Gisteren besprak het Europees Parlement de situatie in Macedonië. GroenLinks Europarlementariër Joost Lagendijk voerde namens de Groenen/EVA-fractie het woord en had een pittige vraag aan Louis Michel, de voorzitter van de Raad van Ministers.

"Laat ik beginnen met het uitspreken van mijn lof voor de bemoeienis van de Europese Unie, de Raad en de Commissie tot nu toe. Er is met één stem gesproken, dat is wel eens anders geweest op de Balkan, en er is een zeer matigende invloed uitgeoefend, terecht, op het gebruik van geweld en de nadruk gelegd op het vinden van een politieke oplossing," aldus Lagendijk.

Lagendijk maakt zich echter ook zorgen, en wel om de volgende twee zaken. Ten eerste de relatie tussen de hulp van de Europese Unie en de constructieve rol van de partijen. Lagendijk: "Dat luistert zeer nauw. Natuurlijk is hulp niet vanzelfsprekend, maar trekken wij onze hulp voor de Albanees talige universiteit in Tetovo in, als de opstelling van de Albanese partijen in de regering ons niet bevalt? Of stoppen wij met de aanleg van kleinschalige infrastructuur als de compromissen van de Macedonische partijen ons niet bevallen? Ik zou daar zeer voorzichtig in zijn. Ik ben vóór druk, ik ben vóór bemoeienis van de EU, maar ik ben tegen vage dreigementen."

De vraag aan de Commissie van Lagendijk was of die link geldt voor de nieuwe hulp of dat die ook geldt voor bestaande hulp. Lagendijk: "Met andere woorden, is er een moment waarop de Europese Commissie zegt: 'uw opstelling bevalt ons niet en daarom stoppen wij de gehele hulp of delen van de hulp'?"

De tweede bron van zorg betreft de totstandkoming van een akkoord tussen de Macedonische regering en de Albanese partijen. Er is gezegd dat er pas militaire betrokkenheid van de Europese Unie zal komen als er een akkoord is in de regering en een akkoord met de rebellen, maar in dat laatste zit volgens Lagendijk het probleem.

De speciale EU-vertegenwoordiger de heer Léotard, heeft gezegd dat er onderhandeld moest worden door de Macedonische regering met de rebellen. Toen Léotard dit zei, was de wereld te klein. Er werd overwogen door de Macedonische regering om Léotard de toegang tot Macedonië te ontzeggen. Deze opstelling zorgt echter voor een impasse.

Lagendijk: "Als de regering niet wil onderhandelen met de rebellen, wie onderhandelt er dan wel met de rebellen? Is de Commissie betrokken achter de schermen, of betrokken geweest bij onderhandelingen? Is de Raad erbij betrokken? Ik heb geen enkele sympathie voor de rebellen en ik vind dat ze moeten stoppen met hun geweld, maar een akkoord zonder een akkoord met de rebellen is geen akkoord. Dus er is een missing link tussen het regeringsakkoord en het akkoord met de rebellen. Mijn vraag aan de Raad en de Commissie is: wie is bereid die link te leggen?”

Het antwoord van de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel, de voorzitter van de Raad van Ministers, op de vraag van Joost Lagendijk op deze link was een zeer diplomatieke. Michel zei dat hij het met de heer Lagendijk eens was dat er op alle mogelijke manieren contact onderhouden moet worden met alle mogelijke onderhandelingspartijen en dat daar mogelijkerwijs, indien relevant, de rebellen ook onder zouden kunnen vallen.