GroenLinks wil dat staatssecretaris Teeven opheldering geeft over de uitzetting van Feda Amiri (54) op 5 januari naar Afghanistan. Amiri werd uitgezet na 18 jaar legaal verblijf in Nederland. Corinne Ellemeet noemt het “hartverscheurend” dat Amiri hierdoor gescheiden wordt van zijn vrouw en kinderen en heeft Kamervragen gesteld aan staatssecretaris Teeven waarin ze om opheldering vraagt over de gang van zaken.

Feda Amiri werd 5 januari uitgezet omdat bij het aanvragen van het Nederlanderschap bleek dat hij in het verleden voor de Afghaanse politie heeft gewerkt. Op grond van het Nederlandse 1F-beleid wordt deze groep mensen categorisch verdacht van het schenden van mensenrechten. In 2008 leverde de VN al kritiek op dit beleid.

Ellemeet: “Je kunt niet verkopen dat het redelijk is om iemand na 18 jaar legaal verblijf alsnog het land uit te zetten, zonder dat is bewezen dat hij iets fout heeft gedaan.”

Ellemeet wil van staatssecretaris Teeven weten of hij aanleiding ziet om het beleid rond artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag nu aan te passen. Ook wil Ellemeet weten waarom pas na 18 jaar bij het aanvragen van het Nederlanderschap een 1F-verdenking wordt tegengeworpen, en 8 jaar geleden bij het verstrekken van de verblijfsvergunning aan het gezin niet.

“Deze casus roept de schijn op dat  het inzetten van 1F-verdenkingen willekeurig wordt toegepast. Het is hartverscheurend en zeer onrechtvaardig dat families als de familie Amiri daar het slachtoffer van worden,” aldus Ellemeet.

Vragen van het lid Ellemeet (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Veiligheid & Justitie over het bericht dat Feda Amiri na 18 jaar in Nederland alsnog is uitgezet naar Afghanistan

  1. Bent u bekend met het bericht “Feda Amiri na 18 jaar in Nederland alsnog uitgezet naar Afghanistan”?
  2. Hoe beoordeelt u het feit dat een 18 jaar legaal in Nederland verbleven vluchteling alsnog is uitgezet, met een verscheurde familie en gevaar voor de uitgezette vluchteling in kwestie als gevolg?
  3. Hoe is het mogelijk dat 1F bij een naturalisatieproces alsnog wordt tegengeworpen, nadat dit bij het verstrekken van een verblijfsvergunning niet is gebeurd?
  4. Ziet u naar aanleiding van deze casus aanleiding tot het wijzigen van het Nederlandse beleid rond het tegenwerpen van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag? Zo nee, waarom niet?
  5. Acht u het aan de uitzetting ten grondslag liggende ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken d.d. 29 februari 2000, waarin nagenoeg alle bij de KhAD / WAD in de periode 1978-1992 werkzame mensen geacht worden mede-verantwoordelijk te zijn voor mensenrechtenschendingen, nog steeds te handhaven, ook ondanks de weerlegging van de UNHCR?[2] Zo ja, waarom?
  6. Bent u bereid om een nieuw onderzoek te laten uitvoeren naar de de Afghaanse veiligheidsdiensten in communistisch Afghanistan in de periode 1978-1992? Zo nee, waarom niet?