“Sterke diplomatie, sterk in de handel, sterk in conflictpreventie. Dat is en blijft de kern van een Europees gemeenschappelijk buitenlands beleid”, aldus GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk. Deze week debatteerde en stemde het Europees Parlement over de toekomst van Europees buitenlands beleid.

bijdrage Lagendijk aan debatCiviele supermacht
Lagendijk wil dat de Europese Unie zich ontwikkelt naar een civiele supermacht en niet als militaire supermacht. Donderdag 23 oktober stemde het Europees Parlement over een richtinggevend visie voor een gezamenlijk Europees buitenlands- en veiligheidsbeleid. Het accent op soft power wordt daarin, tot tevredenheid van Lagendijk, sterk benadrukt.

Geen kopie VS
Lagendijk beseft dat militaire capaciteit een noodzaak is, ook voor Europa. Maar voorkomen moet worden dat de EU een kopie van de VS wordt. Europa moet een alternatieve visie ontwikkelen, een alternatieve analyse maakt van wat veiligheid is. “We moeten ons niet laten terugschrikken door die weerstand aan de andere kant van de oceaan. Ook de Verenigde Staten zijn niet gebaat bij een gehoorzame volger, maar wel bij een zelfbewuste partner met een eigen visie.”

Onafhankelijk
Lagendijk wil dat Europa onafhankelijk van de NAVO kan opereren. “De eerste prioriteit zou moeten liggen bij het opbouwen van onze eigen snelle interventiemacht en niet bij een snelle reactiemacht van de NAVO, zoals nu in het verslag staat.” Lagendijk is ervan overtuigd dat hiervoor geen extra investeringen voor defensie noodzakelijk zijn, maar dat het huidige budget efficiënter moet worden ingezet en de lidstaten hun defensiebeleid beter op elkaar moeten afstemmen.

Democratische controle
Parlementaire democratische controle moet een van de uitgangspunten van een gezamenlijk Europees buitenlands- en veiligheidsbeleid zijn, vindt Lagendijk. “We kunnen hier nog zoveel praten over welke visie dan ook, als daar geen controle op toegepast wordt door het Parlement, als het van het begin tot aan het eind alleen om de financiën gaat, dan zal die visie niet tot wasdom komen”, aldus Lagendijk tijdens het debat woensdag 22 oktober.

Bijdrage Joost Lagendijk (GroenLinks) op 22 oktober 2003 in het Europees Parlement bij het debat over gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid

Voorzitter, voor mijn fractie is een cruciaal element in het verslag Brok het besef dat de Europese Unie een belangrijke speler kan en moet zijn op het wereldtoneel. Maar als de Europese Unie dat doet, dat ze het dan op een andere manier zal doen dan de Verenigde Staten.

De Europese Unie moet proberen geen militaire supermacht te zijn maar, ik zou zeggen, een civiele supermacht. Die punten worden terecht sterk benadrukt in het verslag. Sterke diplomatie, sterk in de handel, sterk in conflictpreventie. Dat is en blijft de kern van het gemeenschappelijk buitenlands beleid.

Daarbij hoort ook, geen misverstand daarover, een militaire capaciteit. De Europese Unie moet in staat zijn om meer te doen dan nu is, maar ze moet in staat zijn iets anders te doen dan de Verenigde Staten. Dat betekent bijvoorbeeld dat de eerste prioriteit zou moeten liggen bij het opbouwen van onze eigen snelle interventiemacht en niet bij een snelle reactiemacht van de NAVO, zoals nu in het verslag staat. Dat betekent ook - en op dat punt heb ik een andere mening dan de Commissaris - dat efficiënter besteden wat we nu aan defensie uitgeven de eerste prioriteit moet zijn. Ik kan tegen mijn burgers niet uitleggen dat we meer moeten besteden aan defensie, als zij weten dat we het op dit moment zo enorm inefficiënt besteden.

Voorzitter, bij wie nu de discussie in de media volgt, zou het misverstand kunnen rijzen dat de kern van de discussie tussen de EU en de NAVO gaat over de hoofdkwartieren. Collega's, laten we duidelijk zijn, het gaat niet over hoofdkwartieren. Waar de Verenigde Staten bang voor zijn, is dat de Europese Unie een eigen, een alternatieve visie ontwikkelt, een alternatieve analyse maakt van wat veiligheid is. Een analyse en een strategie, die zullen afwijken van die van de Verenigde Staten.

Laten we ons a.u.b. niet laten terugschrikken door die weerstand aan de andere kant van de oceaan; ook de Verenigde Staten zijn niet gebaat bij een gehoorzame volger, maar wel bij een zelfbewuste partner met een eigen visie. En dat betekent ook dat onderdeel van die visie moet zijn: parlementaire democratische controle. We kunnen hier nog zoveel praten over welke visie dan ook, als daar geen controle op toegepast wordt door het Parlement, als het van het begin tot aan het eind alleen om de financiën gaat, dan zal die visie niet tot wasdom komen.