In de begrotingscommissie van het Europees Parlement stuitte GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg op onduidelijkheid rond de besteding van Europees geld aan veiligheid van Oost-Europese kerncentrales. Buitenweg vraagt de Europese Commissie om opheldering.

De integrale schriftelijke vraagZestien jaar geleden, 26 april 1986, voltrok zich een ramp in de kerncentrale van Tsjernobyl. Buitenweg: "Verbetering van de veiligheid van kerncentrales in Oost Europa is bittere noodzaak. De inzet moet zijn om een catastrofe zoals Tsjernobyl te voorkomen. Maar het geld dat Europa in Oost-Europese kerncentrales steekt, moet worden uitgegeven aan afbouw en ontmanteling van overtollige, oude of onveilige complexen en voor exploitatie van moderne installatie. Dat is nu soms onhelder.”

Onlangs vroeg de Letse regering om extra financiering uit Europese gelden voor de afbouw van een onveilige centrale. Voor Buitenweg is onduidelijk waar dit geld voor gebruikt gaat worden. “Het is niet de bedoeling dat de Europese Unie onveilige kerncentrales in leven houdt of zelfs tot leven brengt. Zonder een up to date overzicht van het geheel aan steun, kan het Parlement geen juiste afwegingen maken en besluiten nemen over dergelijke verzoeken. Ik vind dat er een duidelijke richting aan het beleid gegeven moet worden, zodat we aan de ene kant niet opbouwen wat we aan de ander kant afbreken.”

Overzicht

Middels een schriftelijke vraag vraagt Buitenweg aan de Europese Commissie om een volledig overzicht van de uitgaven van de Europese Unie en de Europese Investeringsbank aan ‘het opstarten, exploiteren, verbeteren, afbouwen en ontmantelen van nucleaire installaties voor energieopwekking in de Europese Unie, de kandidaat-lidstaten en overige landen in Centraal- en Oost-Europa en het GOS’ vanaf 1990.

De Europese Commissie moet binnen 6 weken, dus uiterlijk begin juni 2002, op deze vraag reageren.

Schriftelijke parlementaire vraag

Datum: 18 april 2002

Indiener(s): Kathalijne Buitenweg, (GroenLinks) Nederland

Betreft: Steun kerncentrales Oost-Europa

Tekst: De Europese Unie ondersteunt in de huidige lidstaten van de EU en in landen in Centraal- en Oost-Europa verscheidene kerncentrales op financieel en organisatorisch vlak. Zij helpt bij de exploitatie van moderne installaties en bij de afbouw en ontmanteling van overtollige, oude en/of té onveilige complexen. Van veel kerncentrales die lange tijd voor hun exploitatie aanzienlijke Europese middelen hebben ontvangen, is of zal op termijn worden besloten tot ontmanteling. Hiervoor kan opnieuw aanspraak worden gemaakt op forse Europese financiële steun.

Ondanks dat het om veel geld gaat, is de financiële verantwoording van de Europese Unie voor de genoemde steun aan nucleaire installaties weinig overzichtelijk. Daarnaast is er weinig duidelijkheid over hoeveel geld er via de Europese Investeringsbank naar eerdergenoemde doeleinden vloeit.

Daarom verzoek ik de Europese Commissie de onderstaande vragen te beantwoorden.

1. Kan de Commissie op een overzichtelijke en volledige wijze per jaar, te beginnen in 1990, en uitgesplitst naar communautair programma (zoals TACIS en PHARE), aangeven welke middelen de Europese Unie heeft besteed aan het opstarten, exploiteren, verbeteren, afbouwen en ontmantelen van nucleaire installaties voor energieopwekking in de Unie, de kandidaat-lidstaten en overige landen in Centraal- en Oost-Europa en het GOS?

2. Kan de Commissie, volgens dezelfde aanpak als omschreven in vraag 1, aangeven welke middelen de Europese Investeringsbank (EIB) heeft geïnvesteerd in activiteiten van opstarten, exploiteren, verbeteren, afbouwen en ontmantelen van nucleaire installaties voor energieopwekking in de Unie, de kandidaat-lidstaten en overige landen in Centraal- en Oost-Europa en het GOS?