Voor een Europees Rampenfonds valt veel te zeggen. Maar de Europese Unie moet vermijden dat, door steun aan ondoordachte herstelplannen, de hulpgelden uiteindelijk in het water belanden.

De Europese Commissie heeft snel en onbureaucratisch gereageerd op de watersnood in Midden-Europa. Duitsland, Tsjechië en andere getroffen (kandidaat-)lidstaten mogen geld dat zij tegoed hebben uit Europese steunfondsen aanwenden voor herstelwerkzaamheden. De Duitse kanselier Schröder vertaalt dit als 'grootschalige hulp'. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de aanstaande Duitse verkiezingen, of positiever, met de noodzaak om de Oost-Duitsers die nog met hun voeten in het water staan een steuntje in de rug te geven. Feitelijk gaat het om een sigaar uit eigen doos.
Om de solidariteit met slachtoffers van natuurrampen in Europa daadwerkelijk inhoud te geven - en te voorkomen dat hiervoor de hulpfondsen voor armere delen van de wereld geplunderd worden - heeft de EU een rampenfonds nodig. De Europese Commissie heeft hiertoe een voorstel gedaan, maar stuit daarbij op de begrotingsdogmatiek die de lidstaten haar hebben opgelegd: de EU mag geen geld lenen of sparen. De euro's die aan het eind van het jaar niet zijn uitgegeven, dienen te worden teruggeven aan de lidstaten. Maar als het rampenfonds elk jaar opnieuw gevuld moet worden, zal het nooit een substantiële omvang bereiken. Het is verstandiger om de nationale contributies niet rond te pompen tussen Brussel en de lidstaten, maar op te sparen. Rampen houden zich nu eenmaal niet aan de jaarlijkse begrotingscyclus. En het kan niet zo zijn dat bij een aardbeving in januari wel Europese hulp beschikbaar is, terwijl de slachtoffers van een overstroming in december, wanneer het jaarlijkse hulppotje leeg is, van steun uit Brussel verstoken blijven.

Een Europees rampenfonds vergt duidelijke criteria: schiet de EU alleen bij grote natuurrampen te hulp, of ook bij door mensenhanden veroorzaakte rampen als die in Enschede? De afbakening is niet zo eenvoudig, want steeds meer natuurrampen zijn mede het gevolg van menselijk handelen. Wie rivieren insnoert tot kanalen, vergroot het risico dat de watermassa op een dag uit haar keurslijf breekt. Het kan niet zo zijn dat Europese steun de volgende ramp bespoedigt. De EU moet dan ook voorwaarden verbinden aan de uitkeringen uit het rampenfonds. Op z'n minst mag van de begunstigde lidstaten gevraagd worden dat zij de locatiekeuze voor huizen, fabrieken en infrastructuur kritisch evalueren. Nationale hoofdsteden zijn allergisch voor Europese bemoeienis met hun ruimtelijke ordening, maar enige druk uit Brussel is gewenst. Het nationale rivierenbeleid schiet vaak tekort. Grensoverschrijdende plannen om rivieren voldoende ruimte te geven bij pieken in de waterafvoer bestaan tot nu toe alleen voor de Rijn.

Het EU-rampenfonds moet niet alleen pleisters plakken, maar ook aan ongevallenpreventie doen. Solidariteit is een kwestie van hart én verstand.