Stel je vindt de baan van je leven in Athene. Kun je dan je partner meenemen? Als je getrouwd bent met iemand van het andere geslacht wel. Een duurzame of geregistreerde partner of homo-echtgenoot wordt in Griekenland en vele andere EU-lidstaten - echter niet erkend als gezinslid.

De progressieve partijen in het Europees Parlement pleitten voor het recht van vrij verkeer van EU-burgers en hun gezin in brede zin en wisten daarvoor vandaag een meerderheid te krijgen.

Homohuwelijk en geregistreerd partnerschap
In 2001 zijn in Nederland 1.339 homohuwelijken en 3377 geregistreerde partnerschappen gesloten, waarvan 530 tussen paren van gelijk geslacht en 2847 tussen personen van verschillend geslacht.
Het Nederlandse homohuwelijk is uniek, België volgt binnenkort. Maar meer dan de helft van de EU-lidstaten (Zweden, Finland, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Portugal, België en Nederland) kent wel een bij wet geregeld geregistreerd partnerschap. Dat geldt (nog) niet voor bijvoorbeeld Italië, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Griekenland en Ierland. Deze verschillen in wetgeving kunnen zeer nadelige gevolgen hebben voor gezinnen die zich van het ene EU-land naar het andere begeven. Buitenweg: 'Een Nederlands stel met een geregistreerd partnerschap en een kind kan bijvoorbeeld niet als gezin naar Rome of Londen verhuizen als slechts één van de ouders daar een baan heeft'.

Wederzijds erkennen
In het Europees Parlement heeft een links-liberale coalitie van onder meer sociaal-democraten en Groenen zich met succes ingespannen om zo breed mogelijke steun te krijgen voor de wederzijdse erkenning van relatievormen. Dat houdt in dat EU-lidstaten die het homohuwelijk, het geregistreerd partnerschap en andere duurzame samenlevingsvormen (formeel) niet kennen, paren die in een andere lidstaat zo'n samenlevingsvorm hebben gesloten niettemin moeten erkennen. Een land als Italië wordt daardoor niet verplicht om het geregistreerd partnerschap in zijn burgerlijk wetboek bij te schrijven, maar dient wel verblijfsrecht te geven aan de geregistreerd partner van een Nederlander die in dat land komt werken. Buitenweg: 'Zonder die wederzijdse erkenning blijft het recht op vrij werknemersverkeer, het paradepaardje van het Europese burgerschap, voor een groeiende groep mensen een dode letter. Het principe van wederzijdse erkenning - dat het zonder aanvullende voorwaarden erkennen van (rechterlijke) besluiten van lidstaten onderling behelst - werd in 1999 door de EU-regeringsleiders tot hoeksteen van de justitiële samenwerking verklaard. Het wordt tijd dat dit uitgangspunt ook eens in het voordeel van burgers werkt. Bij het arrestatiebevel en een reeks andere recent overeengekomen maatregelen verzwakt het de rechtspositie van de burger alleen maar.'

Revolutionair
De meerderheid van de christen-democraten (exclusief de Nederlandse CDA-ers) stemden tegen het voorstel. Zij verzetten zich vooral tegen het expliciet erkennen van echtparen en geregistreerde partnerschappen tussen partners van hetzelfde geslacht. Verder willen zij aan stellen die duurzaam samenleven, zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap, of zij nu van hetzelfde of van verschillend geslacht zijn, sowieso geen gezinsstatus toekennen. Buitenweg: 'Het is revolutionair te noemen dat een meerderheid van het parlement expliciet het homohuwelijk wil erkennen. Dat de christen-democraten de facto het recht op vrij verkeer aan een grote groep EU-gezinnen wil ontnemen, is van de zotte, maar doet daar niets aan af.'

EU-ministers minder progressief
De europarlementariërs delen in dit geval de wetgevende macht met de EU-ministers van justitie. Die lijken op een veel minder progressief standpunt aan te koersen: de geregistreerd partner of homo-echtgenoot mag alleen mee als de lidstaat van bestemming ook een bij wet geregeld geregistreerd partnerschap kent of het burgerlijk huwelijk heeft opengesteld voor paren van hetzelfde geslacht. Buitenweg: 'Dan is er dus geen sprake van wederzijdse erkenning. Een Nederlandse homo-echtgenoot heeft dan niet het recht om zich bij zijn wederhelft in Dublin, Athene of Parijs te vestigen zolang die landen niet zelf het huwelijk openstellen voor paren van hetzelfde geslacht. Anno 2003 is dat natuurlijk een zeer kwalijke zaak en een schending van het recht dat de Europese burger als vanzelfsprekend zou moeten hebben.'