Nog steeds verhuist het Europees Parlement (EP) iedere maand van Brussel naar Straatsburg om vier dagen later alweer terug te keren. Drie Nederlandse Europarlementariërs pleiten er voor dat het EP voortaan alleen nog in Brussel vergadert. Ze roepen Frankrijk op een eind te maken aan het absurde, geldverslindende verhuiscircus.

Vier dagen per maand vergadert het Europees Parlement in Straatsburg, het rustieke landelijke stadje in de Elzas. De rest van het jaar liggen de nieuwe, onlangs voor ruim een miljard gulden opgetrokken Straatsburgse EP-gebouwen er verlaten bij. Iedereen lijkt zich bij deze absurde situatie te hebben neergelegd: Frankrijk kan immers elke verandering met een veto tegenhouden. Bovendien staan er natuurlijk altijd andere belangrijke zaken op de Europese agenda. De hele Europese overheid - inclusief Raad van Ministers, Commissie en Parlement - kost bij elkaar nog geen 5% van de Europese begroting, dus waarom zouden we daar zo moeilijk over doen? Veel parlementariërs beschouwen de zetelkwestie liever als een verloren strijd om zo tot de orde van de dag over te gaan.
Wellicht is de zetel van het Europees Parlement een detail vergeleken bij de uitdagingen waar de EU voor staat. Het is echter wel een detail met een belangrijke symbolische waarde, een testcase of Europa boven de nationale belangen kan uitstijgen. Dat heeft zijn weerslag op de geloofwaardigheid van Europa en daarmee ook op zaken als de EMU, de uitbreiding en het debat over de toekomst van de EU.

We moeten de Straatsburgkwestie aan de orde blijven stellen. Het argument vóór Straatsburg is dat de stad een symbool is van de Europese eenheid. In de ogen van de meeste Europeanen is het echter een onverdedigbare verspilling van ruim 200 miljoen belastingguldens per jaar. Daarbij komt nog de milieuschade als gevolg van het reizen van zo'n 3000 mensen die werken in het EP. Het Parlement is het hart van de Europese democratie en hoort thuis in Brussel, bij de macht die zij moet controleren.
De EU-uitbreiding heeft direct betrekking op het verhuiscircus. Als er twaalf of dertien lidstaten bijkomen, zal het aantal Europarlementariërs toenemen van 626 nu naar zeker 732. Het Straatsburgse vergadercomplex, nog geen twee jaar oud, is daar niet op berekend en zal dus grondig verbouwd moeten worden.

Het verhuiscircus is door de nationale regeringen in het Europees Verdrag vastgelegd en om dat te wijzigen is unanimiteit nodig. Elke regering kan een wijziging tegenhouden. Via die weg houdt Frankrijk het Europees Parlement in gijzeling. Voor de Fransen is het verhuiscircus vooral een prestigekwestie. Zij zijn dan ook uiterst gevoelig voor kritiek op dit punt. Een jaar geleden besloot het EP om de Straatsburgsessie met één dag te bekorten. Deze maand heeft de Franse EP-voorzitter Fontaine geprobeerd om, via een achterdeurtje, dit besluit ongedaan te maken. Daarvoor is een grote lobby op poten gezet: zo genieten Europarlementariërs opeens van gratis openbaar vervoer in en rond Straatsburg, is er op de luchthaven een lounge geopend voor parlementsleden en heeft de burgemeester aan alle volksvertegenwoordigers gevraagd wat ze in hemelsnaam nog meer kan doen om het hun zoveel mogelijk naar de zin te maken. Zo'n charme-offensief werkte vroeger wellicht bij minder kritische parlementariërs, maar nu haalden de Fransen bakzeil. De afschaffing van die Straatsburgse vrijdag lijkt een kleine stap, maar het wordt aan Franse zijde opgevat als een gevoelige nederlaag en draagt bij aan het bewustzijn in Frankrijk over hoe controversieel Straatsburg is.

De economische belangen waarmee het verhuiscircus gepaard gaat zijn groot. Het is echter geen goed idee om Frankrijk dan maar een bedrag te bieden om ze zo 'af te kopen'. In de eerste plaats is dat evengoed verspilling en ten tweede gaat het voorbij aan de symbolische waarde. Als we een haalbare oplossing zoeken, hebben we alternatief nodig waarmee Frankrijk gezichtsverlies wordt bespaard en waarmee de Europese investeringen in de stad Straatsburg niet worden weggegooid. Dat kan als we Straatsburg een andere instelling aanbieden in ruil voor het EP. Er zijn veel mogelijkheden, sommige aantrekkelijker dan andere, die aantonen dat een oplossing mogelijk is.

Europa ontwikkelt zich voortdurend en binnenkort komt er een aantal nieuwe instellingen bij, zoals een Europees Agentschap voor Voedselveiligheid. Er wordt tevens druk gespeculeerd over een Europese Universiteit en een Grande École Européenne pour la Diplomatie. Deze instellingen, maar ook de opkomende Europese defensie-identiteit, zouden in de oude garnizoenstad Straatsburg terecht kunnen. Combinaties zijn ook mogelijk met het nu in Brussel gevestigde Comité van de Regio's. Daarbij heeft ook de lokale economie baat bij: werknemers van deze instellingen zullen, anders dan die van het EP, permanent in Straatsburg verblijven. Het EP zorgt vier dagen lang voor overbelaste hotels, restaurants en taxi's om vervolgens weer vier weken te verdwijnen.

Via ons netwerk van hervormingsgezinde europarlementariërs zorgen wij ervoor, dat Frankrijk vanuit verschillende lidstaten signalen krijgt dat het verhuiscircus niet langer wordt geaccepteerd. Als van voldoende kanten druk wordt opgebouwd op Parijs, kan het einde van de Straatsburg-kwestie in zicht komen. Als Frankrijk het Europees Parlement uit zijn gijzeling zou bevrijden, zal dit een symbool worden van het nieuwe Europa. Dan heeft Frankrijk pas écht iets om trots op te zijn.

Kathalijne Buitenweg, Michiel van Hulten en Lousewies van der Laan zijn lid van het Europees Parlement voor respectievelijk GroenLinks, PvdA en D66