Een Conventie, die in meerderheid uit parlementariërs zou bestaan en in het openbaar zou vergaderen, kon de Europese Unie aan betere spelregels helpen, zo verwachtte GroenLinks. Die verwachting is uitgekomen. De blauwdruk voor een Europese Grondwet die de Conventie heeft ontworpen maakt de EU democratischer, doorzichtiger en besluitvaardiger.

In juli heeft de Europese Conventie een blauwdruk voor een Europese Grondwet afgeleverd. Voor het bijeenroepen van deze Conventie, een forum van (euro)parlementariërs en regerings-vertegenwoordigers onder leiding van de Franse oud-president Giscard d’Estaing, hebben GroenLinks en de andere groene partijen in Europa lang geknokt.

Joschka Fischer, de Duitse groene minister van Buitenlandse Zaken, heeft het idee gelanceerd. Het kon worden verwezenlijkt toen de onderhandelingen tussen de Europese regeringsleiders in 2000 voor de zoveelste keer waren uitgelopen op nationale koehandel achter gesloten deuren, met het magere Verdrag van Nice als resultaat.

Vanuit GroenLinks perspectief zet de ontwerp-Grondwet belangrijke stappen vooruit:

Sterke punten
Betere rechtsbescherming
Burgers krijgen meer instrumenten om zich tegen de EU te verweren wanneer deze hun grondrechten aantast. Het EU-Grondrechtenhandvest wordt bindend. Dit omvat niet alleen klassieke grondrechten, zoals het verbod op discriminatie, maar ook sociale grondrechten zoals het recht op sociale bescherming, onderwijs en gezondheidszorg. Het handvest waarborgt het recht op asiel voor vluchtelingen.
De EU treedt tevens toe tot het Europees Verdrag over de Rechten van de Mens. Daarmee onderwerpt zij zich aan de juridische controle van het Mensenrechtenhof in Straatsburg.

Minder geheimhouding
De Raad van Ministers wordt verplicht om, net als het Europees Parlement, in het openbaar te vergaderen over wetgeving. Het recht van burgers op toegang tot informatie gaat gelden voor alle EU-instellingen.

Meer macht voor het Europees Parlement
De Europese volksvertegenwoordiging is de grote winnaar van de Europese Grondwet. Zij wordt medewetgever op het gebied van asiel en justitie en bij de hoofdlijnen van het landbouw- en visserijbeleid. Tot nu toe besloot alleen de Raad van Ministers hierover, achter gesloten deuren. Dat leverde vaak beroerde wetgeving op. Het Europees Parlement krijgt ook het laatste woord over de hele Europese begroting en over handelsverdragen. De Europese verkiezingen zullen aan belang winnen.

Minder bemoeizucht
Nationale parlementen kunnen aan de noodrem trekken wanneer zij vinden dat de Europese instellingen hun bevoegdheden overschrijden. Het Europees Parlement kan de Europese Commissie (het dagelijks bestuur van de EU) terugfluiten wanneer wetgeving niet goed wordt uitgevoerd. Daardoor is er voor euro-parlementariërs geen reden meer om allerlei details vast te leggen in wetten.

Grotere besluitvaardigheid
Door het verdwijnen van het vetorecht van lidstaten wordt de EU besluitvaardiger op het gebied van asiel en misdaadbestrijding. Ook de rechten van werk-nemers en zelfstandigen die in een ander EU-land werken kunnen beter worden geregeld.

Burgerinitiatief
Voor het eerst krijgt de EU een vorm van directe democratie: het burger-initiatief. Burgers kunnen een wetsvoorstel op de agenda van de Europese instellingen zetten, als zij daarvoor een miljoen handtekeningen uit verschillende landen verzamelen. De drempel van een miljoen is zeker haalbaar: na de uitbreiding volgend jaar telt de EU maar liefst 450 miljoen inwoners. Het burgerinitiatief biedt kansen voor bijvoorbeeld milieu- en dierenbeschermings-organisaties om de EU aan te zetten tot voortvarender beleid.

Europese minister van Buitenlandse Zaken
De EU krijgt een eigen minister van Buiten-landse Zaken, die het buitenlands beleid van de lidstaten coördineert. Deze minister moet opkomen voor de internationale rechtsorde en mag namens de EU spreken in de VN-Veiligheidsraad. Hij of zij zal moeten opstappen wanneer het Europees Parlement het vertrouwen opzegt.

Vaste voorzitter Europese Raad
Het wisselend voorzitterschap, waardoor een dubieuze figuur als Berlusconi zich nu ‘voorzitter van de EU’ mag noemen, verdwijnt. De Europese Raad van regeringsleiders krijgt een vaste voorzitter, met beperkte bevoegdheden.

Zwakke punten
Natuurlijk heeft GroenLinks ook kritiek op de voorgestelde Grondwet. Wij hadden het vetorecht verder wilen terugdringen bij sociaal beleid, (milieu)belastingen en buitenlandse politiek. Een minister van Buitenlandse Zaken alleen volstaat niet om tot een eensgezinder buitenlands beleid te komen, dat een tegenwicht kan vormen voor de Amerikaanse spierballenpolitiek. Het is een gemiste kans dat het Europees Parlement de voorzitter van de Europese Commissie wel mag benoemen, maar dat regeringsleiders uitmaken wie de kandidaat is.

Op de groei
De Europese Conventie heeft echter bepalingen opgenomen die het mogelijk maken om in de toekomst, zonder grondwetswijziging, de Europese spelregels te verbeteren. De ontwerp-Grondwet is als het ware op de groei gemaakt. Zonder Grondwet daarentegen vallen we terug op de huidige Europese verdragen, die een veel groter tekort aan democratie kennen.
De voorgestelde Grondwet garandeert geen groen en progressief beleid, maar vergroot wel de mogelijkheden om daarvoor te strijden, binnen en buiten het Europees Parlement.

Alsnog koehandel?
De Nederlandse regering en andere nationale regeringen hebben veel meer kritiek op de ontwerp-Grondwet dan GroenLinks. Zij vinden dat de europarlementariërs teveel zeggen-schap krijgen, en burgers teveel rechten. Balkenende en zijn collega-premiers onder-handelen op dit moment over de definitieve tekst van de Europese Grondwet. Het gevaar bestaat dat zij de voorgestelde verbeteringen in de Europese spelregels weer terug-schroeven tijdens hun achterkamertjes-overleg. Daarom verdedigt GroenLinks het voorstel van de Europese Conventie.

Referendum
Het laatste woord over de Europese Grondwet komt aan de burgers toe, vindt GroenLinks. Tweede-Kamerlid Farah Karimi nam het initiatief voor een referendum over de Grondwet. Dat referendum lijkt er te komen, wellicht tegelijk met de Europese verkiezingen op 10 juni 2004. Pas wanneer de definitieve tekst van de Europese Grondwet bekend is, besluit Groen-Links of zij een ja- of een nee-campagne gaat voeren. Daaraan voorafgaand zal een partij-brede discussie over Europa worden gevoerd, zo heeft het partijbestuur van GroenLinks zich voorgenomen.