GroenLinks vindt dat werknemers uit Midden- en Oost-Europa snel aan de slag moeten kunnen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Maar zij moeten wel ‘gelijk loon voor gelijk werk’ krijgen. Het kabinet moet er meer aan doen om daar voor te zorgen.

GroenLinks is voorstander van open grenzen voor werknemers binnen Europa. Wel is het van belang dat voor de werknemers uit de verschillende landen gelijke spelregels gelden: Nederlandse werkgevers dienen altijd het CAO-loon te betalen en de hier geldende arbeidstijden en -omstandigheden te respecteren: ook werknemers uit Polen of Tsjechië hebben recht op een pensioen en op een werkweek van maximaal veertig uur. Concurrentie op loonkosten moet worden voorkómen, zodat er geen tweederangs werknemers ontstaan.

In het debat van vandaag zal Ineke van Gent staatssecretaris Van Hoof oproepen om het principe van “gelijk loon voor gelijk werk” wettelijk te regelen. Doet men dat niet, dan dreigt uitbuiting van de buitenlandse werknemers en oneerlijke concurrentie voor Nederlandse werkzoekenden. De Arbeidsinspectie moet illegale (schijn-) constructies en de ontduiking van CAO-lonen aanpakken. Zij moeten onmenselijke arbeidsomstandigheden actief opsporen en bestraffen. Om dat goed te kunnen doen, moet de Arbeidsinspectie worden uitgebreid.

GroenLinks kiest voor een Europa waar vrij verkeer van personen samen gaat met goed sociaal beleid. De huidige salarissen, arbeidstijden en arbeidsomstandigheden moeten de sociale bodem zijn en blijven. Het kabinet heeft daar nog veel te weinig aan gedaan. Van Hoof moet daarom eindelijk hard aan het werk. Hij moet er voor zorgen dat het vrije verkeer van werknemers per 1 januari 2007 op een verantwoorde manier kan worden ingevoerd. Bovendien moet het kabinet veel meer doen om meer Nederlandse werkzoekenden aan een baan te helpen.

Ineke van Gent