De Senaatsfractie van GroenLinks gelooft niet dat het privatiseren van het bouwtoezicht een verbetering oplevert van de huidige situatie. Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor het toezicht en handhaving, maar ook daar gaat nog het nodige mis. De Eerste Kamerfractie stemt morgen tegen het wetsvoorstel, waarvan nog onduidelijk is of het een meerderheid zal halen. 

GroenLinks pleit er voor om het huidige stelsel van gemeentetoezicht te verbeteren in plaats de private bouwsector verantwoordelijk te maken voor hun eigen constructies zoals flatgebouwen, kantoren en woonblokken

De omvallende hijskraan in Alphen aan den Rijn, het verzakte monumentale hoekpand in Den Bosch en de recent ingestorte parkeergarage bij de vliegbasis Eindhoven tonen aan dat er verbetering nodig is. Voor GroenLinks-senator Frits Lintmeijer staat de vraag centraal hoe het publieke belang van bouwveiligheid geborgd kan worden. ,,Op de objectiviteit van de  commerciële kwaliteitsborger ingehuurd door het bouwbedrijf kan het nodige worden afgedongen, mede daarom prefereren wij het versterken van het onafhankelijk gemeentelijk toezicht.”

Het huidige demissionaire kabinet wil van professionalisering spreken en expliciet niet van  privatiseren, terwijl het daar feitelijk wel op neerkomt. Immers wordt de overheidstoezicht overgeheveld naar een private kwaliteitsborger. Lintmeijer: ,,Het is de lokroep voor minder regels en lagere leges vanuit neoliberaal gedachtegoed versus de zorg voor de publieke veiligheid door de overheid. De huidige twijfels omtrent de veiligheid worden allesbehalve weggenomen door deze wet. Gemeenten worden afhankelijk van informatie van de markt en kunnen niet meer vooraf en tijdens het bouwproces controleren.”

GroenLinks maakt zich, net als de VNG, de grootste vier Nederlandse steden en diverse andere publieke organen, zorgen dat de lokale overheid niet meer adequaat kan contoleren of er veilig, solide en duurzaam wordt gebouwd. ,,Momenteel is het gemeentetoezicht ook een papieren tijger, maar dat geldt ook voor de huidige wet, want de commerciële inspecteur komt ook in de nieuwe wet niet meer op de bouwplaats zelf”, aldus Frits, die benadrukt dat essentiële veiligheidsvraagstukken van grote projecten een publieke taak is. ,,De eisen rondom de deugdelijkheid van de constructie, duurzaamheid, isolatie en ventilatie en brandveiligheid vragen om meer dan een commerciële toets met een publieke handhaving achteraf in het bouwproces.”