Het Europees Parlement schiet door in haar marktdenken, vindt GroenLinks-europarlementariër Theo Bouwman. Donderdag 23 oktober stemde een meerderheid, zeer tegen de zin van de groenen, vóór liberalisering van het reizigersvervoer per spoor. Bouwman wil dat de liberalisering beperkt blijft tot het goederenvervoer per spoor.

bijdrage Bouwman aan debatOorspronkelijk voorstel
De oorspronkelijke voorstellen van de Europese Commissie hadden alleen betrekking op goederenvervoer per spoor. Jarzembowski, een Duitse christen-democraat, breidde de liberalisering echter uit met het reizigersvervoer per spoor. Een meederhei van het Europees Parlement steunde donderdag 23 oktober tijdens de plenaire stemming zijn voorstel, tot teleurstelling van Bouwman.

Britse toestanden
Bouwman vreest voor Britse toestanden waar tal van vervoersaanbieders op één traject tot chaos leidt. De betaalsystemen sluiten niet op elkaar aan, er zijn lange wachttijden bij het overstappen en de veiligheid te wensen overlaat. Bouwman: “Ik vindt het onvoorstelbaar dat, na de ervaringen in Engeland en Nederland met privatisering en liberalisering van de spoorwegen, er een meerderheid van het Europees Parlement is die ondoordachte liberalisering van personenvervoer per spoor steunt.”

Goederenvervoer
Bouwman is voorstander van liberalisering van het goederenvervoer. Voor die liberalisering is Europese afstemming van de infrastructuur en technische systemen voor besturing en veiligheid echter noodzakelijk. Daarover stemde het Europees Parlement ook deze week. Met die maatregelen is Bouwman wel tevreden. Bouwman: ”Bij goederen is vraag en aanbod gemakkelijk op elkaar af te stemmen. Als er geen trein vraag is, dan rijdt er geen trein. Dat is voor beide partijen geen probleem. Daarom zou de vrije markt bij goederenvervoer per spoor wel kunnen werken.”

Algemeen belang
Bij personenvervoer is dat een heel ander verhaal vindt Bouwman. Personenvervoer is een dienst van algemeen belang, daarbij spelen meer zaken een rol dan alleen de economische afweging zoals bij een geprivatiseerd bedrijf het geval is. Bouwman: ”Economisch onrendabele lijnen kunnen uit maatschappelijk oogpunt wel degelijk noodzakelijk zijn, zo ook het rijden op ‘oncourante tijden’. Diensten van algemeen belang, zoals personenvervoer, moet je volgens GroenLinks dan ook niet privatiseren. Voor het personenvervoer is liberalisering dan ook een slecht recept, bovendien druist het in tegen het Tweede Kamerbesluit om een pas op de plaats te maken met de marktwerking.”

Europese transportministers
Het Europees Parlement en de Raad van Ministers (de transportministers uit alle EU-lidstaten) delen de wetgevende macht op dit onderwerp. Zowel de Europese Commissie als de Europese transportministers hebben te kennen gegeven dat zij het veel te vroeg vinden voor liberalisering van personenvervoer. Bouwman: “Het gebeurt niet vaak, maar dit keer steun ik het standpunt van de Raad van ganser harte en ik hoop dat zij voet bij stuk houdt bij de komende onderhandelingen met het Europees Parlement.”

Bijdrage Theo Bouwman (GroenLinks) op 21 oktober 2003 in het Europees Parlement bij het debat over de liberalisering van het spoor

Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de Commissaris, rapporteurs, dank voor het werk dat verricht is. Ik wil het vooral even hebben over de ontwikkeling van het spoorvervoer en niet zozeer over veiligheid, interoperabiliteit en dergelijke. Dat lijken mij in eerste instantie uitstekende verslagen. Het belang van die ontwikkeling van spoorwegen voor milieu en veiligheid is natuurlijk overduidelijk.

Het eerste spoorwegpakket ging in de richting van het openstellen van goederenvervoer, met name internationaal, en legt een bepaalde datum vast. We hebben daar hard voor gevochten en we hebben toen eigenlijk afgesproken dat we vanaf dat moment met onze vingers van het spoorvervoer voor reizigers zouden afblijven totdat er een apart document over zou komen. Het Parlement gaat volgens mij betreft twee stappen te ver. Ten eerste, om zomaar te praten over de interne liberalisering in de landen en ten tweede, met name bij de liberalisering van het passagiersvervoer.

Kijk, als dit een drukmiddel is voor onderhandelingen, dan kan ik dat wel begrijpen. Maar wat mij betreft, laat het ogenblikkelijk vallen en wacht tot de Commissie komt met een voorstel na uitvoerige evaluatie van de situatie in een aantal landen, met name in Engeland (privatisering namelijk), in Nederland, en in nog een aantal andere landen. Daar zijn grote problemen als gevolg van het opdelen van bedrijven. Het begint al bij de deregulering, het begint al bij de opsplitsing van bedrijven. Als bedrijfskundig ingenieur, wetende hoe bedrijven georganiseerd moeten worden, zeg ik dat je bijvoorbeeld greep moet houden op het onderhoud van materieel en van andere zaken. Daar zullen we terug naartoe moeten. Eerst een evaluatie en vervolgens een debat over hoe het verder moet met die vorm van liberalisering. Ik ondersteun van ganser harte het standpunt van de Raad in dit verband.