GroenLinks wil dat de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) met een jaar wordt uitgesteld. Dat zegt Tweede Kamerlid Linda Voortman vandaag in de Kamer. Zij vindt uitstel tot 1 januari 2016 noodzakelijk, nu de gemeenten hebben aangegeven dat ze door de geplande bezuiniging van 1,5 miljard niet op een verantwoorde manier kunnen zorgen voor dagbesteding  en begeleiding. Voortman wil dat de miljardenbezuiniging op zorg aan huis van tafel gaat.

De VNG liet vrijdag weten dat ze de kabinetsplannen ontoereikend vindt en wil dat het kabinet haar plannen bijstelt. Ook de Raad van State is zeer kritisch. Bovendien heeft het kabinet nog geen wet gepresenteerd die de overige langdurige zorg regelt, evenmin is de persoonlijke verzorging wettelijk goed geregeld.. GroenLinks vindt het belangrijk om de hervorming van de zorg in samenhang te kunnen bezien. Daarom is de deadline van 1 januari 2015 volgens Voortman onhaalbaar.

Voortman: “Het is van groot belang dat kleinschalige zorg bij mensen thuis goed is geregeld, maar het kabinet wil daar fors op bezuinigen. Gemeenten hebben nu heel weinig tijd om de wet, die ze op deze manier niet willen, in te voeren. Daar dreigen de mensen die zorg nodig hebben de dupe van te worden. ”

GroenLinks wil dat het jaar 2015 gebruikt wordt als een proefjaar.  Kamerlid Linda Voortman: “Gebruik 2015 als een overgangsjaar. Geef gemeenten die dat willen de kans om pilots te draaien. Het kabinet heeft dan genoeg tijd om met gemeenten in overleg te gaan  en wat doen aan de bezuinigingen op de zorg aan huis. Wanneer die geschrapt worden zal dat het draagvlak niet alleen onder gemeenten, maar ook onder mensen die werken in de zorg en mensen die zorg nodig hebben enorm toenemen.”

Volgens Voortman kan de 200 miljoen die het kabinet gemeentes heeft aangeboden voor de overgang naar de nieuwe WMO worden gebruikt voor de pilots. Het kabinet heeft zo meer tijd om draagvlak voor haar plannen te creëren en aan de bezwaren van gemeentes tegemoet te komen. Bovendien wordt zo duidelijk tegen welke problemen gemeentes aanlopen als zij verantwoordelijk worden voor zorg aan huis.