De Europese Commissie wil een formeel antwoord van de Nederlandse regering op een aantal vragen die zijn gerezen rond de effecten die de aanleg van de A73 op het oost-tracé op de natuur kunnen hebben. Dat is de reactie van de Commissie op een vraag die GroenLinks Europarlementariër Alexander de Roo enkele maanden geleden heeft gesteld.

De Roo vroeg 11 juli jongstleden aan de Europese Commissie of het waar was dat de Nederlandse regering probeerde een ontheffing te krijgen voor delen van de habitat- en vogelrichtlijn bij de aanleg van de A73. Dit betekent dat een aantal dier- en plantensoorten die in en langs het oost-tracé van deze nieuw aan te leggen weg voorkomen onbeschermd zullen zijn. Zonder de ontheffing zouden deze wel beschermd zijn.

Ontheffing van (delen van) de habitat- en/of vogelrichtlijn is alleen mogelijk indien er sprake is van zwaarwegend nationaal economisch belang. Belangrijk hierbij is natuurlijk ook, of alternatieven voorhanden zijn. Bij de A73 is dat het geval is; het west-tracé. Dat was de aanleiding voor de vragen aan de Europese Commissie van De Roo over de A73.

"Uit het antwoord van de Europese Commissie maak ik op dat er inderdaad stappen ondernomen zijn door Nederlandse ambtenaren om te bezien of ze onder bepalingen van habitatrichtlijn en vogelrichtlijn uit konden komen.” Voor de Commissie was dit aanleiding om een formeel antwoord van de Nederlandse regering te vragen. De Roo: “Dat wijst erop dat de Commissie een serieus onderzoek gaat instellen."

De integrale schriftelijke vraag van Alexander de Roo aan de Europese Commissie:

Datum: 11 juli 2001

Betreft: Aanleg Rijksweg A73 Zuid

Tekst: De aanleg van het omstreden Oost-tracé van Rijksweg A73 Zuid zou worden vertraagd door beschermende maatregelen in verband met de aanwezigheid van beschermde dieren- en plantensoorten.

In de nederlandse media circuleren berichten dat overwogen wordt een ontheffing toe te staan om de aanleg van deze weg te versnellen en in soberder en goedkopere vorm uit te voeren.

Die opzet zou een directe bedreiging kunnen vormen voor het voortbestaan van onder andere blauwborst, ijsvogel, wespendief, heikikker en drijvende waterweegbree.

Klopt het dat Nederland tevens onderzoekt in hoeverre er middels de Natuurbeschermingswet mogelijkheden zijn om de vernietiging van leefgebieden van rode lijstsoorten op het Oost-tracé middels een ontheffing mogelijk te maken?

In hoeverre is de aanleg van deze autoweg in strijd met de Europese Habitatrichtlijn?