Samen met een Roemeense NGO uit Brussel organiseerde GroenLinks een conferentie over de hervorming van het justitieapparaat in Roemenië. Nu de Roemeense regering aardig op schema zit wat betreft de aanpassing van de wetgeving, ligt een grote verantwoordelijkheid bij de rechters zelf. En daar moet nog veel gebeuren.

In de lente van 2005 pleitte GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk voor een voorlopig 'ja' van het Europees Parlement voor de toetreding van Roemenië en Bulgarije in 2007.  Hij kreeg de garantie van de Raad en de Europese Commissie dat deze in de lente van 2006 het Parlement alsnog zullen raadplegen over de uiteindelijke toetreding. Mocht het Parlement vinden dat de voortgang van de hervormingen onvoldoende is, dan kan de toetreding een jaar worden uitgesteld.

Deze versterkte rol van het Parlement in het toetredingsproces schept ook grote verplichtingen, het Parlement moet de situatie in Bulgarije en Roemenië beter monitoren dan bij vroegere uitbreiding gebeurde. Vandaar dat Lagendijk een conferentie organiseerde over de voortgang van de hervormingen op het gebied van de rechterlijke macht. De onafhankelijkheid van de rechters was tot vorig jaar nog problematisch, en de groenen hadden dit punt meermaals aanhangig gemaakt in resoluties van het Europees Parlement over Roemenië.

Tijdens de conferentie zette de Roemeense Minister van Justitie Monica Macovei uiteen wat de regering die afgelopen januari aan de macht is gekomen heeft ondernomen om de onafhankelijkheid en de werking van het justitieapparaat te bevorderen. Zo worden de rechtzaken voortaan via een computersysteem willekeurig over de rechters verdeeld, zodat een rechter niet zelf een zaak kan oppakken waarbij hij of zij zijdelings belangen heeft. Ook is de instelling van een Hoge Raad voor de Magistratuur, die moet toezien op de onafhankelijkheid en door de rechters zelf verkozen is, afgerond.

Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en de directeur van een kritische NGO uit Boekarest gespecialiseerd in juridische zaken, prezen eveneens de uitvoering van de verschillende maatregelen die Europa vorig jaar bij tekening van het toetredingverdrag van Roemenië verlangde. Zij wezen er echter ook op dat hoewel het kader er nu is, er nog geen sprake is van een volledig vrije en rechtvaardige rechtspraak. De mentaliteit binnen het apparaat die vaak dateert van voor 1989, het chronisch tekort aan goedgeschoold juridisch personeel, dit zijn zaken die nog te langzaam veranderen.

Lagendijk, daarin gesteund door de rapporteur van het Europees Parlement voor Roemenië, de socialist Pierre Moscovici, riep de minister daarom op om in de komende maanden met zichtbare hervormingen te komen. Lagendijk: "We kunnen een land niet beoordelen op wetgeving alleen, we willen de resultaten van de hervormde wetgeving zien. Dat betekent bijvoorbeeld dat de openbaar aanklagers ook hoge ambtenaren en politici die verdacht worden van corruptie moeten vervolgen."

Wel is Lagendijk van mening dat in Roemenië het afgelopen jaar hard gewerkt is. "In de lente gaf ik de nieuwe regering het voordeel van de twijfel, door voor het toetredingsverdrag te stemmen. Ik geloof dat ze dit vertrouwen toen verdienden. Maar we moeten kijken of het land werkelijk in staat is orde op zaken te stellen vóór januari 2007, anders zal de toetreding alsnog een jaartje moeten worden uitgesteld." Lagendijk is van plan begin 2006 zelf ter plekke te gaan kijken hoe de voortgang van de hervormingen is, ook op de andere gebieden waarover hij zich eerder bezorgd toonde: vrijheid van de pers en de behandeling van geestelijk gehandicapten.