wordt in de wens hen bij thuiskomst goed te re-integreren.
Het was geen slechte tekst, als zeg ik het zelf, maar algemeen geformuleerde wensen over transparantie in de grondstoffenhandel, de noodzaak om heel Afrika te elektrificeren, de diaspora serieus te nemen en vrouwen gelijk te behandelen, zeggen vooral iets over het prioriteitenlijstje, niet over de uitvoering er van. En daar gaat het natuurlijk om.
En dat - voorspel ik u - zal ook de uitkomst zijn van de ministeriële top: voor ieder wat wils, maar zonder praktisch vervolg.