Eindelijk komt in Nederland een serieus debat over de grenzen van de Europese Unie op gang. Helderheid hieromtrent had al eerder een zeker gevoel van onbehagen kunnen wegnemen, en korte metten kunnen maken met het idee dat de EU zich tot in het oneindige aan het uitbreiden is.

Jammer genoeg brengt tot nu toe ook het debat in Den Haag nog weinig klaarheid. VVD-staatssecretaris Nicolaï wil de toezeggingen aan de Balkan gestand doen (Volkskrant 10 april), maar VVD-minister Verdonk wil dat juist niet (Trouw 10 april). De CDA-fractie wil een B-lidmaatschap voor Balkanlanden maar CDA-minister Bot is daar nu juist een fel tegenstander van (NRC Handelsblad 10 april).

Inderdaad, bij een debat horen verschillende meningen. Maar bij een debat hoort ook kennis van zaken, politieke visie en betrouwbaarheid. Eigenschappen die jammer genoeg ontbreken in de pleidooien voor een 'totale stop' op uitbreiding. Maar ook het impliciete regeringsstandpunt dat gedane beloftes weliswaar nagekomen moeten worden, de Balkan echter tot sint-juttemis kan wachten voor het zover is, getuigt van gebrek aan inzicht.

Europa moet juist alles op alles zetten om de Balkan vooruit te helpen. Niet door een oogje toe te knijpen bij het voldoen aan de voorwaarden, maar door de regio alle middelen te verschaffen om vaart te zetten achter economische ontwikkeling en het versterken van de rechtsstaat. Daarbij hoort bijvoorbeeld een soepel visumbeleid voor studenten uit de Balkan: een goed opgeleide jeugd is cruciaal. Daarbij horen ook voldoende financiële middelen om landbouwhervormingen, de aanleg van infrastructuur en het herstructureren van voormalige bolwerken van Joegoslavië's zware industrie te bekostigen.

Volwaardig lidmaatschap is het doel van de toenadering tussen de EU en de Westelijke Balkan, en biedt de enige mogelijke garantie om deze regio voorgoed uit de spiraal van etnisch geweld en economische recessie te doen ontsnappen. Afwachten is geen oplossing.

Met Turkije gingen de onderhandelingen vorig jaar van start. Ook hier is het doel volwaardig lidmaatschap. De Brusselse wortel en stok hebben in Ankara goed gefunctioneerd. Experts prijzen de hervormingen op bijvoorbeeld het gebied van justitie. De onderhandelingen met Turkije zullen echter zeker tot na 2013 duren.

Er tekent zich in Europa een consensus af over het vasthouden aan deze gedane beloften. Tegelijkertijd is men het er ook over eens dat vóór verdere uitbreiding na Roemenië en Bulgarije een grondige institutionele hervorming van de EU onvermijdelijk is. De huidige structuren zijn ontoereikend. Bovendien is duidelijk dat de EU in de onderhandelingen met Turkije en Kroatië kritischer kijkt naar wat er werkelijk van hervormingen terecht komt, en dat ieder land op zijn individuele prestaties beoordeeld zal worden.

Wie op de kaart van Europa kijkt, houdt na toetreding van Turkije en de Westelijke Balkan nog één stuk Europa over: Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië. Staatssecretaris Nicolaï 'zal er alles aan doen om te voorkomen dat ze er via tussenstapjes toch weer bijkomen.' We zijn het met hem eens dat de EU de komende 15 jaar zijn handen vol heeft aan Turkije en de Westelijke Balkan. Maar juist daarom vinden wij dat voor de drie overblijvende landen een tussenoplossing het overwegen waard is. Het is nu te vroeg voor enig perspectief op lidmaatschap. Maar Europa moet wel laten zien dat het meer in zijn mars heeft dan fanatiek met oranje sjaaltjes de pro-Europese krachten ter plekke aanmoedigen.

B-lidmaatschap?
Het zogenaamde nabuurschapbeleid, waarnaar de Nederlandse regering verwijst, is geen geëigend instrument. Dit is een vrijblijvende relatie, voornamelijk gestoeld op speciale handelsbetrekkingen, die de EU met alle staten in Noord-Afrika en Oost-Europa wil aanknopen. Wie wil dat de drie landen in de bufferzone tussen Rusland en de Europese Unie blijvend onze kant op gaan kijken, moet meer te bieden hebben dan preferentiële tarieven voor de invoer van tarwe. Een 'lidmaatschap-light' is op termijn denkbaar, met o.a. een douane-unie en afstemming op het gebied van buitenlands beleid.

 
Politici denken dezer dagen een wit voetje te kunnen halen door in ferme bewoordingen tegen verdere uitbreiding van de Europese Unie te pleiten. Aldus interpreteren ze de uitslag van het referendum vorig jaar. Opinieonderzoek laat zien dat voor slechts vijf procent van de neestemmers uitbreiding de reden voor hun keuze was. Onzekerheid en irritatie over gebrekkige informatie zijn de voornaamste redenen. De regeringspartijen lijken weinig geneigd om nu juist hier iets aan te doen, de Babylonische spraakverwarring over de grenzen van Europa is er een voorbeeld van. Wat wordt het, CDA en VVD, hoe ziet Europa er over 15 jaar uit?