Maarliefst dertig procent van de Europese burgers moet na het werkende leven rondkomen van enkel en alleen het overheidspensioen. Als voorzitter van de commissie werkgelegenheid en sociale zaken juicht GroenLinks-europarlementariër Theo Bouwman toe dat Europa het dreigende pensioenprobleem gezamenlijk op de agenda zet en nationale strategieën gaat vergelijken.

Door de vergrijzing van de bevolking, de sterk toegenomen levensverwachting en de drastische en aanhoudende daling van het geboortecijfer staat de betaalbaarheid van pensioenen in Europa op de tocht. In 2050 verwacht men de maximale verhouding tussen gepensioneerden en werkenden.

De wettelijke regulering van het verplichte staatspensioenstelsel valt op dit moment onder de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten. Bouwman: “Ondanks dat de Europese Unie geen wetgevende bevoegdheid heeft op dit gebied is het goed dat zij zich als coördinator van dit probleem heeft aangeboden. Ook in de toetredingslanden in Midden- en Oost-Europa is de betaalbaarheid van pensioenen in de toekomst een groot probleem.”

Gekozen is voor een zogenaamde open-coördinatiemethode. Elke lidstaat behoudt zijn eigen bevoegdheden, maar er wordt een vergelijking gemaakt van de verschillende analyses en oplossingen en gemeenschappelijke indicatoren moeten werkmethodes op elkaar afstellen. Uiterlijk september 2002 dienen de lidstaten hun nationale strategieën rondom de pensioenstelsels voor de toekomst in te leveren, zodat men deze met elkaar kan vergelijken, oplossingen kan uitwisselen en best practices kan aanwijzen.