Bijna 400 000 kinderen in Nederland groeien op in armoede. De Sociaal Economische Raad (SER) stelde in het advies “Opgroeien zonder armoede” dat alle kinderen een beroep moeten kunnen doen op voorzieningen die de gevolgen van armoede compenseren.

Volgens artikel 26 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) hebben kinderen zelfstandig recht op sociale zekerheid. Maar Nederland heeft als enige land ter wereld een voorbehoud gemaakt hierop, waardoor Nederlandse kinderen niet zelf aanspraak kunnen maken op deze sociale zekerheid. GroenLinks-Tweede Kamerlid Linda Voortman wil daarom dat staatssecretaris Klijnsma onderzoekt of er een verband bestaat tussen het hoge aantal kinderen dat opgroeit in armoede en dit voorbehoud op het IVRK.

Voortman: 
“Het is ontoelaatbaar dat er in Nederland kinderen opgroeien in armoede. Deze kinderen vormen een kwetsbare groep en zouden beschermd en geholpen moeten worden door de overheid. Het is daarom ook schandalig dat Nederland shopt in het IVRK en een voorbehoud gemaakt heeft op artikel 26. Het aantal kinderen dat opgroeit in armoede moet naar beneden. Ik wil daarom dat de staatssecretaris uitzoekt welke invloed het opheffen van het voorbehoud op artikel 26 daarop zou kunnen hebben.”

Artikel 26 van het IVRK regelt dat kinderen in situaties waarin zij bijvoorbeeld honger lijden of hun woning uitgezet dreigen te worden zelfstandig een beroep kunnen op de sociale zekerheid.