Bij de Europese Beschouwingen concentreerde Tineke Strik zich op de twee belangrijkste uitgangspunten voor Europese samenwerking: het versterken van de democratie en het handhaven van de mensenrechten. Een nieuw Europees Verdrag moet de huidige democratische tekortkomingen aanpakken door de positie van het Europese Parlement te versterken. Daarnaast bepleitte Tineke dat asielzoekersrechten uit het Vluchtelingenverdrag beter nageleefd moeten worden.

Een jaarlijkse reflectie op de Europese ontwikkelingen en de Nederlandse koers daarin is geen overbodige luxe: Europa staat niet bepaald stil, en datzelfde geldt voor de Nederlandse kabinetsvisie hierop. Het afgelopen decennium was het elke twee jaar weer spannend wat de nieuwe coalitie zou vinden van Europa. Het verheugt mij daarom dat vandaag minister Timmermans in deze Kamer zijn visie kan ontvouwen.
Allereerst wil ik de regering mijn complimenten maken voor de informatievoorziening. Vanuit deze Kamer is het verzoek gedaan om in de Staat van de Unie een meer integrale visie op te nemen, en daar is het ministerie in geslaagd. Ook qua toonzetting is dit kabinet een verademing ten opzichte van het vorige. Minister Rosenthal uitte hier vorig jaar beperkte opvattingen over de toekomst van Europa. Volgens deze minister was er geen tijd om een visie te ontwikkelen, omdat er hard gewerkt moest worden.
Ondanks de andere toon is ook uit de huidige Staat van de Unie geen klip-en-klare visie te destilleren op de langetermijnontwikkeling. Sinds zijn aantreden in dit kabinet lijkt de minister plots moeite te hebben met vergezichten. Hij uit ze zelf niet meer en valt bovendien de voorzitter van de Europese Raad aan op het überhaupt hebben van een toekomstvisie, omdat hij daarmee te weinig gevroel zou tonen voor het gebrek aan draagvlak voor Europa. Mijn fractie deelt de zorg voor voldoende draagvlak voor Europa, maar niet de gekozen strategie van de minister. Betrokkenheid bij Europa, mensen daarin laten meedenken en beslissen, kan alleen met transparantie in de idee- en de besluitvorming. Eerlijke scenario's schetsen met voor- en nadelen en duidelijke momenten creëren waarop mensen zich kunnen uitspreken: dát creëert draagvlak voor de ontwikkeling van de Unie. Was het niet juist deze minister die onlangs zijn ongenoegen uitsprak over de Europese besluitvorming op dossierniveau? Hij sprak zijn afkeer uit van wat hij noemde "Europa in gerommeld worden". Ministers en lidstaten waren volgens hem voor voldongen feiten geplaatst zonder tijdens het proces een duidelijk ja of nee te hebben kunnen geven. Maar is dit niet exact wat dreigt als de minister ten opzichte van de kiezers suggereert dat de Europese integratie niet verdergaat?
We weten dat er de komende jaren een verdragsherziening zal komen; we hebben haar simpelweg op teveel fronten nodig. Ook minister Schäuble kondigde onlangs aan dat Duitsland zich daarvoor gaat inspannen. Is dan het logisch om op onderdelen wijzigingen door te voeren, bijvoorbeeld de tweede pijler van de bankenunie, zonder tevens de structurele democratische tekortkomingen van het huidige verdrag aan te pakken? Mijn fractie ziet juist in het gebrek aan beïnvloeding door burgers de ideale voedingsbodem voor euroscepsis, meer dan in de Europese samenwerking op zichzelf. Veel mensen begrijpen heel goed dat de huidige problemen op tal van terreinen -- denk aan economie, banken, klimaat of buitenlands beleid -- vragen om grensoverschrijdende samenwerking. Ook het daarbij horende overhevelen van bevoegdheden wordt breed gedragen, zolang daar maar democratische waarborgen tegenover staan. Juist op dit punt groeit de Unie steeds verder scheef. Met name door de constellatie die we nu hebben van een Unie, de eurozone en het begrotingspact wordt de besluitvorming diffuser, met verschillende lagen, en wordt het afschuiven van verantwoordelijkheden naar andere lagen of instituties alleen maar makkelijker.
Acht de regering de wijze waarop het Europees Parlement nu invloed kan uitoefenen, voldoende? Zelfs actieve nationale parlementen die de positie van hun eigen regering effectief kunnen beïnvloeden, kunnen niet zonder een volksvertegenwoordiging op het Europese niveau. Alleen die kan immers de besluiten op Raadsniveau beoordelen en ijveren voor aanpassingen. En moeten we wel toe naar een apart EMU-parlement terwijl we een Europees Parlement hebben? Ik sluit me aan bij de woorden van de heer De Graaf daarover. Is de regering van mening dat de huidige besluitvorming in het economisch en buitenlands beleid, namelijk bij unanimiteit, voldoende slagvaardig is en de EU vooruit helpt? Het is goed dat belastingontwijking door multinationals en rijke burgers nu hoog op de Europese agenda staat, maar voor een effectieve aanpak hiervan zullen we toch echt af moeten van het vetorecht op fiscale besluiten. Is de EU naar de mening van de regering nu af, of sukkelen we eigenlijk alleen maar achteruit als we het hierbij laten?
Terwijl de besluiten in de Eurozone, de Ecofin en de Europese Raad praktisch elke burger raken, weten nationale parlementen maar met moeite een deuntje mee te blazen. Baart dit de minister ook zorgen? Zo ja, welke oplossing ziet hij daarvoor? Het vorige week bereikte sociaal akkoord had in elk geval maatschappelijk draagvlak in Nederland, althans voor zolang men het eens is over wat er nu eigenlijk is afgesproken. Uit de media vernamen wij dat het kabinet niet van plan is om het sociaal akkoord op te nemen in het nationaal hervormingsprogramma in het kader van het Europees semester. Klopt dat en zo ja, wat is dan de waarde van het semester en van de rol die beide Kamers daarbij horen te spelen? Ik hoop dat ik geen gelijk heb, want het lijkt me bij uitstek iets wat we naar Brussel moeten sturen en waarin we kunnen aangeven hoe we de begroting zullen gaan vormgeven. Welke rol ziet de minister exact voor het Europees Parlement weggelegd bij de behandeling van de Annual Growth Survey? Is dat volgens de regering voldoende?
Zoals al gezegd, zal een verdragsherziening naar onze verwachting niet lang op zich laten wachten, en eigenlijk weet de huidige regering dat ook wel. Is het wel fair om dan toch te proberen om de Nederlandse kiezers enigszins in slaap te sussen? Of komt het bagatelliseren voort uit onenigheid binnen het kabinet? De PvdA pleit al voor een referendum en heeft al de nodige wensen geventileerd voor een herziening. De VVD wil daar niets van weten. Als een herziening er toch komt, kan Nederland maar beter schetsen hoe dat verdrag eruit zou moeten komen te zien. En waarom laten we burgers daarover niet meebeslissen? Waarom zouden zij niet te overtuigen zijn van de nadelen van belastingontduiking en het leggen van de rekening voor bankproblemen bij de belastingbetaler? Vreest het kabinet koud water of gelooft het niet in de eigen overtuigingskracht?
Het kabinet kiest een andere strategie …
De heer Thom de Graaf (D66): Het was niet mijn bedoeling om u midden in een zin af te breken.
Mevrouw Strik (GroenLinks): Dit was een nieuw stukje, dus het kan precies.
De heer Thom de Graaf (D66): Nog even over de wens van mevrouw Strik om iets aan de bevolking voor te leggen, als ik die goed begrepen heb. Ik meen dat ook haar fractie en haar partij al lange tijd voorstander zijn van een correctief raadgevend of misschien zelfs een beslissend referendum dat vanuit de bevolking opkomt. Is dat niet veel beter dan dat regering en parlement aan de bevolking vraagt om voor hen te beslissen als dat hen toevallig uitkomt, en zij dat een volgende keer weer niet doen? Moeten we het recht niet aan de burgers geven? Als dat zo is, is het niet verstandig om te zeggen: voor dit Europees verdrag gaan we even regelen dat u het mag zeggen, maar voor de rest niet.
Mevrouw Strik (GroenLinks): Sluit het een het ander uit? Op het moment dat er zo'n belangrijk besluit moet worden genomen -- gaan wij ons binden aan een nieuw Europees verdrag? -- lijkt mij het moment daar om burgers zich daarover te laten uitspreken. Dat staat toch los van het feit dat burgers zelf het initiatief kunnen nemen om een bepaald besluit voor te leggen als daar voldoende draagvlak voor is?
De heer Thom de Graaf (D66): Nee, het lijkt mij helemaal niet los van elkaar te staan. Het is het een of het ander. Of wij bepalen per keer of wij de burger zijn recht geven om ons te overrulen of in plaats van ons te besluiten, of wij geven het recht aan de burgers om elke keer als zij dat willen een besluit dat wij hebben genomen eventueel van een veto te voorzien. We moeten wel kiezen. Het een doen en het ander ook een beetje doen, leidt niet alleen tot verwarring maar is ook fundamenteel onjuist. Het schaadt de werking van een representatieve democratie.
Mevrouw Strik (GroenLinks): Het belangrijkste criterium voor ons is of burgers zich willen uitspreken. In die zin past dit het best bij het correctieve referendum op initiatief van burgers. Dat ben ik helemaal met de heer De Graaf eens. Dit is echter een gedenkwaardig moment, waarop je zeker wilt weten dat de beslissing gedragen wordt voordat je erin stapt. Je zou ook kunnen bekijken of het opkomt bij burgers dat zij hierover willen beslissen. Wij zouden dat bijzonder toejuichen.
Het kabinet kiest een andere strategie om draagvlak te bereiken. Het beschouwt het opstarten van een discussie over het terughalen van bevoegdheden als een probaat middel tegen de euroscepsis. Verwacht de regering dat dit iets gaat oplossen? In elk geval zal het niet de eurocrisis oplossen. Inmiddels hebben Frankrijk en Duitsland het VK laten weten dat ze niet willen meedoen aan het Britse onderzoek. Ziet de minister bovendien niet het risico dat het draagvlak voor de EU door zo'n exercitie zelfs zou kunnen verzwakken, bijvoorbeeld als blijkt dat met name de sociale regels en de milieuregels van de EU op de korrel worden genomen? Ik krijg graag een toelichting van de minister op het doel van deze exercitie en van de risico's ervan.
Dit kabinet stelt zich zeker constructiever op in de EU dan Rutte I. Het levert zijn bijdrage aan oplossingen voor de crisis, maar het hangt toch nog geregeld aan de rem, ook samen met andere lidstaten. We zien dat keer op keer bij de trage besluitvorming om de probleemlanden in de eurozone te hulp te schieten. Door geen investeringen toe te laten in sectoren die een duurzame economie kunnen aanblazen, snijden we in onze eigen vingers. Het rigide bezuinigingsbeleid schaadt de economieën zodanig dat de staatsschulden alleen maar verder oplopen in bijvoorbeeld Spanje en Portugal. Het smoort mogelijk herstel in de kiem, maar veroorzaakt ook veel leed. Mevrouw Broekers-Knol en de heer De Vries hebben al gewezen op de urgentie van het aanpakken van de jeugdwerkloosheid.
Het wakkert ook wrokgevoelens aan. Het gaat goed met de Gouden Dageraad in Griekenland. Ook in Italië is de politieke stabiliteit ver te zoeken. Pijnlijke besluiten lijken geen "eigenaar" meer te hebben, met name in de probleemlanden. Onderschat het kabinet de ontwrichtende werking van deze nationale bewegingen niet? Politici die nog wel lef hadden, worden steeds meer in het defensief gedrukt. Het sociaal akkoord in Nederland laat zien dat draagvlak in de samenleving nodig is en dat hervormingen op de langere termijn en beperkte bezuinigingen op de korte termijn een betere garantie zijn voor de houdbaarheid van de staatsfinanciën. Kunnen we verwachten dat het kabinet deze uitgangspunten ook in Brussel zal uitdragen? Het maatschappelijk draagvlak voor een dergelijke houding komt vanzelf als het kabinet uitlegt dat het belang van onderlinge solidariteit samenvalt met het Nederlandse belang.
De Europese Unie is zozeer door haar eigen problemen in beslag genomen, dat het besef soms afwezig lijkt dat ze elke dag antwoorden en strategieën klaar moet hebben voor de wereld die om haar heen draait. Te spreken over China als opkomende economie is allang achterhaald. Maar ook India, Brazilië en Rusland veroveren de wereldmarkt. De veranderende wereldverhoudingen, waarbij de VS hun vizier hebben verlegd naar het Oosten, vormen wellicht nog de meest urgente reden voor een slagvaardiger Europees beleid. Het is ook een reden voor meer geïntegreerde consulaire samenwerking. Hoe kijkt het kabinet aan tegen de concurrentiepositie van de Unie en haar potentie op de wereldmarkt? Zijn we proactief genoeg met onze eigen innovatie en in hoeverre draagt de Unie bij aan een duurzame wereldeconomie? Vinden we het juiste evenwicht tussen ons economisch belang en het belang om een waardengemeenschap te zijn, ook op het wereldtoneel? Mijn fractie ziet redenen voor zorg.
Een van die zorgen betreft de bedreigingen voor het emissiehandelssysteem voor CO2. Juist nu een land als China een eigen emissiehandelssysteem aan het opzetten is, moet de EU laten zien dat het echt kan werken. Daarvoor is het back-loadingvoorstel waar het EP vandaag over stemt, niet eens voldoende. De EU heeft ook ambitieuze klimaatdoelen voor 2030 nodig. Kan het kabinet zijn ambities schetsen op dit gebied? De energiediscussie neemt een revolutionaire wending nu de VS menen hun heil in schaliegas te moeten zoeken. Moet de EU niet juist nu laten zien dat er wél duurzame wegen zijn om onafhankelijker te zijn van externe energievoorziening?
Handelsverdragen die de EU sluit, zouden armere ontwikkelingslanden meer ruimte moeten bieden om hun eigen markt te beschermen tegen Europese import. Is de regering bereid om hiervoor actief te lobbyen bij nieuwe EPA's of interim-EPA's? Europese landbouwexportsubsidies worden weliswaar op nul gezet, maar het instrument van de exportsubsidies blijft wel bestaan, met schade door dumping in ontwikkelingslanden tot gevolg. Tel daarbij op de fiscale voordelen van hier gevestigde bedrijven die zaken doen in de ontwikkelingslanden en je hebt redenen genoeg voor een herbezinning op de vraag of wij de zelfstandige economische ontwikkeling in deze landen wel bevorderen of zelfs een kans geven. Vindt deze fundamentele discussie plaats in de Unie? Het raakt vele Raden en vele Commissarissen. Graag hoor ik de visie van het kabinet hierop.
Graag zwaai ik de minister lof toe voor zijn voortrekkersrol bij de brief over een Europees rapid alert mechanism bij mensenrechtenschendingen binnen de EU. Wat gaat het kabinet nog meer doen om ervoor te zorgen dat zo'n rapid alert mechanism er echt komt? De Hongaarse premier Orbán was hierover kennelijk niet te spreken, dus die boodschap is alvast aangekomen. Welke stappen zet de minister in de Raad van Europa om Hongarije daarop aan te spreken? Het huidige, beperkte Justice Scoreboard geeft Eurocommissaris Reding een extra argument om op te treden tegen de ondermijning van de rechtsstaat in Hongarije. Mijn fractie zou het liefste zien dat het mechanisme alle grondrechten en democratische beginselen gaat omvatten. Wat is de ambitie van het kabinet, ook wat betreft handhaving, en op welke termijn? Een sterke rule of law is belangrijk voor onze interne samenwerking, maar ook voor onze geloofwaardigheid naar buiten. Maken we die normen ook waar in ons optreden buiten de Unie?
Mijn fractie prijst het labelen van producten uit de Westbank, omdat we daarmee erkennen dat de bezetting van de Palestijnse gebieden door Israël illegaal is. Maar meer is nodig: het creëren van een reëel perspectief op een soevereine Palestijnse staat -- elke nederzetting erbij brengt dat perspectief verder weg -- en het stopzetten van de dagelijkse mensenrechtenschendingen. Volwassenen en kinderen zitten zonder proces lang vast, hebben geen toegang tot gezondheidszorg of andere basale voorzieningen en hebben geen vrijheid van beweging. Wat doen we eraan? Paul Brill noemde het vredesproces zaterdag in zijn column een schijnbaar levenloos lichaam. Van de VS hoeven we niet al te hoge verwachtingen te hebben. Nederland heeft zich onthouden van stemming in New York toen gestemd werd over de verhoging van de status van Palestina. Als argument gaf de minister dat hij prefereerde met de Unie, Europabreed, als eenheid, op te treden. Welke rol kan en moet de Unie spelen om het vredesproces toch weer nieuw leven in te blazen?
Ook in een land als Syrië speelt de prangende vraag aan wiens kant we staan. Durven we te kiezen, om de positieve krachten te ondersteunen zodat na de mogelijke val van Assad de eerste stapjes naar een democratie kunnen worden gezet? Het Vrije Syrische Leger heeft onze steun nodig, om ervoor te zorgen dat de dagelijkse aanvallen op burgers stoppen, maar ook voor een perspectief in lijn met onze waarden. Wat doet Europa en wat bepleit Nederland in Europa? Het is een duivels dilemma wat te doen, maar niets doen is ook een keuze. Dat weten we allemaal.
Nog ietsje dichter bij huis hebben we onze ring of friends, zoals we de landen van het Europees nabuurschap noemen. We hebben voor deze landen veel diverse doelstellingen, zoals het bevorderen van handel, het bevorderen van de democratie en het bevorderen van de rechtsstaat. Deze doelstellingen strijden met elkaar om prioriteit. Kortetermijnstabiliteit en een democratiseringsproces zijn soms moeilijk te verenigen. Waar kiezen we voor?
Tegelijkertijd beschouwt de Unie de buurlanden als een belangrijke buffer voor de illegale migratie naar Europa. We financieren hun grensbewaking en maken hen verantwoordelijk als transitland via terug- en overnameovereenkomsten. Hoewel de naleving nog problematisch is, hebben we binnen de Europese Unie wel onze wetgeving voor asielzoekers steeds meer op orde. Wat hebben asielzoekers echter aan Europese waarborgen als ze aan de grenzen van Marokko of Libië worden tegengehouden, terwijl hun daar geen perspectief wordt geboden op bescherming? Hoort naleving van het Vluchtelingenverdrag niet een strikte voorwaarde te zijn binnen het Europees nabuurschapsbeleid? Twee weken geleden heb ik in Marokko met tal van organisaties en migranten gesproken. Iedereen, behalve de Marokkaanse regering, erkent dat de staat structureel geweld pleegt ten aanzien van migranten. Ze leven zonder voorzieningen en zijn vogelvrij; om de haverklap worden ze opgepakt en in de woestijn gedropt. Of ze legaal of illegaal zijn, of zelfs door de UNHCR zijn erkend, maakt daarbij geen verschil: hun zwarte huidskleur is voldoende om gedeporteerd te worden.
De Europese Unie is doodsbenauwd om Marokko hierop aan te spreken, want lidstaten willen die dichte grenzen niet verspelen. Sterker nog: als Marokko de overnameovereenkomst sluit, wordt de druk op vluchtelingen uit de Subsahara nog groter. Ik lees in de Staat van de Unie dat Nederland niet zal aarzelen stevigheid te bepleiten ten aanzien van het terugnemen van de eigen burgers door die landen. Is de minister ook bereid deze stevigheid te betrachten om derdelanders die de EU niet meer kunnen bereiken en vast komen te zitten in onze buurlanden, bescherming en veiligheid te bieden? Ter inspiratie bied ik de minister hierbij graag het onthullende en alarmerende rapport aan dat Médecins Sans Frontières over Marokko heeft opgesteld. Overigens staat Marokko hier niet alleen in. Het is meer een illustratie van de impliciete gevolgen van ons externe migratiebeleid.

 

 

 

 

 

 

Ik kijk uit naar de beantwoording door de minister.