Meer dan één op de acht Nederlandse moeders krijgt te maken met een postnatale depressie: jaarlijks krijgen 20.000 vrouwen een depressie tijdens of na hun bevalling. De gevolgen van deze depressies zijn groot voor moeder én kind. GroenLinks vindt dat het taboe rondom postnatale depressies doorbroken moet worden en dat er meer aandacht voor moet zijn gedurende en na een zwangerschap. Daartoe doet de partij vandaag een aantal voorstellen.
Vrouwen die te maken krijgen met een postnatale depressie schamen zich en voelen zich eenzaam en onbegrepen. Dit leidt tot meer huwelijksproblemen en echtscheidingen. Ook voor de ontwikkeling van baby’s zijn er grote risico’s op de korte en lange termijn. Denk aan weinig hechting en een verhoogd risico op kindermishandeling. Op latere leeftijd komen emotionele en gedragsproblemen vaker voor. Van de kinderen van depressieve ouders ontwikkelt 40 procent een depressie voor het achttiende levensjaar.
GroenLinks wil dat er veel meer aandacht komt voor postnatale depressies in de zorg aan vrouwen die een kind krijgen. Daarom pleit de partij er ten eerste voor dat binnen alle relevante opleidingen meer aandacht wordt besteed aan postnatale depressies: de kraamhulp, verloskundige, medewerker bij het consultatiebureau en huisarts moeten sneller een postnatale depressie herkennen. Daarnaast zou er een screening plaats moeten vinden bij de verloskundige, omdat een postnatale depressie zich vaak al openbaart tijdens de zwangerschap. Verder zou elk consultatiebureau laagdrempelige begeleiding aan moeders moeten bieden. Ook zouden voorbeelden van goede begeleiding landelijk uitgerold moeten worden. Tenslotte vraagt GroenLinks de minister een landelijke campagne te starten om postnatale depressies uit de taboesfeer te halen.
Tweede Kamerlid Corinne Ellemeet: “Voor veel zwangere en net bevallen vrouwen blijkt de roze wolk een grijze wolk te zijn. Jonge moeders voelen zich hier schuldig over en durven geen hulp te vragen. Ons zorgsysteem heeft nauwelijks aandacht voor postnatale depressies, terwijl ze ontzettend vaak voorkomen. We moeten alle vrouwen laten merken dat het niet raar is om het moeilijk te hebben tijdens of na een zwangerschap. En we moeten deze vrouwen vooral op een goede manier hulp bieden.”