De homohaat op scholen en op straat lijkt toe te nemen. Homoseksuele scholieren en leraren gaan weer “in de kast” en meer en meer homo’s (m/v) voelen zich onveilig in hun buurt. GroenLinks wil die tendens keren. De overheid moet homoseksuele mannen en vrouwen veel meer steunen. Homofobe jongeren moeten taakstraffen krijgen waarbij ze homo’s leren kennen en op scholen moet er veel meer aandacht komen voor homoseksualiteit.

Nederland wordt helaas weer een minder prettig land voor homoseksuele mannen en vrouwen. Vooroordelen tieren welig en homoseksualiteit ligt moeilijk. Op veel plekken voelen homo’s een vijandige sfeer. Daar is een mentaliteitsverandering voor nodig. Je moet jezelf kunnen zijn; op straat, op school, bij de sportvereniging en op je werk. Dat moet overal kunnen: in de Amsterdamse Baarsjes, bij de politie, in de bouw en op een streng gereformeerde of islamitische school.

De overheid moet daar pal voor staan. Minister Verdonk die homoseksuele Iraniërs uit wil zetten, geeft precies het verkeerde signaal. Zij brengt homo’s welbewust in levensgevaar en suggereert dat ze misschien kunnen overleven als ze gewoon niet laten merken dat ze homo zijn. Dat is de verkeerde boodschap aan homo’s die zich in Nederland bedreigd voelen én aan mensen die homo’s bedreigen. De overheid moet juist veel meer actie ondernemen als homo’s worden geïntimideerd, bedreigd of mishandeld. De politie, werkgevers, schoolbestuurders en burgemeesters moeten het onverkort opnemen voor homo’s die in de problemen komen. Zolang dat te weinig en met weinig overtuiging gebeurt, nemen de spanningen tussen bepaalde groepen jongeren en homo’s toe. Spanningen die homofobie en xenofobie opwekken, waardoor met name allochtone homo’s tussen wal en schip vallen.

Vanmiddag vindt in de Tweede Kamer een debat plaats over homo-emancipatie. GroenLinks zal daar drie concrete voorstellen doen:

1. Als jongeren zich schuldig maken aan homofobie moeten ze een specifieke taakstraf krijgen waardoor ze homoseksuele mannen en vrouwen leren kennen. Zo kunnen ze hun vooroordelen bijstellen. De jongere moet met homo’s bijvoorbeeld meegaan naar een comingout-avond of een voorlichtingsles op school. Ze kunnen ook helpen op het COC of werken in ‘roze’ ouderenwoongroepen.
2. Geen vrijblijvendheid meer op scholen. Op scholen moet er aandacht zijn voor homoseksualiteit. Dat kan door een nieuwe scholierenuitgave van het homojongerenblad Expreszo. De overheid moet daar 100.000 euro voor beschikbaar stellen. Scholen moeten hier aandacht aan besteden in de lessen. Als scholen geen gebruik willen maken van de Expreszo, moeten zij verplicht worden ander materiaal over homoseksualiteit te gebruiken om de discussie op school aan te gaan.
3. Op dit moment wordt de voorlichting over homoseksualiteit overgelaten aan vrijwilligers die de scholen langsgaan. De overheid moet dit veel meer stimuleren en ondersteunen. Het COC moet een flink budget krijgen voor deze voorlichting. Ze moeten in staat worden gesteld om op alle scholen voorlichtingslessen te geven. Iedere scholier moet minstens één keer in zijn schoolloopbaan “een homo voor de klas” hebben gehad.

Naïma Azough