PvdA-Europarlementariër Michiel van Hulten verwijt de Europese Groenen dat zij een liberaal in plaats van een sociaal-democraat gesteund hebben in de strijd om het voorzitterschap van het Europees Parlement (Forum, 15 januari 2002). Joost Lagendijk reageert namens de Europarlementariërs van GroenLinks. Hij vindt het vreemd dat uitgerekend Van Hulten, een medestander in de strijd voor hervorming van het EP, het sociaal-democratische partijbelang laat prevaleren boven vernieuwing van de parlementaire zeden.

 Tien jaar lang hebben de twee grootste fracties in het Europees Parlement, de christen-democraten en de sociaal-democraten, elkaar beurtelings de functie van EP-voorzitter toegespeeld. Kandidaten van kleinere fracties waren bij voorbaat kansloos. De sociaal-democraten beschouwden het als vanzelfsprekend dat andere progressieve fracties hun kandidaat zouden steunen. Deze arrogantie werd in 1999 afgestraft. De liberalen wisten in te breken in het bondgenootschap tussen de twee grootste fracties. In ruil voor liberale steun aan de christen-democratische voorzitterskandidaat, Nicole Fontaine, zegden de christen-democraten toe dat de liberalen haar opvolger mochten leveren.

De Groenen waren niet enthousiast over de conservatieve Fontaine. Zij was bepaald niet de meest geschikte persoon om de misstanden in het EP aan te pakken. Daarom hebben de Groenen intertijd aan de sociaal-democraten het aanbod gedaan om een spiegelbeeldige coalitie te vormen, met een gezamenlijke tegenkandidaat voor Fontaine. Daarvoor bestond bij de sociaal-democraten geen interesse. Sterker nog, daags na de verkiezing van Fontaine werd de groene kandidaat voor het College van Quaestoren, die de door dit beheersorgaan ingestelde parlementaire privileges wilde uitkammen, verslagen door een tegenstander uit sociaal-democratische kring. Deze Brit, Richard Balfe, had aan zijn fervente verdediging van de dubbele pensioenen voor Europarlementariërs de bijnaam Mister Privilege overgehouden.

Het beroep dat Van Hulten nu doet op de solidariteit tussen linkse partijen klinkt nogal hol. Ook ditmaal hebben de sociaal-democraten, zonder overleg met de Groenen, een politieke dinosaurus naar voren geschoven als voorzitterskandidaat. De Brit David Martin is al sinds 1989 een van de vice-voorzitters van het EP, en heeft in die tijd zelden blijk gegeven van hervormingsdrang. Het zijn zetelklevers als hij die het zo moeilijk maken om veranderingen door te voeren in het EP.

Van Hulten vindt dat de Groenen om politieke redenen niet voor een liberaal zouden mogen stemmen. Maar hoe progressief is Martin, die met zijn partijgenoten onder de plak zit van Tony Blair? Onlangs nog stemde hij, op bevel van Londen, tegen het voorstel om voor alle chemische stoffen een risico-analyse verplicht te stellen. Labour wordt vaak links ingehaald door progressieve liberalen uit de fractie van Pat Cox. Bovendien overdrijft Van Hulten de politieke invloed van de EP-voorzitter. Die moet, net als de voorzitter van de Tweede Kamer, vooral in staat zijn om de opvattingen van het parlement als geheel aan de buitenwereld te presenteren. Wij verwachten dat Cox dat op overtuigende wijze weet te doen. Martin, daarentegen, heeft het charisma van een deurknop.

Van Hulten maakt het erg bont wanneer hij Cox het uitblijven van een transparante salaris- en onkostenregeling voor het EP in de schoenen schuift. Juist de liberalen hebben, met de Groenen, hard getrokken aan dit zogenaamde Statuut. De parlementsrapporteur, die als geen ander verantwoordelijk is voor het traineren van de besluitvorming, is een fractiegenoot van Van Hulten en Martin.

GroenLinks wil de strijd voor een Europees Parlement dat minder privileges geniet en meer aan politiek doet graag voortzetten, samen met Cox. Samen met Van Hulten ook, in de actiegroep Campaign for Parliamentary Reform die hij met mijn fractiegenote Kathalijne Buitenweg heeft opgericht. Van Hulten zou de hervorming van het EP vooral een dienst bewijzen door de dinosaurussen in zijn eigen fractie wakker te schudden.

Joost Lagendijk is leider van de GroenLinks-delegatie in het Europees Parlement