Je bent vrij of je bent aan het werk. Maar wat is de status van beschikbaar zijn? Het Europese Hof van Justitie in Luxemburg gaf hier dinsdag 9 september uitsluitsel over: rusttijd is ook werktijd. GroenLinks-europarlementariër Theo Bouwman is blij met de heldere uitspraak van het Hof.

Het Europese Hof sprak zich uit over de zaak van de Duitse arts Norbert Jaeger. Zelfs indien de arts op zijn werkplek mag rusten, dient deze rusttijd als werktijd te worden aangemerkt. Nationale regels die beschikbaarheidsdiensten als rusttijd aanmerken, zijn in strijd met de Europese arbeidstijdenrichtlijn (93/104/EG), zo stelt het Hof.

Recht op echte rust
Met de uitspraak onderstreept het Hof het belang van voldoende recht op 'echte rust', ten behoeve van de gezondheid van de werknemers en de veilige uitoefening van verantwoordelijke taken. Bouwman: "Dat recht op rust is van groot belang bij bijvoorbeeld artsen, verpleegsters, brandweer en politie om de veiligheid te garanderen."

Brandweer, beveiliging, verplegers...
Uitspraken van het Europese Hof gelden nooit alleen voor indiener van de zaak, maar voor alle vergelijkbare gevallen in de hele Europese Unie. Medewerkers van de Rotterdamse brandweer kondigden in mei van dit jaar al juridische stappen aan jegens hun werkgever, omdat deze volgens hen niet voldoet aan Europese regelgeving. Bouwman: "De uitspraak van het Hof ondersteunt opnieuw hun positie. Uiteindelijk heeft dit oordeel niet alleen gevolgen voor artsen en brandweerlieden, maar ook voor verplegers, verzorgers, nachtwakers in maatschappelijke opvang en internaten die te maken hebben met beschikbaarheidsdiensten."

Wet naleven
In oktober 2000 vroeg Bouwman of de Europese Commissie stappen onderneemt tegen een lidstaat die de arbeidstijdenrichtlijn niet naleeeft. Aanleiding voor deze vraag was een uitspraak van het Europese Hof in een zaak van Spaanse artsen. Ook toen stelde het Hof dat aanwezigheidsdiensten als werktijd moeten worden beschouwd. Eurocommissaris Diamantopoulou reageerde op de vraag van Bouwman, dat zij voorbereidingen treft voor een inbeukprocedure. Die kan onder meer leiden tot boetes voor lidstaten die de richtlijn niet naleven.

Nederland
De Nederlandse regering ontkende, nav vragen van GroenLinks, dat de Nederlandse interpretatie van beschikbaarheidsdiensten in strijd is met de Europese richtlijn. De uitspraak van het Europese Hof dinsdag 9 september doet deze uitspraak wankelen, vindt Bouwman. "Minister de Geus zal zijn standpunt naar aanleiding van de zaak Jaeger moeten wijzigen, want de uitspraak geeft de Europese Commissie nieuwe argumenten om een inbreukprocedure te starten tegen landen die hun wetgeving niet aanpassen."


Antwoord van mevr. Diamantopoulou, namens de Commissie
P-2138/03NL
(16 juli 2003)

De Commissie heeft inderdaad op 28 april 2003 een vergadering belegd met de vertegenwoordigers van de lidstaten over de toekomstige mededeling van de Commissie over Richtlijn 93/104/EG . Een van de agendapunten betrof de follow-up van het Simap-arrest . Tijdens deze vergadering heeft de Commissie de vertegenwoordigers van de lidstaten geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen, waarna een discussie volgde met het doel hun advies in te winnen met het oog op de mededeling over de arbeidstijd.

Voorts is de Commissie bezig met een analyse van de wetgevingen van de lidstaten in het licht van het Simap-arrest, teneinde de inleiding van de in artikel 226 van het EG-Verdrag bedoelde procedure voor te stellen in alle gevallen waarin zulks gerechtvaardigd is.