Het Europees Parlement wil dat alle verdachten in alle Europese landen voortaan aanspraak kunnen maken op een minimum van rechten als rechtsbijstand en vertaling. Europarlementariër Kathalijne Buitenweg van GroenLinks is blij met deze procedurele minimumrechten voor verdachten.
De Europese Groenen stemden in 2001 tegen het Europees arrestatiebevel, mede omdat daarin niets geregeld werd over de rechten van de verdachten die met die nieuwe regeling voortaan veel makkelijker uitgeleverd worden aan andere lidstaten. GroenLinks organiseerde diverse hoorzittingen in Nederland en Brussel waar o.a . strafpleiter Cees Korvinus en professor Cyriel Fijnaut aanwezig waren.
Minimumnormen verdachten
Dinsdag 12 april stemde Europees Parlement in met een aantal belangrijke minimumnormen voor strafprocedures. "Misdadigers houden zich niet aan nationale grenzen, en ook de opsporing moet dus over de grenzen heen. Maar met de opsporing moet ook de rechtsstaat Europawijd gegarandeerd worden. De procedurele rechten van verdachten zijn een logische en zeer noodzakelijke aanvulling op het Europees arrestatiebevel," aldus Buitenweg, die als rapporteur het voortouw neemt in de formulering van een gezamenlijk standpunt van het Europees Parlement.
Minimumrechten
Als de justitieministers het advies van het Europees Parlement overnemen, zullen verdachten in alle lidstaten van de EU binnenkort verzekerd zijn van onder andere toegang tot rechtsbijstand gedurende de hele strafprocedure, recht op een tolk en vertaler als ze zich in een lidstaat bevinden waarvan ze de taal niet verstaan, en het recht om contact op te nemen met familie en ambassade. Lidstaten zullen tevens de verplichting hebben om verdachten op hun rechten te wijzen in een taal die ze verstaan. Voor Nederland zal dit ook een belangrijke verandering betekenen, omdat verdachten voortaan hun advocaat erbij mogen hebben tijdens verhoor.
Rechtsstaat
Buitenweg heeft benadrukt dat een doeltreffende bescherming van de rechten van verdachten ook noodzakelijk is voor effectieve misdaadbestrijding. Lidstaten zullen eerder geneigd zijn eigen onderdanen aan elkaar uit te leveren, als ze er vertrouwen in hebben dat deze verdachten verzekerd zullen zijn van basisrechten. Een goed voorbeeld van schending van de rechten van verdachten war de vliegtuigspotters in Griekenland in november 2001. Zij wisten wekenlang niet wat de aanklacht was, noch was de bewijslast helder. Zodoende kon de verdediging niet onderzoeken of ze terecht in hechtenis zaten.
Compromis
Heikel punt was het voorstel de minimumrechten niet te laten gelden voor burgers die verdacht zijn van ernstige en complexe vormen van misdaad, zoals terrorisme. Buitenweg is het er niet mee eens om een uitzondering te maken. Helaas bleek een ruime meerderheid van de Europese volksvertegenwoordigers hier wel voor. Met name de christen-democraten eisten een uitzondering die mensen die van terrorisme verdacht worden zonder rechtsbescherming te laten. Ze dreigden tegen het hele kaderbesluit te stemmen als deze uitzondering niet in stand werd gehouden. Buitenweg zag zich genoodzaakt tot een compromis. Lidstaten mogen nu in geval van terrorismeverdachten afwijken van de afgesproken minimumnormen, maar ze dienen zich wel te houden aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Grondrechtenhandvest.