Dit kabinet breekt gelukkig met de hardvochtige sociale politiek en de culturele polarisatie van het vorige kabinet. Het is de belangrijkste verdienste van Balkenende 4 dat het niet Balkenende 3 is. Maar het kabinet geeft onvoldoende antwoord op de grote vragen van deze tijd, zoals de klimaatcrisis. Het ontbreekt aan een positief toekomstperspectief: het is teveel 'back to the future'. 'Voorwaarts.... Waarheen?', zei Gerard Reve.

Voorwaarts …. Waarheen?
Inbreng Femke Halsema Debat Regeringsverklaring

Inleiding
Bij een nieuw kabinet horen felicitaties.
Met het regeerakkoord en de kakelverse ploeg bewindslieden. Bij deze.

Weet u trouwens, dat het nationale complimentendag is. Volgens experts passen complimenten niet bij onze calvinistische inborst. Nu word ik daar niet door gehinderd en ik deel dan ook graag nog wat complimenten uit. Voor het generaal Pardon, natuurlijk. En voor het deltaplan inburgering, de investering in de oude wijken en het intrekken van de huurliberalisatie, de vermindering van armoede en de versterking van de kinderopvang. Het AOW-plan is nog wel een rommeltje. Maar als u het verkiezingsprogramma van GroenLinks eens goed leest, dan komt u daar ook wel uit.

Onmiskenbaar trekt er bij het aantreden van dit nieuwe kabinet een zucht van opluchting door het land.
De hardvochtige sociale hervormingen zijn achter de rug. En er komt een einde aan de harde culturele polarisatie van vooral Verdonk en haar héél trouwe volgelingen.
Het nieuwe kabinet ademt rust uit en komt daarmee tegemoet aan de wens om het land in kalmer vaarwater te brengen.
Het is de belangrijkste verdienste van het vierde kabinet Balkenende, dat het niet het derde kabinet Balkenende is. Vooral de premier verdient een compliment voor zijn mentale lenigheid. In een paar maanden tijd is hij veranderd van een strenge vader in een nationale moederkloek.

Het kabinet zoekt aansluiting bij eerdere bestuurstradities. De heer Plaisier van de Samen-op-weg-kerken zei recent: ‘het poldermodel is in de protestantse kerk uitgevonden’. De formerende mannenbroeders hebben, na jaren van afwezigheid, het poldermodel heruitgevonden.
Terecht vinden maatschappelijke organisaties weer gehoor. Maar er schuilt ook een gevaar in de nieuwe liefde voor de polder. Zoals inmiddels 2,5 miljoen mensen niet meer in gezinsverband maar alleen leeft, zo zijn ook lang niet alle Nederlanders in het maatschappelijke middenveld vertegenwoordigd. Dikwijls zijn het kwetsbare burgers, bijvoorbeeld de outsiders op de arbeidsmarkt, die niet meedoen in overleg. In ons recente verleden, tijdens de Fortuyn-revolte, ligt een serieuze waarschuwing tegen naar binnen gekeerde zelfgenoegzaamheid.
En dit samen-op-weg-kabinet zal voor een herhaling moeten waken.
Het komt er op aan om het overleg te verbreden, openbaar en toegankelijk te maken. Niet alleen met organisaties te praten, ook met burgers zoals in de Nationale conventie is gedaan. Openheid schuilt ook in de omgang met het parlement. Voordat het kabinet de polder induikt zou het goed zijn als op hoofdlijnen met het parlement wordt gedebatteerd. Over de kabinetsambities bijvoorbeeld ten aanzien van arbeid en armoede, jeugd en gezin èn klimaat en energie. Graag een reactie.

Gemeenschap en individu
Dat het regeerakkoord verbeteringen belooft na vier kille, rechtse jaren, is goed.
Maar geeft het kabinet ook een antwoord op de grote vragen van deze tijd?
Weet men raad met de klimaatcrisis en de moeilijke, gespannen internationale verhoudingen? En heeft het kabinet een aanlokkelijk toekomstperspectief voor de moderne samenleving?

Toen ik het regeerakkoord las, moest ik denken aan de woorden van Gerard Reve: ‘Voorwaarts …. Waarheen’? Het kabinet volgt de weg naar het verleden. Naar de jaren van wederopbouw na WO II en de saamhorigheid en het gedeelde waardenbesef dat ons land toen kende. Illustratief zijn de passages over media en cultuur. Een forse bezuiniging van 50 miljoen op moderne kunst en cultuur wordt gebruikt voor versterking van het religieuze erfgoed en de volkscultuur. Bij de publieke omroep worden de oude zuilen weer opgericht, terwijl over nieuwe media, internet en bijv. digitalisering van televisie met geen woord wordt gerept.

‘Back to the future’ wreekt zich vooral in het negatieve oordeel over individualisering. Vanzelfsprekend moeten er grenzen worden gesteld aan egocentrisme. Zoals het ook terecht is dat met het neo-liberale marktdenken, de hardvochtige leer van de ‘eigen verantwoordelijkheid’ bij het grofvuil wordt gezet.
Maar de publicist Dick Pels heeft gelijk dat je niet van de verweesde samenleving nu één groot gezinsvervangend tehuis moet willen maken. Dat is naïef en onwenselijk. Op de jaren vijftig volgden de jaren zestig en zeventig . Deze hebben ons de emancipatie van vrouwen en homo’s gebracht, vrijzinnigheid en democratisering.
Zelfbeschikkingsrecht bij abortus en euthanasie, gelijkberechtiging van homo’s zijn belangrijke, kwetsbare verworvenheden. Een ‘recht op leven’ in de grondwet, een burgerplichtenhandvest, gewetensbezwaren voor ambtenaren die homo’s trouwen en beperkingen en een evaluatie bij abortus zijn –zeker tezamen – geen onschuldige verschuivinkjes, maar tasten bevochten burgerlijke vrijheden aan.

De behoefte aan grotere gemeenschappelijkheid mag niet ten koste gaan van de emancipatie van met name de kwetsbare burgers. Een 17-jarige Marokkaanse meid die zich onder druk voelt gezet door haar familie om jong te trouwen en eigenlijk wil studeren; heeft geen behoefte aan de gemeenschap, zij moet vrij en zelfstandig kunnen worden. Moeders met kinderen tot 6 jaar moeten niet gestimuleerd worden om thuis te blijven, maar om te werken, te leren en zich als individu te ontplooien. Ontheffing van de sollicitatieplicht voor 90.000 moeders in de bijstand leidt tot staatsafhankelijkheid, een gebrek aan kansen en armoede voor hen en hun kinderen. Zij hebben betere betaling van deeltijdarbeid nodig en gratis kinderopvang.
Omgekeerd geldt dat al die goed opgeleide en geëmancipeerde mensen die het kabinet juist ruimte wil geven, soms wat meer gemeenschapszin kunnen gebruiken. Met het taboe op de hypotheekrente-aftrek, blijft ook de onrechtvaardigheid in stand dat de allerrijksten de grootste belastingvoordelen genieten ten koste van starters op de woningmarkt. En de topmanager van Numico die 14 miljoen incasseert, mag met enige dwang op zijn verantwoordelijkheid voor de gemeenschap worden gewezen. Ik wil overigens graag van het kabinet horen wat ze hiertegen doet.

De vraag is welke toekomst het kabinet dan voor ons land ziet. En de behoefte aan een positief toekomstperspectief is groot. Dat maakt de discussie over de dubbele paspoorten wel duidelijk. Als mensen hun loyaliteit moeten bewijzen met het enkele bezit van een Nederlands paspoort, dan mag je vaststellen dat er te weinig is dat bindt en richting geeft. Alsof Vondel en Anne Frank minder verbonden zouden zijn met de Nederlandse geschiedenis door het ontbreken van een paspoort. Alsof aan de loyaliteit van prins Claus, zelfverklaard wereldburger, Europeaan en daarna pas Nederlander, getwijfeld zou kunnen worden?
Het is tijd dat de premier als een leeuw gaat staan voor al die migranten en nieuwe en gemengde Nederlanders, die houden van hun herkomstland en daar misschien ook begraven willen worden, maar niet zomaar, ongericht aangevallen mogen worden op hun loyaliteit. Ik hoop dat hij dit debat daarvoor gebruikt.

Klein land, grote ziel
Nederland is lang een klein land met een grote ziel geweest. Een sterk geloof in maatschappelijke en culturele vooruitgang, internationalistisch in zijn handel en in zijn mededogen, op de barricaden voor burgerlijke vrijheden en een vrijplaats voor verschillende godsdiensten.
Wij dreigen een klein land met een kleine ziel te worden.
Terwijl we, juist nu de verscheidenheid in ons land toeneemt, en wij medeveroorzakers zijn van een internationale klimaatcrisis, een grote ziel nodig hebben.

Dan is een beetje ‘samenwerken, samenleven, samen-op-weg’, hoe aardig ook, gewoon niet genoeg.

In een reactie zei minister Bos, ‘tsja, met milieu wil GroenLinks altijd meer’. Als dit een wedstrijd was, dan mocht u ‘m winnen. Graag zelfs.
De vraag is: doen we genoeg? De klimaatdoelstellingen van het kabinet zijn ambitieus en worden door GroenLinks gesteund. Gisteren maakte het Milieu- en Natuurplanbureau duidelijk dat de maatregelen in het regeerakkoord bij lange na niet volstaan. De energiesubsidies zijn te laag maar belangrijker is dat er geen grenzen worden gesteld aan vervuilers. Nederland Distributieland houdt vrij baan en ook de bio-industrie heeft de komende jaren weer niets te vrezen: dieren worden met een nota het bos – of beter het hok - ingestuurd
Het Openbaar Vervoer is al lang noodlijdend. Zeker in stedelijk gebied zijn grote investeringen nodig om de luchtvervuiling en klimaatverandering tegen te gaan. Op het platteland leidt het ook tot slechte bereikbaarheid en sociaal isolement. Volgens onze berekeningen kan met de investeringen van het kabinet maar 156 meter nieuw spoor worden aangelegd. Het kabinet wil een jaarlijkse reizigersgroei van 5%, maar dat kost zeker tien miljard. Dat geld is er, als het kapitale bedrag van 20 miljard dat op de plank ligt voor wegen in OV wordt geïnvesteerd.
Milieupolitiek betekent ook dat je nadenkt over de ruimtelijke inrichting, over natuur en landschap. Bij het kabinet lijkt het besef te missen dat samenleven in een klein land betekent dat je regie moet voeren over stedenbouw, nieuwe bedrijventerreinen en het tegengaan van verrommeling. Bovendien zal de klimaatverandering in het landschap moeten worden opgevangen.
In reactie op de kritiek van het MNP zei de PvdA dat dit de komende honderd dagen allemaal beter wordt uitgewerkt. Dat is prachtig maar, gezien de financiële tekortkomingen, zou ook het regeerakkoord opengebroken moeten worden. Alleen als de belastingen verdergaand vergroend worden en geld verschoven wordt van bijvoorbeeld wegen naar milieu-investeringen, kan het kabinet in de buurt komen van haar eigen doelstellingen. Graag een reactie.

Ik ben afgelopen maandag met vele anderen Coolclimate.nu gestart. Wetenschappers, schrijvers, politici, programmamakers en niet te vergeten vier grote milieu- en natuurorganisaties, hebben tien concrete voorstellen geformuleerd waarmee het kabinet haar ambities kan waarmaken. Ik overhandig dat zo graag en hoop dat de premier, indachtig Al Gore, reageert. Deze zei: ‘we hebben alles in huis om de klimaatcrisis op te lossen, nu de politieke wil nog.

De klimaatcrisis een mondiaal probleem. Als producent van milieuvervuiling en als welvarend land draagt Nederland internationale verantwoordelijkheid. En niet alleen in het beteugelen van de klimaatcrisis.
Een klein land met een grote ziel laat zich voorop staan in zijn internationale ambities met democratisering en mensenrechten. Daarin stelt het regeerakkoord teleur. Er mist een evenwichtige analyse van de opbrengst van vijf jaar oorlog tegen het terrorisme. Van de toenemende militarisering van de internationale politiek en de verdringing daardoor, van dialoog en mensenrechten. En van het aanhoudende en verergerende Israëlisch-Palestijnse conflict dat de buitenlandse en binnenlandse verhoudingen onder druk zet.
Waar is ook het wervende Europese project? Hoe zinnig het ook is om de nationale parlementen te versterken, het is niet genoeg. We hebben Europa nodig voor de klimaatcrisis, voor de internationale politiek, voor migratie. En bovendien willen burgers directe zeggenschap over Europa. Tijdens het referendum bleek dat Europa een project zonder burgers is. Nu wordt Europa ook een project zonder politici.

De internationale politiek is vooral een voortzetting van de vorige kabinetten Balkenende.
Ondanks dat de doelstelling van wederopbouw in Afghanistan steeds verder uit het zicht raakt, blijft Nederland meedoen aan een door de V.S. gedomineerde vechtmissie. De oorlog blijft.
De JSF blijft, of beter deze komt er. De Europese achterkamertjes blijven.
Èn de doofpot blijft. Er komt geen onderzoek naar de oorlog in Irak. Terwijl Bush en Blair erkennen dat er grote fouten zijn gemaakt en is gelogen, wast ook het nieuwe kabinet haar handen in onschuld. En de vraag is dan: wat is dat toch? Dat samen-niet-willen-weten? Waar zijn wij bang voor?

Laat ik dan tot slot, de premier en zijn collega’s in het kabinet, vrij naar Pocahontas ‘een grote ziel’ toewensen.