Het gaat slecht met de weidevogels in Nederland. De afgelopen jaren zijn de populaties van sommige weidevogels meer dan gehalveerd en het afgelopen seizoen verliep dramatisch. Bij maar één op de twintig gruttoparen vloog het afgelopen seizoen gemiddeld slechts één jong uit. Maar concrete actie vanuit de overheid blijft uit. Het kabinet doet al ruim een jaar lang niks met de wens van de Tweede Kamer om dit probleem echt aan te pakken. ‘De weidevogels staan zwaar onder druk, maar de staatssecretaris heeft nog niets van een plan,’ zegt GroenLinks-Kamerlid Rik Grashoff. Daarom onderneemt Grashoff wel actie: hij lanceert de initiatiefnota ‘Vogels de Weide Wereld in’, het eerste bindende en ambitieuze plan met concrete doelstellingen.

In dit plan stelt Grashoff voor om een Nationaal Programma Weidevogels in te stellen. Dit programma moet een ambitieuze en bindende doelstelling formuleren waar de overheid zich aan moet houden. Dat betekent ook een helder eindpunt en een stappenplan om tot dat doel te komen. Voor de grutto komt dit neer op 40.000 broedparen. Grashoff wil daarom 20 miljoen euro structureel extra geld inzetten voor de bescherming van weidevogels, waaronder 10 miljoen uit het bestaande Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

Rik Grashoff: ‘Terwijl de grutto werd verkozen tot Nationale Vogel dreigen we deze vogel kwijt te raken. Het gaat dramatisch slecht met deze en andere weidevogels. Al ruim een jaar wachten we op uitvoering van mijn aangenomen motie die tot actie opriep. Nog niks van gezien. Dat kan zo niet langer. Daarom kom ik nu zelf met een concreet en ambitieus plan. De weidevogel moet gered worden, dit is hoe je dat doet.’

In juni vorig jaar werd een motie van GroenLinks en PvdA aangenomen die bij de behandeling van de Natuurbeschermingswet pleitte voor instelling van een Nationaal Programma Weidevogels. Tot dusverre heeft het kabinet hiertoe geen actie ondernomen. Bij de behandeling van de Landbouwbegroting voor 2016 werd bovendien een amendement van GroenLinks en PvdA aangenomen die 1,5 miljoen vrijmaakte voor weidevogelbeheer. Hiervan is onduidelijk of en zo ja waaraan dit geld is uitgegeven.

De 20 miljoen extra geld voor bescherming van de weidevogel komt voor de helft uit bestaande landbouwgelden, de andere helft is een extra investering. Grashoff: ‘Met deze verschuiving halen we geld weg uit de megahoop voor landbouwsubsidies en stoppen deze in het concrete weidevogelbeheer. Zo investeren we in weidevogelbeheer en daarmee in echt duurzame landbouw.’