Het Europees Parlement besloot woensdag om de regels over de verzekeringen op exportkredieten die EU-landen aan bedrijven geven flink aan te scherpen. De belangrijkste voorwaarde is dat overheidssteun voor export niet langer mag botsen met internationale doelen voor milieu en ontwikkelingssamenwerking. GroenLinks-Europarlementariër Judith Sargentini is zeer tevreden over de aangenomen voorstellen, die zijn opgesteld door haar Franse fractiegenoot Yannick Jadot.

Bedrijven die zaken doen in ontwikkelingslanden krijgen vaak steun via verzekeringen op exportkredieten. De Nederlandse overheid staat dan garant als afnemers in een ontwikkelingsland niet uitbetalen aan een Nederlands bedrijf. "Bij de keuzes van te ondersteunen bedrijven worden vaak alleen financiële risico's bekeken, en blijven milieurisico's en sociale risico's onderbelicht”, stelt Sargentini.

Het  kan voorkomen dat de Nederlandse staat bedrijven verzekert voor projecten die bijdragen aan mensenrechtenschendingen of milieuvervuiling. Daarbij kan het dan gaan om de bouw van grote fabrieken of dammen, of zelfs om militaire export. Sargentini: “Via exportkredietverzekeringen verdwijnen miljarden naar schadelijke projecten in ontwikkelingslanden. Ik pleit daarom voor maximale openheid over waar deze verzekeringen naartoe gaan.”

De Groenen vinden dat overheidsgeld niet mag worden ingezet voor projecten die mensenrechten schenden of het milieu schaden. Op dit moment overweegt de Nederlandse nationale exportkredietverzekeraar Atradius of vanuit Nederland een uitbreidingsplan voor het Panamakanaal wordt gesteund, maar daarbij is nog onduidelijk of goed op mens en milieu in de omgeving gelet gaat worden. Naar de mening van het Europees Parlement moet daar nu eerst duidelijkheid over zijn.

Nu het Europees Parlement heeft gestemd over haar officiële standpunt, gaat het volgende week onderhandelen met de Europese Commissie en de raad van Europese ministers om tot een akkoord te komen.